Nieuws
Vroege witte Pasen en de laatste sneeuw
6 april 2009 - Tijdens de Paasdagen in 2008 sneeuwde het soms flink,
lokaal viel 10 cm. In ons land is met Pasen niet eerder zoveel sneeuw
gevallen. De Paasdagen waren ook de koudste sinds 1964. In
veel landen is het op de valreep nog even winter geworden.
Hoeveel sneeuw viel er?
Op de ochtend van tweede Paasdag 24 maart (waarneemtijd om 9 uur)
meldde de KNMI-waarnemers in Vlissingen en Ritthem het dikste
sneeuwdek van 11 cm. Verspreid over de rest van het land lag maximaal
zo'n 3 tot 5 cm sneeuw, het meeste in delen van Drenthe, het zuiden
van Brabant en Limburg en het midden van het land. Op de ochtend van
de 25e maart lag er vooral in de oostelijke helft van het land sneeuw,
verspreid over het land zo'n 4 tot maximaal 8 cm in Vroomshoop. Op de
ochtend van 26 maart lag er in het oosten nog een paar centimeter en
maximaal 5 cm in Markelo (zie Verder lezen- kaartjes met actuele
sneeuwhoogtes).
Sneeuw laat in het seizoen
Sinds 1951 zijn er slechts zeven jaren geweest waarop er na 25 maart
nog op uitgebreide schaal sneeuw lag. Voor het laatst gebeurde dat op
30 en 31 maart 1996. De laatste datum waar op er nog in een groot deel
van het land sneeuw lag was 12 april 1978.
Data met een sneeuwdek (op 25 maart of later)
(op tenminste 100 KNMI-neerslagstations vanaf 1951)
25/26 maart 1966
15 april 1966
3 april 1968
27/29 maart 1970
2/8 april 1970
28 maart 1975
11/12 april 1978
28/29 maart 1995
30/31 maart 1996
Koudste Pasen in ruim veertig jaar
Eerste Paasdag noteerde de vliegbasis Twenthe een minimumtemperatuur
van -7,0 graden, vlak boven de grond werd hier zelfs 11 graden vorst
gemeten. In De Bilt daalde de temperatuur tot -4,4 graden. Dat was
hier de laagste minimumtemperatuur van eerste Paasdag sinds tenminste
1901. Beide feestdagen leverden in De Bilt maxima op van 5,9 graden,
de laagste waarden sinds Pasen 1964. In dat jaar noteerde het KNMI op
de Paasdagen 29/30 maart maxima van 3,9 en 4,5 graden (zie Verder
lezen- beste en slechtste Paasdagen met de tabel van het weer op alle
Paasdagen sinds 1901).
Witte Pasen
De vorige Pasen die door de restanten van een sneeuwlaagje een beetje
wit begon had ons land op 15 april 2001. Op de avond van Paaszaterdag
was in een groot deel van ons land een paar centimeter sneeuw
gevallen. Met Pasen liep de temperatuur echter zo snel op dat de
sneeuw zo weg was. Ook op de ochtend van tweede Paasdag in 1982 (12
april) lag op een aantal plaatsen enkele centimeters sneeuw. Ook op 28
maart 1937 begon eerste Paasdag wit door sneeuwrestanten van de dagen
daarvoor. In maart 1937 viel op verschillende dagen sneeuw, toevallig
ook nog daags voor Pasen.
Paaseieren op het ijs
Vorst komt met Pasen niet vaak voor: sinds 1901 begon eerste Paasdag
in De Bilt veertien keer met vorst. De meest winterse Paasdagen ooit,
dat wil zeggen in zeker drie eeuwen, beleefde ons land in de
recordkoude maart 1845. Vooral de eerste helft van die maand was ijzig
koud met temperaturen van 10 tot 20 graden onder nul een soms snijdend
koude oostenwind.
