Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 31 maart 2009
Ons kenmerk HDAB2009005418
Onderwerp Vragen endlife update F-16
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissies voor Defensie,
Economische Zaken, Financiën en de commissie voor de Rijksuitgaven over de brief van 9
februari 2009 inzake de beantwoording van commissievragen over endlife update F-16,
ingediend op 4 maart 2009 (kenmerk 26488-139/2009D09895).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 1/17
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van de vaste commissies voor Defensie, Economische
Zaken en Financiën en de commissie voor de Rijksuitgaven over de brief van 9
februari 2009 inzake de beantwoording van commissievragen over endlife update F-
16, ingediend op 25 februari 2009 (kenmerk 26488-139/ 2009D09895)
1.
Kan vanaf 2003 per jaar aangegeven worden wat het aantal geplande en het aantal
gerealiseerde vlieguren totaal is voor alle F-16-toestellen, het aantal beschikbare F-16-
toestellen en daaruit volgend het gemiddeld aantal vlieguren per toestel?
2.
Wat zijn de operationele redenen om het aantal vlieguren van de F-16 in de loop der
jaren van 140 uit te breiden naar 200?
De gevraagde getallen zijn opgenomen in de volgende tabel:
Jaar Gemiddeld aantal Aantal vlieguren Aantal uren Aantal Aantal uren
toestellen (begroot) per toestel vlieguren per toestel
(begroot) (realisatie) (realisatie)
2003 137 22.000 160,6 21.773 158,9
2004 126 19.000 150,8 19.960 158,4
2005 126 19.000 150,8 17.926 142,3
2006 111 19.000 171,2 16.807 151,4
2007 108 19.000 175,9 18.199 168,5
2008 105 18.000 171,4 18.315 174,4
2009 87 17.000 195,4 --- ---
Zoals blijkt uit de bovenstaande tabel is het aantal begrote vlieguren de afgelopen jaren
afgenomen. Dit is het gevolg van de vermindering van het aantal F-16's van 137 toestellen in
2003 tot 87 toestellen in 2009. De Kamer is hierover geïnformeerd met de Prinsjesdagbrief
van september 2003 (Kamerstuk 29 200 X nr. 4) en de beleidsbrief `Wereldwijd dienstbaar'
van september 2007 (Kamerstuk 31 243 nr. 1). De aantallen gerealiseerde vlieguren per jaar
lopen uiteen. Dit houdt verband met de inzet tijdens uitzendingen en de beschikbaarheid van
personeel en toestellen. De beschikbaarheid van toestellen hangt samen met de uitvoering
van onderhoud en modificaties, zoals het programma Pacer Amstel.
Pagina 2/17
Ministerie van Defensie
Het Commando luchtstrijdkrachten beschikt vanaf 2009 over 87 toestellen waarvan er 72
worden aangeboden aan de Navo. Bij de norm van 1,2 vlieger per operationeel toestel en
een jaarlijks oefenprogramma van 180 uur per vlieger levert dat een jaarlijkse behoefte op
van ruim 15.500 vlieguren. Daarnaast zijn er ongeveer 2300 vlieguren nodig voor
opleidingen die worden uitgevoerd met de overige, niet aan de Navo aangeboden toestellen.
Dit resulteert in een behoefte aan vlieguren van 17.800. Het aantal begrote vlieguren is
conservatief gesteld op 17.000. Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 4 worden de
vlieguren van vliegers met een functie elders bij Defensie niet bij deze begroting betrokken.
In 2008 heeft deze groep van 32 vliegers gemiddeld 30 vlieguren gemaakt.
3.
Wat is de norm voor het aantal vliegers van de F-16? Wat is het werkelijke aantal
vliegers, ingedeeld in squadrons per jaar, sinds de aanschaf van de F-16?
Het Commando luchtstrijdkrachten heeft op dit moment in totaal 120 operationeel inzetbare
vliegers. Van deze groep zijn 88 vliegers ingedeeld bij de vijf operationele squadrons. Deze
vijf squadrons tellen in totaal 72 toestellen die aan de Navo worden aangeboden. Daarnaast
zijn er 32 operationeel inzetbare vliegers die een functie elders bij Defensie vervullen. De
Navo-norm voor het aantal vliegers per operationeel toestel in vredestijd (crewratio) bedraagt
1,2. Met de 88 vliegers voor de 72 aan de Navo aangeboden toestellen voldoet Nederland
aan die norm. Voor bijzondere gebeurtenissen, zoals inzet in het buitenland en
beschikbaarheid voor de NRF, gelden voor de desbetreffende eenheden hogere normen
voor de crewratio, oplopend tot 2,0. De tweede deelvraag, over het aantal vliegers per
squadron sinds de aanschaf van F-16 in de jaren zeventig van de vorige eeuw, kan zonder
tijdrovend archiefonderzoek niet worden beantwoord. Overigens is het aantal toestellen per
squadron, en daarmee ook het aantal vliegers per squadron, in de loop der jaren aan
wijzigingen onderhevig geweest.
4.
Hoeveel vlieguren zijn met de F-16 gevlogen door niet-operationeel ingedeelde
vliegers? Kunt u dit per jaar sinds de aanschaf aangeven?
Pagina 3/17
Ministerie van Defensie
De 32 vliegers die in 2008 niet bij een operationeel squadron waren ingedeeld maar een
functie elders binnen Defensie vervulden, worden regelmatig op tijdelijke basis operationeel
ingezet. Dit kan zijn in het kader van uitzendingen, zoals momenteel in het kader van ISAF,
maar ook in Nederland bij de operationele squadrons of in operationele leidinggevende
functies. De groep van 32 vliegers onderhoudt een basis-geoefendheid in het vliegen met de
F-16. Met extra oefenvluchten kan voorafgaand aan een operationele inzet binnen redelijke
termijn een volledig operationeel inzetbare status worden bereikt. De betrokken 32 vliegers
hebben in 2008 gemiddeld ongeveer 30 uur gevlogen. De cijfers over de jaren 2003-2007
zijn daarmee vergelijkbaar. De vlieguren zijn niet apart begroot, maar worden voor deze
groep vliegers beschikbaar gemaakt als daartoe bij de operationele squadrons gelegenheid
bestaat. De prioriteit blijft altijd liggen bij de operationeel ingedeelde vliegers van de F-16
squadrons.
De tweede deelvraag, hoeveel vlieguren niet-operationeel ingedeelde vliegers sinds de
aanschaf van de F-16 in de jaren zeventig van de vorige eeuw jaarlijks hebben gemaakt, kan
zonder tijdrovend archiefonderzoek niet worden beantwoord.
5.
Bent u bereid alsnog antwoord geven op het tweede deel van vraag 11: "Bent u bereid
om onafhankelijke deskundigen mee te laten kijken naar het onderzoek, de toegepaste
methoden en de benutte data? Zo nee, waarom niet?" ?
7.
Waarom heeft de inschakeling van een externe organisatie bij de nadere analyse van
de endlife update geen toegevoegde waarde? Bent u niet van mening dat dergelijke
`second opinions' altijd van toegevoegde waarde zijn? Bent u voornemens om een
dergelijke inschakeling en nadere analyse alsnog mee te nemen?
Tijdens het VAO materieel van 5 maart jl. is een onafhankelijk onderzoek naar een endlife
update aan de orde geweest. Ik heb uiteengezet waarom ik een dergelijk onderzoek niet
zinvol acht. De motie-Van Velzen (Kamerstuk 31 700 X nr. 93), waarin de regering werd
verzocht een dergelijk onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren, is inmiddels door de
Kamer verworpen.
Pagina 4/17
Ministerie van Defensie
6.
Gaat u de afwijkende analyse van de voors en tegens van de endlife update, en dus de
nieuwe inzichten, gebruiken in de actualisering van de kandidatenvergelijking? Zo
nee, waarom niet?
Er is geen afwijkende analyse van of nieuwe inzichten in de voors en tegens van een endlife
update van de F-16 en evenmin een nieuwe actualisering van de kandidatenvergelijking. In
de brief van 9 februari (Kamerstuk 26 488 nr. 139) is in het antwoord op de vragen 1, 11 en
12 uiteengezet wat het verschil is tussen de beschouwing over de voors en tegens van een
endlife update en de recente kandidatenvergelijking. Bij de kandidatenvergelijking moest een
omvangrijke hoeveelheid nieuwe informatie worden verwerkt en een onafhankelijke instantie
heeft er op toegezien dat dit op een zorgvuldige wijze gebeurde. De voors en tegens van
een endlife update zijn bekend; van een grote hoeveelheid nieuwe informatie was geen
sprake.
8.
Heeft u een concreet inzicht in de onderhoudskosten, en in welk opzicht zijn deze
anders of hoger dan bij aanschaf van een nieuw toestel waarvan bij de F-35 de prijs
een hoog onzeker risico vormt?
De exploitatiekosten van de F-35 zijn naar verwachting lager dan die van de F-16. De brief
van 7 mei 2008 (Kamerstuk 26 488 nr. 68) is hier al op ingegaan. Zoals uiteengezet in de
brief over de actualisering van de kandidatenevaluatie (Kamerstuk 26 488 nr. 131 van 18
december 2008) is er bij alle drie kandidaat-toestellen sprake van onzekerheden, maar zijn
die bij de F-35 het kleinst.
9.
Hoe staat het ambitieniveau en de geoefendheid in verhouding met uw plan om
minder nieuwe gevechtsvliegtuigen (85) te kopen dan het aantal F-16's (105) dat
momenteel in gebruik is? Kan Nederland de taken aan met minder
gevechtsvliegtuigen, en zo ja hoeveel minder en wat is de minimumgrens?
11.
Hoe hard en concreet is het planningsaantal van 85 toestellen?
Pagina 5/17
Ministerie van Defensie
Is hierin een weegmoment opgenomen en zo ja, wanneer is dit weegmoment? Is het
voorstelbaar om naast de vervanger van de F-16, enkele F-16's achter de hand te
houden en/of als extra vulling, aangezien een beperkt aantal een reeds geplande dure
modernisering hebben doorgaan?
Het aantal F-16's is in de beleidsbrief `Wereldwijd dienstbaar' van september 2007
vastgesteld op 87. Dit aantal is voldoende voor het ambitieniveau van de krijgsmacht. Bij de
vervanger van de F-16 wordt uitgegaan van het planningsaantal van 85, waarbij een
aanschaf in batches is voorzien. Het besluit over een tweede batch is voorzien voor het
midden van het volgende decennium en zal dan ook door een volgend kabinet worden
genomen. Ik kan daar niet op vooruitlopen.
Het verdient sterk de voorkeur om de periode waarin met twee verschillende
gevechtsvliegtuigen wordt geopereerd, zo kort mogelijk te houden. Het gelijktijdig opereren
met twee verschillende toestellen is duur, want het kost meer personeel en het is logistiek
ingewikkeld vanwege de noodzaak reservedelen aan te houden voor beide vliegtuigtypen.
Uitgevoerde en voorziene modificaties van de F-16's zijn noodzakelijk om de toestellen tot
het einde van het volgende decennium in operationele staat te houden. De investeringen die
daarmee zijn gemoeid, zijn dan ook goed besteed.
10.
Bent u bereid om, wanneer Nederland kiest voor de F-35 als opvolger van de F-16 en
het F-35-project verdere vertraging oploopt, de huidige vloot F-16's langer door te
laten vliegen (eventueel met een kleine modificatie voor alleen enkele toestellen zodat
deze up-to-date hun taken kunnen uitvoeren wanneer daar behoefte aan is in
tegenstelling tot de huidige restvloot, tevens om een tekort aan capaciteit op te
vangen)? Hoeveel langer zouden de huidige F-16's kunnen vliegen?
15.
Wat zijn de minimale kosten om de huidige F-16's nog tien jaar operationeel te
houden? En 15 jaar?
De F-16's hebben volgens de huidige planning bij afstoting in de periode 2015-2021 ruim
5.500 vlieguren. Daarmee gaan de laatste toestellen dus nog twaalf jaar mee.
Pagina 6/17
Ministerie van Defensie
Uitgaande van de voorziene levensduur van 6.000 biedt dit een buffer om onverhoopte
vertraging bij de vervanger van de F-16 twee tot drie jaar in technische zin op te vangen.
Vanwege de technische en operationele veroudering acht ik de nadelen van langer
doorvliegen met de F-16's echter te groot om het huidige vervangingsschema los te laten. Bij
de huidige F-16's lopen nog moderniseringsprogramma's, en ook voor de komende jaren zijn
nog beperkte moderniseringen voorzien waarmee de toestellen tot het einde van het
volgende decennium operationeel inzetbaar blijven. De Kamer wordt hierover geïnformeerd
in overeenstemming met het Defensie Materieelproces. In de brief van 18 december 2008
(Kamerstuk 26 488 nr. 132) is een overzicht gegeven van de grotere
investeringprogramma's voor modernisering van de F-16, waaronder enkele die nog gaande
zijn. Mocht zich een vertraging voordoen, dan zal worden bezien of aanvullende
investeringen noodzakelijk zijn en, zo ja, welke.
12.
Hoeveel steiler zal de kostencurve bij afnemende schaalvoordelen zijn in vergelijking
met de onderhoudskosten?
19.
Wanneer voldoen de huidige toestellen niet meer aan de technische eisen voor
vliegveiligheid?
Of een toestel blijft voldoen aan de technische eisen voor vliegveiligheid is afhankelijk van de
uitvoering van het benodigde onderhoud en de noodzakelijke inspecties. De luchtwaardigheid
van elk toestel in termen van technische vliegveiligheid kan in beginsel lang worden
behouden, net zoals oldtimers met behulp van intensief onderhoud lang kunnen blijven rijden.
Dit gaat echter gepaard met een stijging van de onderhoudskosten.
Zoals uiteengezet in de brief van 9 februari 2009 (Kamerstuk 26 488 nr. 139) zullen de
onderhoudskosten tegen het einde van de levensduur steeds verder stijgen. Dit zal nog
worden versterkt door afnemende schaalvoordelen vanwege een kleiner aantal gebruikers.
Bij een grafische weergave in de tijd levert dat een stijgende curve van de onderhoudskosten
op. Er is hier geen sprake van een vergelijking tussen een kostencurve en
onderhoudskosten.
Pagina 7/17
Ministerie van Defensie
13.
Kunt u het argument, dat het verminderen van het aantal toestellen de geoefendheid
van de vliegers negatief beïnvloedt niet ondervangen door minder vliegers aan te
nemen?
Zoals blijkt uit het antwoord op de vragen 3 en 4 vloeit het aantal operationeel ingedeelde
vliegers voort uit het aantal aan de Navo toegewezen operationele toestellen. Nederland
heeft zich gecommitteerd aan afspraken die hierover in de Navo zijn gemaakt. Een
vermindering van het aantal vliegers zou uiteindelijk leiden tot minder gevechtsvliegtuigen
die operationeel kunnen worden ingezet. Dit zou afbreuk doen aan de mogelijkheden van
ons land om bijdragen te leveren aan internationale operaties.
14.
Wat zijn de aanzienlijke verschillen tussen de verschillende blocks waar het gaat om
levensduur?
De F-16, oorspronkelijk een lichte luchtverdedigingsjager, werd al spoedig na
ingebruikneming ingezet als multi-role vliegtuig. Daardoor werd het toestel zwaarder belast
dan ten tijde van het ontwerp was voorzien. Latere versies dan de Nederlands Block 15-
toestellen zijn dan ook aanzienlijk zwaarder gebouwd. Sinds de jaren negentig van de vorige
eeuw gaat Defensie voor de Nederlandse F-16's uit van een maximale levensduur van 6.000
vlieguren. De Amerikaanse luchtmacht heeft alleen nog de zwaarder gebouwde F-16's van
latere Blocks in dienst. Voor deze toestellen geldt een maximale levensduur van 8.000
vlieguren.
16.
Wanneer bent u van plan om de eerste serie aantallen F-16's voor (door)verkoop aan
te bieden aan de markt? Zijn er al geïnteresseerde kopers aangespoord en zo ja, welke
eisen stellen deze, per wanneer willen ze overgaan tot koop, zijn er al afspraken
gaande over de prijs, modificatie, opleiding, overname van (reserve)onderdelen en
aflevering?
Pagina 8/17
Ministerie van Defensie
17.
Verdienen de investeringen in de moderniseringen sinds 2002 zich terug bij
(door)verkoop en/of bij langer doorvliegen?
Defensie werkt thans aan de verkoop van de achttien toestellen die worden afgestoten in
overeenstemming met de beleidsbrief `Wereldwijd dienstbaar', waarin de vermindering van
het aantal F-16's van 105 tot 87 is aangekondigd. Er zijn nog geen activiteiten ondernomen
voor de verkoop van de F-16's die vanaf 2015 zullen worden afgestoten. Over de kansen op
verkoop van de af te stoten toestellen is al ingegaan in de brief van 9 februari 2009
(Kamerstuk 26 488 nr. 139).
Uitgevoerde en voorziene modificaties van de F-16's zijn noodzakelijk om de huidige
toestellen tot het einde van het volgende decennium in operationele staat te houden. De
investeringen die daarmee zijn gemoeid, zijn dan ook goed besteed. Langer doorvliegen zou
leiden tot hogere kosten vanwege de toenemende onderhoudsbehoefte en de noodzaak van
moderniseringen.
18.
Wanneer zijn de huidige toestellen volgens de laatste berekeningen niet meer
operationeel inzetbaar?
Volgens de huidige inzichten neemt de operationele inzetbaarheid van de huidige F-16's na
het midden van het volgende decennium af. Daarbij speelt een belangrijke rol dat de vliegers
steeds grotere risico's zullen lopen door verbeteringen in de bewapening van tegenstanders.
Dit geldt in ieder geval voor operationele missies waarbij boven het grondgebied van een
tegenstander moet worden gevlogen, bijvoorbeeld voor luchtsteun aan grondtroepen.
20.
Kunt u uitgebreider in gaan op de aanzienlijke kosten voor de endlife update? Wat zijn
de te verwachten kosten per vliegtuig?
Het is niet eenvoudig de kosten van een endlife update te schatten, omdat er geen bestaand
of voorzien ontwikkelingstraject is voor F-16's van Block 15.
Pagina 9/17
Ministerie van Defensie
Daarnaast is Nederland waarschijnlijk een van de weinige landen of zelfs het enige land dat
een endlife update van de Block 15 toestellen zou overwegen. De Verenigde Staten, de
grootste F-16 gebruiker, zal er in ieder geval niet aan deelnemen. Het is dan ook niet
denkbeeldig dat de ontwikkelingskosten en -risico's van een endlife update grotendeels of
wellicht zelfs geheel voor rekening van Nederland zouden zijn. Het antwoord op de vragen
24 en 28 gaat hierop nader in.
In de brief van 18 december 2008 zijn enkele onderdelen opgenoemd waarvan vervanging of
ingrijpende modernisering onontkoombaar zullen zijn. In het onderstaande overzicht wordt
voor zover mogelijk een ruwe schatting gegeven van de kosten die daarmee gepaard
zouden gaan.
· Een nieuwe radar kost naar schatting $ 2 miljoen per vliegtuig. Dit bedrag is echter
exclusief de ontwikkelingskosten voor de specifieke Block 15-configuratie en zonder de
kosten voor de integratie met de Block 15-apparatuur die in het vliegtuig achterblijft.
· Vernieuwing van de boordcomputers kost naar schatting $ 0,1 miljoen per
boordcomputer, waarbij uitgebreid onderzoek nodig is om te bepalen welke
boordcomputers moeten worden vervangen of moeten worden aangepast.
· De kosten van nieuwe displays in de cockpit worden geraamd op $ 0,2 miljoen per stuk.
Ook hier geldt dat onderzoek moet uitwijzen hoeveel displays moeten worden vervangen.
De toepassing van nieuwe boordcomputers en displays brengt mee dat een groot deel
van de cockpit moet worden herontworpen en dat elke cockpit opnieuw moet worden
opgebouwd.
· Vanwege de grotere capaciteiten van de nieuwe radar, de boordcomputers en de
displays dient het toestel te worden voorzien van krachtiger apparatuur voor
stroomvoorziening en koeling. Ook de bijbehorende elektrische bekabeling en het
leidingenstelsel voor de koeling moeten worden aangepast.
· De extra interne brandstoftanks om de actieradius van het toestel te verbeteren, vergen
een ingrijpende aanpassing van de structuur van het vliegtuig. Dit is een complexe
aangelegenheid met hoge kosten voor ontwikkeling en uitvoering.
· De kale stuksprijs van een nieuwe motor bedraagt naar schatting $ 10 miljoen per
toestel. Aangezien het een zwaardere motor betreft met meer vermogen, zullen ook de
ophangpunten in de structuur van het vliegtuig moeten worden aangepast. Daarnaast
Pagina 10/17
Ministerie van Defensie
zijn voor het bereiken van het grotere motorvermogen aanpassingen aan de luchtinlaat
noodzakelijk.
· Ingrijpende structurele verbeteringen zijn nodig aan nagenoeg het gehele airframe, in
ieder geval de romp, de vleugels en het staartvlak. Deze verbeteringen zijn enerzijds
nodig om de reeds bekende problemen met scheurvorming en corrosie het hoofd te
bieden. Anderzijds zijn ze nodig vanwege de verzwaring van het vliegtuig die het gevolg
is van de eerdergenoemde verbeteringen. Een complicerende factor is dat de structurele
versterking kan leiden tot versnelde scheurvorming in structuurdelen die niet worden
aangepast, zeker bij de Nederlandse Block 15 toestellen die een aanzienlijk lichtere
constructie hebben dan latere versies. Er zou uitgebreid onderzoek nodig zijn om te
bepalen welke versterkingen nodig zijn. Zonder dergelijk onderzoek zijn de kosten van de
structurele aanpassingen niet te schatten.
De kosten van een endlife update betreffen niet slechts een optelsom van de prijzen van de
benodigde nieuwe componenten en systemen. Sommige componenten en systemen zullen
specifiek voor een Block 15-configuratie moeten worden (her)ontworpen. Verder is de
integratie van nieuwe apparatuur met oude apparatuur die wel in het vliegtuig blijft zitten,
technisch complex werk dat technische en financiële risico's met zich brengt. Vervolgens zal
een nieuwe endlife update configuratie zowel in technische als operationele zin in een
uitgebreid testprogramma moeten worden beproefd. Dat is ook nodig om de
luchtwaardigheid van het toestel in de nieuwe configuratie vast te stellen. De kosten van
deze ontwikkelingstrajecten, de integratie en het aansluitende testprogramma zullen geheel
of grotendeels door Nederland moeten worden gedragen. Aangezien de omvang van in het
bijzonder de structurele aanpassingen op dit moment niet is vast te stellen, zijn ook de
benodigde tijd voor de uitvoering van een endlife update en het aantal benodigde manuren
niet goed te schatten. Het is dan ook niet mogelijk de totale kosten van een endlife update
van de Nederlandse F-16's te bepalen. Hoe dan ook zou een endlife update een bijzonder
ingrijpende operatie worden, ingrijpender dan de midlife update die de F-16's in de jaren
negentig van de vorige eeuw hebben ondergaan.
21.
Wanneer u rept over "toenemende dreiging van betere vijandelijke
gevechtsvliegtuigen en luchtverdedigingssystemen", hoe staat dit dan in verhouding
met de zwakke prestaties van de beoogde opvolger van de F-16, de F-35 waarvan in
Pagina 11/17
Ministerie van Defensie
diverse studies is gebleken dat deze niet is opgewassen tegen huidige gangbare (met
name Russische) gevechtsvliegtuigen en (radargeleide)luchtverdedigingssystemen
die ook de stealthtechniek die gebruikt wordt voor de F-35, kunnen detecteren en
waarmee de operationele inzetbaarheid van deze F-35 op gelijke voet staat met die van
de F-16?
De F-35 is opgewassen tegen elke bekende dreiging. Defensie is niet bekend met serieuze
studies waaruit zou blijken dat dit niet zo is.
22.
Wanneer u rept over "vijandelijke gevechtsvliegtuigen en luchtverdedigingssystemen"
welke vijand bedoelt u dan? Voorziet u een wapenwedloop met deze vijand waardoor
Nederland zich anders/ beter moet bewapenen?
Het is niet te voorspellen aan welke crisisbeheersingsoperaties Nederland in de komende
decennia zal deelnemen of om welke regio's in de wereld het zal gaan. Wel is duidelijk dat
de proliferatie van moderne gevechtsvliegtuigen en luchtafweersystemen in de wereld
steeds verder gaat. Met het oog op de toekomst moet rekening worden gehouden met de
dreiging die uitgaat van dergelijke moderne bewapening in handen van tegenstanders. Om
de risico's voor de vliegers zo klein mogelijk te maken moeten zij worden uitgerust met zo
goed mogelijk materieel.
23.
Wanneer u stelt dat u 85 toestellen gaat kopen als opvolger voor de F-16 voor een
geraamd bedrag van 5,7 miljard euro, in hoeverre is een modernisatieprogramma/
endlife update voor 85 F-16's binnen die prijs vergelijkbaar en mogelijk met in het
achterhoofd dat het aantal vlieguren nog lang niet bereikt is? Klopt het dat 5,7 miljard
euro nu 6,2 miljard euro is geworden? Zo nee, wat is het prijspeil 2009?
In het antwoord op vraag 20 is uiteengezet dat het door de grote onzekerheden niet mogelijk
is de totale kosten van een endlife update te bepalen. Zoals ik in de brief van 18 december
2008 heb uiteengezet (Kamerstuk 26 488, 132), is een levensduurverlenging van de F-16
met meer dan tien jaar om operationele en technische redenen niet goed denkbaar.
Pagina 12/17
Ministerie van Defensie
De mogelijkheden voor modernisering van een toestel dat tegen die tijd veertig jaar oud is,
zijn immers beperkt terwijl het onderhoud steeds meer problemen zal gaan opleveren. Ook
kan de operationele veroudering van de F-16 met een endlife update niet volledig worden
opgeheven. Na de ongeveer tien jaar die het resultaat is van de levensduurverlenging zal er
alsnog een vervanger van de F-16 moeten worden aangeschaft. De uitgaven voor een
endlife update zullen in het gunstigste geval dan ook een beperkt rendement opleveren. Met
de vervanging van de F-16 krijgt de Nederlandse krijgsmacht echter de beschikking over een
nieuw jachtvliegtuig voor een periode van verscheidene decennia. Een endlife update is
daarom niet te vergelijken met vervanging van de F-16.
De stelling in de vraag dat het (maximum) aantal vlieguren van de F-16 nog lang niet is
bereikt, dient te worden genuanceerd. Volgens de huidige planning zullen de F-16's bij
afstoting in de periode 2015-2021 gemiddeld ruim 5.500 vlieguren hebben en gemiddeld 31
jaar oud zijn.
In de Jaarrapportage 2008 van de het project Vervanging F-16 die de Kamer onlangs is
toegezonden, is ingegaan op de aanpassing van het projectbudget tot 6,154 miljard
(prijspeil 2008). De inflatiecijfers over 2009 zijn nog niet bekend. In de Defensiebegroting
2010 en meerjarenraming zal een correctie naar prijspeil 2009 worden verwerkt. In de
aanloop naar de definitieve besluitvorming over de vervanging van de F-16 in 2010 zal in het
najaar van 2009 de raming van het projectbudget verder worden geactualiseerd op basis van
de concrete resultaten van de verwervingsvoorbereiding, voorafgaand aan de D-brief aan de
Kamer.
24.
Bent u bereid om navraag te doen bij partners van het Multi National Fighter Platform
(MNFP) om samen een programma samen te stellen voor een endlife update, zodat er
weer sprake is van schaalvoordeel, en ook andere gebruikers van de F-16 te
informeren en te benaderen om hier aan deel te nemen?
28.
Bent u bereid om met Chili en Jordanië een gezamenlijk programma te laten
ontwikkelen voor de endlife update, ervan uitgaande dat deze landen niet de F-16
kochten wetende dat de inzetbaarheid en capaciteit en onderdelen gaan afnemen in de
komende jaren?
Pagina 13/17
Ministerie van Defensie
Geen enkel land heeft tot op heden concrete interesse getoond in een endlife update van F-
16's van Block 15. Tot nu toe heeft Nederland bij moderniseringen van de F-16 steeds
samengewerkt met de partnerlanden van het Multinational Fighter Program (MNFP). Van de
partners van het MNFP is bekend dat Denemarken en Noorwegen hun F-16's Block 15
willen vervangen, terwijl de Verenigde Staten de F-16's van dit Block vrijwel alle hebben
afgestoten. Van België en Portugal zijn geen concrete voornemens voor de vervanging van
de F-16 bekend. Zelfs indien deze landen en ook Chili en Jordanië belangstelling zouden
hebben voor een endlife update, levert dit nog steeds een aanzienlijk kleiner aantal
toestellen op in vergelijking met de midlife update (MLU) van de jaren negentig van de vorige
eeuw. Bij de MLU waren in totaal 334 F-16's van België, Denemarken, Nederland,
Noorwegen en Portugal betrokken, terwijl ook de Verenigde Staten in aanzienlijke mate aan
de ontwikkeling van dit programma hebben bijgedragen en onderdelen ervan op een aantal
van de eigen F-16's hebben toegepast. Het aantal F-16's van België, Chili, Jordanië,
Nederland en Portugal dat in aanmerking zou kunnen komen voor een endlife update
bedraagt in totaal ongeveer 260. Mede gelet op hun budgettaire mogelijkheden is het echter
niet waarschijnlijk dat de genoemde landen bereid zouden zijn veel geld te besteden aan
een endlife update. Bij Chili en Jordanië, landen die geen lid zijn van de Navo, kunnen
bovendien Amerikaanse beperkingen ten aanzien van de overdracht van technologie een rol
gaan spelen.
Er is een kans dat Nederland een van de weinige, of wellicht zelfs het enige land zou zijn dat
de ontwikkelingskosten van een endlife update zou moeten opbrengen. Ook de technische
en financiële risico's bij de ontwikkeling zouden in belangrijke mate of zelfs geheel voor
Nederland zijn, te meer omdat er anders dan bij de midlife update nauwelijks sprake zal zijn
van bemoeienis en interesse van de Amerikaanse overheid. De risico's wegen des te
zwaarder omdat het gaat om de volledige capaciteit aan gevechtsvliegtuigen die Nederland
heeft. Zoals uiteengezet in de brief van 18 december 2008 (Kamerstuk 26 488 nr. 132) leidt
dit, samen met de andere nadelen van een endlife update, tot de conclusie dat een endlife
update geen begaanbare weg is.
Pagina 14/17
Ministerie van Defensie
25
Verwacht u structureel minder personeel benodigd te hebben voor de opvolger van de
F-16 dan bij de huidige F-16? Zo ja, hoeveel minder personeel en welke
kostenbesparing levert dit op?
26
Is het juist dat, zoals de luchtmacht stelt, er 50% minder onderhoudspersoneel nodig
is? Zo nee, waarop baseert de luchtmacht dit percentage?
Inderdaad verwacht Defensie voor de opvolger van de F-16 minder (onderhouds)personeel
nodig te hebben dan nu. Voor detailinformatie verwijs ik naar deel 4 (bijlage I) van het
rapport over de actualisering van de kandidatenvergelijking (Kamerstuk 26 488 nr.129 van
18 december 2008) dat de Kamer vertrouwelijk ter inzage is gegeven.
27
Waarop baseert u zich wanneer u stelt dat "na 2018 het aantal F-16's van oudere
blocks snel zal afnemen"?
30
Klopt het dat landen die nu F-16 block 15's bezitten deze natuurlijk ook door gaan
verkopen en dat het niet zo is dat de block 15 verdwijnt?
De productie van de F-16 Block 15 is in het midden van de jaren negentig beëindigd. Tegen
het einde van het volgende decennium zijn deze toestellen ten minste ongeveer 25 jaar en in
sommige gevallen bijna 40 jaar oud. Het is onvermijdelijk dat deze toestellen vanwege
technische en operationele veroudering gaandeweg uit dienst zullen worden genomen. In
hoeverre er een markt zal zijn voor deze vliegtuigen is moeilijk te voorspellen. Naar
verwachting zullen de Verenigde Staten vanaf ongeveer 2015 grote aantallen F-16's van
latere Blocks gaan afstoten. Overigens is de vraag of er landen zijn die doorvliegen met F-
16's van Block 15 niet van doorslaggevend belang bij het besluit dit toestel te vervangen.
29
Kunt u duidelijk in een overzicht aangeven welke landen momenteel hoeveel F-16
block 15's hebben en helder aangeven wanneer deze uitgefaseerd gaan worden?
Pagina 15/17
Ministerie van Defensie
De onderstaande tabel bevat gegevens uit open bronnen over leveranties van F-16's van de
Blocks 1 tot en met 20, evenals nadere bijzonderheden per land voor zover daarover
informatie beschikbaar is. De toestellen van deze Blocks, die worden aangeduid als F-16A
(eenzitter) of F-16B (tweezitter), zijn in hoge mate vergelijkbaar. Bij een aantal landen gaat
het (voor een deel) om toestellen die van een ander land zijn overgenomen. In de tabel
komen dan ook dubbeltellingen voor. Verder geldt voor de meeste landen dat veel van deze
toestellen niet meer in dienst zijn. In de Verenigde Staten zijn vrijwel alle toestellen
afgestoten. Defensie heeft geen volledige informatie over het aantal F-16's in dit overzicht
dat nog in gebruik is of over de voorziene datum van uitfasering.
Land Aantal Bijzonderheden
België 160 Voorzien: nog 60 toestellen in dienst in 2015
Chili 18 Overgenomen van Nederland
Denemarken 77 Nog 60 toestellen in dienst. Uitfasering voorzien in 2016-
2020.
Egypte 42
Indonesië 12
Israël 125
Italië 34 Overgenomen van de Verenigde Staten in afwachting
van levering van de Eurofighter
Jordanië 44 Overgenomen van België, Nederland en de Verenigde
Staten. Nederland levert in 2009 nog zes toestellen.
Nederland 213 Nog 87 toestellen in dienst. Uitfasering voorzien in 2015-
2021.
Noorwegen 74 Nog 57 toestellen in dienst. Uitfasering voorzien in 2016-
2020.
Pakistan 40
Portugal 45 Gedeeltelijk overgenomen van de Verenigde Staten
Singapore 8 Geen toestellen meer in dienst
Taiwan 150
Thailand 62 Gedeeltelijk overgenomen van Singapore
Venezuela 24
Verenigde Staten 795 Vrijwel alle toestellen buiten dienst
Pagina 16/17
Ministerie van Defensie
Pagina 17/17
---- --