1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/1071
Uw kenmerk
Datum 6 april 2009 -
Onderwerp Internationale kennisdeling verkeersveiligheid en gidsfunctie Bijlage(n)
---
Nederland verkeersveiligheid
Geachte voorzitter,
Hierbij informeer ik u zoals toegezegd bij het AO Verkeersveiligheid en CBR d.d.
25 juni 2008 (29398-119) en zoals verzocht tijdens het AO van 12 februari 2009,
over de wijze waarop ik invulling geef aan de kennisuitwisseling tussen Nederland
en andere landen op het gebied van verkeersveiligheid. In deze brief zet ik het
beleidskader uiteen waar binnen de internationale kennisuitwisseling plaatsvindt.
Inleiding
Nederland heeft op het terrein van verkeersveiligheid een zeer goede naam in het
buitenland. Nederland behoort tot de landen waar het minst aantal slachtoffers
valt per 100.000 inwoners. Ieder jaar komen diverse delegaties naar ons land om
geïnformeerd te worden over het gevoerde en te voeren beleid, om hiermee de
verkeersveiligheid in eigen land te verbeteren. Nederland leert op haar beurt ook
van de ervaringen uit deze landen, en dan met name van die landen die specifiek
beleid hebben voor beleidsonderwerpen waar wij mee bezig zijn. Voor Nederland
betekenen de bezoeken tevens een investering in netwerken die voor
verkeersveiligheid, maar ook voor andere dossiers, van nut kunnen zijn.
Internationale context Verkeersveiligheid
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) heeft veel beleidsonderwerpen
die over de landsgrenzen reiken. De beleidsdoelen die VenW stelt kunnen daarom
niet los gezien worden van de internationale context. Het hoofddoel van het
internationale werk voor 2008-2010 is dat VenW zich proactief en effectief wil
inzetten door het stellen van prioriteiten. Een van de beleidsprioriteiten is
verkeersveiligheid.
Er zijn verschillende redenen waarom VenW zich (pro-)actief richt op
internationale kennisuitwisseling op het terrein van verkeersveiligheid;
1. Kennisuitwisseling als middel om nationale beleidsdoelen te halen
2. Kennisuitwisseling als onderdeel van coalitievorming binnen Europa
3. Kennisuitwisseling met prioritaire landen
4. Kennisuitwisseling vanuit kennisoverdracht richting ontwikkelingslanden
a
agina 1 van 5
---
Vanuit verschillende onderdelen van het ministerie vindt kennisuitwisseling
Datum
plaats: vanuit het Directoraat-generaal Mobiliteit, vanuit Rijkswaterstaat (zoals de
Dienst Verkeer en Scheepvaart). De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Ons kenmerk
Verkeersveiligheid (SWOV) draagt eveneens bij via kennisverspreiding en VENW/DGMO-2009/1071
samenwerking in diverse onderzoeksprogramma's. Internationale samenwerking
vindt vaak plaats daar waar onderzoek op Nederlandse schaal niet uitvoerbaar is.
Een voorbeeld is het SafetyNet onderzoek, waarbij SWOV deelneemt aan het
ontwikkelen van een informatiesysteem, dat ondersteuning biedt voor het
verkeersveiligheidsbeleid in Europa.
Ad 1. Kennisuitwisseling als middel om nationale beleidsdoelen te halen
Op Europees niveau wil Nederland in de top van de best presterende landen
blijven. Deze ambitie is neergelegd in de Nota Mobiliteit en verder geconcretiseerd
in de Strategie Verkeersveiligheid 2010-2020.
Kennisuitwisseling met andere lidstaten en het bezoeken van seminars en
congressen, leveren een waardevolle bijdrage aan het bereiken van de gestelde
beleidsdoelen. Voorbeelden van beleidsterreinen waar informatie is geïmporteerd
over de aanpak in een ander land zijn: het alcoholslot (Zweden), de drugstester
(Australië), begeleid rijden (Duitsland) en de BOB (België). Genoemde bezoeken
zijn daarnaast belangrijk voor het opbouwen van het internationale netwerk. Via
internet wordt dit netwerk door beleidsmedewerkers regelmatig gebruikt om te
informeren naar de wijze waarop een specifiek beleidsonderwerp is aangepakt.
Ad 2. Kennisuitwisseling als onderdeel van coalitievorming binnen Europa
In een Europese Unie met 27 lidstaten is coalitievorming, in het kader van
communautaire besluitvorming, voor Nederland noodzakelijk om effectief te
kunnen optreden in Brussel. VenW investeert daarom in goede bilaterale relaties
met medelidstaten en in het bijzonder met de omringende landen. Nederland wil
de koppositie behouden binnen de EU. Onderdeel hiervan is de kennisuitwisseling
en netwerkversterking zoals hierboven genoemd. Verbetering van
verkeersveiligheid binnen Europa verwachten wij met name door het uitwisselen
van best practices. Deze uitwisseling vindt plaats tijdens formele overleggen in
Brussel, seminars en tijdens bilaterale bezoeken.
Nederland heeft voor verkeersveiligheid sinds 2007 een jaarlijks informeel overleg
met andere koplopers binnen Europa; Zweden, het Verenigd Koninkrijk en
Noorwegen. Deze landen presteren goed op het gebied van verkeersveiligheid en
bevinden zich in een vergelijkbare positie als Nederland.
Het laag hangend fruit is ook daar geplukt en het is lastig een volgende slag te
maken. Wij bevragen elkaar over de gekozen of voorgenomen aanpak van
specifieke problemen en wisselen best practices uit.
Rijkswaterstaat werkt samen met andere wegbeheerders van het Hoofdwegennet
in Europa: kennisuitwisseling is daarbij het belangrijkste onderwerp.
Vermelding verdient ook het programma Partners voor Wegen. Dit programma,
uitgevoerd door Rijkswaterstaat, deelt kennis over (veilige) infrastructuur met
o.a. nieuwe en kandidaat-lidstaten. Partners voor Wegen is op dit moment actief
in onder meer Polen en Turkije. Buiten Europa is met China samengewerkt op het
gebied van richtlijnen voor een veilig wegontwerp. Dit programma heeft, samen
met de Wereldbank, een internationale handleiding opgesteld voor het ontwerp en
beheer van veilige wegen, de Manual Safe Road Design. Daarnaast is ook een
Manual roundabouts opgesteld, met daarin de best practices uit Nederland,
Pagina 2 van 5
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Kennisuitwisseling vindt tevens plaats in
Datum
reguliere projecten, via de specialistische diensten, zoals de Dienst Verkeer en
Scheepvaart (DVS) en Dienst Infrastructuur. Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/1071
Ad 3. Kennisuitwisseling met prioritaire landen
Nederland heeft een sterke internationale oriëntatie. Met diverse landen binnen
en buiten Europa heeft VenW structurele bilaterale relaties. Richtinggevend voor
samenwerking is de beleidsagenda van VenW en of in dat kader een land als
prioritair is aangemerkt. Een land is prioritair als samenwerking de
concurrentiepositie van Nederland kan versterken, en/of een bijdrage levert aan
het bereiken van de beleidsdoelstellingen, en/of een versterking van de positie
van het bedrijfsleven oplevert.
De samenwerking kan de officiële vorm aannemen van een Memorandum of
Understanding (MOU), maar kan ook bestaan uit jaarlijkse bezoeken of scanning
tours.
De landen waarmee VenW nauwe samenwerking heeft zijn:
de Verenigde Staten, China, India, Turkije, Brazilië, de golfstaten en Vietnam.
Specifiek voor verkeersveiligheid betreft dit een MOU met de Verenigde Staten,
waarbinnen kennisuitwisseling plaatsvindt tussen beleidsmakers. In China en
Turkije is het eerder vermelde programma Partners voor Wegen actief.
Ad 4. Kennisuitwisseling als kennisoverdracht richting
ontwikkelingslanden
Wereldwijd sterven 1.2 miljoen mensen per jaar door verkeersongevallen en
raken vijftig miljoen mensen gewond, van wie velen voor de rest van hun leven.
Negen van de tien doden vallen in ontwikkelingslanden, het merendeel onder
voetgangers, fietsers en gebruikers van openbaar vervoer. De verwachting is dat
dit aantal verder zal stijgen door de groei van mobiliteit en motorisering.
De Verenigde Naties hebben in 2004 een Resolutie aangenomen waarin zij
lidstaten oproepen om het groeiende probleem van verkeersongevallen op te
pakken en samen te werken om het gebied van verkeersveiligheid,
rekeninghoudend met de specifieke situatie in ontwikkelingslanden.
Ook Nederland wil graag een bijdrage leveren aan de resoluties van de VN1 en
ontwikkelingslanden helpen de verkeersveiligheid aldaar te verbeteren.
Investeren in verkeersveiligheid is belangrijk ter voorkoming van
verkeersongevallen en levert ook een belangrijke bijdrage aan bereiken van de
millenniumdoelstellingen om honger, armoede en kindersterfte te bereiken. Het
zijn vaak de kostwinners die verkeersslachtoffer worden, waardoor hele gezinnen
in armoede vervallen. Dit kan voorkomen worden door bijvoorbeeld het promoten
van het dragen van helmen en gordels, door te investeren in veilige
infrastructuur.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft de WHO aangewezen als
coördinerende instantie voor de VN-activiteiten en opgeroepen nauw samen te
werken met de regionale comités. De WHO is in dat verband een
samenwerkingsverband gestart dat tweejaarlijks bijeenkomt, de zogenaamde UN-
collaboration. Hierin zitten de regionale commissies van de VN, goed presterende
1 De meest recente resolutie is: Res/62/244, improving global road safety, d.d. 31 maart
2008. Zie bijlage.
Pagina 3 van 5
landen (Zweden, Nederland) en buiten Europa o.a. Oman, Costa Rica en Uganda,
Datum
alsmede enkele non-profit organisaties (Global Road Safety Partnership, Global
Road Safety Facility). Deze bijeenkomsten blijken inmiddels belangrijk gremia Ons kenmerk
voor kennisuitwisseling te zijn. De WHO ondersteunt op dit moment de Russische VENW/DGMO-2009/1071
Republiek bij het organiseren van de eerste Ministeriële Conferentie voor
Verkeersveiligheid, die eind van jaar gehouden zal worden in Moskou. Nederland
participeert in het Consultation Committee.
De specifieke steun die Nederland ontwikkelingslanden op dit moment biedt, vindt
plaats via financiële steun aan het Global Road Safety Facility Fund. Dit fonds is in
2005 opgericht door de Wereldbank met als doel verkeersveiligheid in
ontwikkelingslanden te bevorderen. Andere donoren zijn Zweden, Australië en de
FIA (Foundation for Automobile and Society).
Het fonds beoogt zowel financiële als technische steun te verlenen bij het
opbouwen van verkeersveiligheidsmanagement. Concrete voorbeelden zijn: een
actieplan gericht op het dragen van helmen in Burkina Faso en een initiatief in
Uruguay om verkeersveiligheid voor kinderen te verbeteren.
Nederland zet bij de financiële steunverlening in op zichtbare effecten en het
helpen van landen die dit het meest nodig hebben. Dit jaar vindt een evaluatie
plaats van de werkzaamheden van het fonds en de effectiviteit hiervan. Op basis
hiervan zal ik samen met de minister van ontwikkelingssamenwerking bezien of
deze steun gecontinueerd zal worden, dan wel op een andere wijze zal worden
voortgezet. Gedurende vier jaar geeft Nederland 250.000,-.
Toekomstige uitdagingen
Nederland doet het goed op het terrein van verkeersveiligheid en wil graag aan de
top blijven. Een belangrijk instrument hierbij is kennisuitwisseling met andere
landen, zowel binnen als buiten Europa. Binnen de Europese Unie zal Nederland
door blijven gaan met netwerken en coalitievorming. Het effect hiervan reikt
verder dan het beleidsonderwerp verkeersveiligheid. Gebleken is dat goede
samenwerking op een dossier een positieve uitwerking kan hebben op andere
dossiers.
Bij de keuze van het leggen van accenten blijf ik kijken naar onze directe buren,
naar vergelijkbare landen en nieuwe lidstaten. Voor contact met andere landen is
allereerst van belang of dit onze beleidsdoelen helpt. Daarnaast telt mee of de
contacten economisch van belang kunnen zijn; betreft het een prioritair land
en/of kan het bedrijfsleven hier een rol spelen.
Een uitdaging is om het bedrijfsleven meer te betrekken bij de uitwisseling van
kennis met ontwikkelingslanden. Gekeken zal worden of zij in dit verband een
prominentere rol kunnen vervullen door meer publiek-private samenwerking te
zoeken bij internationale projecten.
Pagina 4 van 5
Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben over de wijze waarop het ministerie
Datum
van Verkeer en Waterstaat invulling geeft aan de internationale kennisuitwisseling
op het gebied van verkeersveiligheid. Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/1071
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 5 van 5
Ministerie van Verkeer en Waterstaat