Weerhistoricus Jan Buisman: "enkele Haarlemse burgers beginnen zich af
te vragen of een lang gekoesterde wens nu eindelijk in vervulling kan
gaan: zij willen Paaseieren op het ijs eten! Op 31 maart 1771 is het
gelukt en in 1845 is het al op 23 maart Pasen. Maar kort na medio
maart stijgen de thermometers tot aan het nulpunt en rond de 19e gaat
het overdag dooien. Op de 22e, daags voor Pasen, zet regen een laag
water op de dikke ijslaag. Het feest moet doorgaan, een advertentie
kondigt aan dat op 23 maart 'C. Wijs beste eieren zal verkopen op het
ijs'. Op de Buiten-Amstel zet men een versierde en verwarmde tent en
talrijke Nederlanders kunnen werkelijk op Paasmorgen bij kil miezerig
weer hun eitjes op het ijs nuttigen. Hetzelfde gebeurde in de
Zaanstreek, in Nijmegen, Dordrecht en op andere plaatsen".
Zover bekend zijn de Paasdagen van 1771 en 1845 de enige met ijs op de
Hollandse waterwegen. Maart 1845 was de grootste uitzondering: alle
rivieren in ons land waren bevroren. Paarden met karren en sleden
baanden een weg over het ijs.
Sneeuw en kou in groot deel van Europa
Ook andere landen in Europa hebben te maken gehad met een late inval
van de winter. In de Harz en het Zwarte Woud zakte de temperatuur op
eerste Paasdag tot -14 graden. Die dag was in delen van Duitsland een
ijsdag met de hele dag enkele graden vorst. Nog veel kouder was het in
Noord-Europa: in het noorden van Zweden zijn tijdens de Paasdagen
temperaturen gemeten tussen -35 en -40 graden, de laagste van de hele
winter en kouderecords zo laat in het seizoen. De kou is ook ver
zuidwaarts doorgedrongen tot het noorden van Spanje waar het tijdens
de Paasdagen ook sneeuwde. In veel wintersportgebieden zijn tijdens de
Paasdagen de skipistes geopend onder andere in de Ardennen, waar de
sneeuwlaag een dikte van enkele tientallen centimeters heeft bereikt.
Zeldzaam vroege Paasdatum
De 23e maart is een ongewoon vroege datum voor Pasen. De laatste keer
dat dit gebeurde was in 1913 en de eerstvolgende keer is pas in 2160.
De vroegst mogelijke datum voor paaszondag, 22 maart, is nog
zeldzamer. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1818 en de
eerstvolgende keer is pas in 2285.
Een zomerse Pasen
Pasen kan in ons land ook al bijna zomers weer opleveren. Op 17 april
1949 werd in De Bilt 24,5 graden gemeten, de hoogste temperatuur van
eerste Paasdag sinds tenminste 1901. De tweede Paasdag was nog warmer
en in een groot deel van het land werd bij zonnig weer 25 tot 30
graden bereikt. Dat Pasen dit jaar toevallig zo vroeg valt hoeft ook
geen reden te zijn voor kou. Zeker de laatste jaren zijn in maart in
ons land geregeld temperaturen tussen 20 en 23 graden gemeten. In 1968
had het zuiden van Limburg al op 29 maart met 26 graden zijn eerste
zomerse dag. Dergelijke temperaturen worden dit jaar gemeten in het
zuiden van Spanje en in Griekenland. Heraklion op Kreta meldde op 23
maart een temperatuur van 30,8 graden, maar hier was het was het die
dag nog geen Pasen. In Griekenland wordt Pasen dit jaar pas op 27 en
28 april gevierd.
Pasen en het Paasweer nader verklaard
Onder Nader verklaard vindt u veel meer over het grillige Paasweer, de
Paas- en Pinksterdatum en het weer in drie eeuwen maart. Onder Verder
lezen is er ook een Paasweer top tien met de warmste, koudste,
zonnigste, somberste en natste eerste Paasdag en een overzicht van het
weer van alle eerste Paasdagen van de laatste ruim honderd jaar.
Eerste uitgave: 19-03-08
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut