Voedsel en Waren Autoriteit
Toelichting op praktijkrichtlijnen voor veiligheidsbeugels van attractietoestellen

02 april 2009 - nieuwsbericht

Op de website van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is een toelichting op het document Praktijkrichtlijnen voor veiligheidsbeugels van attractietoestellen gepubliceerd. De praktijkrichtlijnen - die op 23 januari 2008 op de website van de VWA zijn gepubliceerd - zijn bedoeld als nadere invulling van de norm en verduidelijking voor de aangewezen instellingen tijdens de keuringen. De praktijkrichtlijnen maken daarmee deel uit van de keuringen. Uit de ervaringen van de aangewezen instellingen bleek een toelichting wenselijk. Deze toelichting maakt voor aangewezen instellingen duidelijk op welke manier uniform uitvoering wordt gegeven aan de praktijkrichtlijnen veiligheidsbeugels. Voor eigenaren van een attractietoestel wordt duidelijk welke verantwoordelijkheid zij daarbij hebben.

Toelichting:

Sinds 1 januari 2009 zijn de Praktijkrichtlijnen Veiligheidsbeugels van kracht. Uit een gesprek dat de VWA op 5
februari 2009 met de kermisbonden BOVAK en NKB heeft gevoerd, bleek dat naleving van de praktijkrichtlijn
veiligheidsbeugels over het algemeen geen problemen vormt. Wel bestaat er onduidelijkheid over de benodigde
aanpassingen aan de Polyp. De VWA heeft naar aanleiding van dit overleg toegezegd de onduidelijkheden met
de Polyp onder de aandacht te brengen van de aangewezen instellingen. Op 27 februari 2009 is er daarom een
overleg geweest tussen de AKI's, in aanwezigheid van de VWA. Het overleg heeft geleid tot deze toelichting.
De praktijkrichtlijnen stellen onder andere dat het risico moet worden vermeden worden dat passagiers onder of
boven de stang uit het toestel geslingerd kunnen worden. Het gaat hierbij om toestellen waarvan de passagier in
plotseling wisselende richtingen versnellingen ondervindt, waaronder de Breakdance, de Polyp, Technodance en
dergelijke. De praktijkrichtlijnen geven daarbij aan met welke voorzieningen het risico van onder de stang door
glijden kan worden vermeden. Ook wordt de opmerking gemaakt dat er van de voorgestelde voorzieningen kan
worden afgeweken als in een bepaalde situatie kan worden aangetoond dat een alternatief ook voldoende
veiligheid biedt. Het kan dus ook zo zijn dat aanpassingen aan het toestel niet nodig zijn omdat het risico van
onder de stang glijden minimaal is. Dit risico hangt onder andere af van de combinatie van optredende gkrachten,
de geometrie van de zitting, en de maximale draaisnelheden.
Polypen moeten in principe worden aangepast. In enkele gevallen kan het zo zijn dat aanpassingen niet nodig
zijn omdat het risico van onder de stang glijden minimaal is.
Door de aangewezen instelling kan dus beoordeeld worden dat een toestel niet hoeft te worden aangepast naar
aanleiding van de praktijkrichtlijnen. De gegevens die voor deze beoordeling nodig zijn, worden door de
exploitant aangeleverd. De benodigde gegevens bestaan uit:
- rapportage van metingen van optredende g-krachten;
- geometrie van de zitting: afmetingen, zithelling en stroefheid, afstand tussen stang en zitting, et cetera;
- wijze waarop de maximale draaisnelheden worden geborgd.
Aangezien niet alle toestellen hetzelfde zijn kan eventuele andere data door de aangewezen instelling nodig
worden geacht voor een beoordeling. Ook bepaalt de AKI aan welke eisen de g-metingen moeten voldoen voor
een juiste beoordeling.
De discussie die is ontstaan gaat met name over de Polyp, maar deze toelichting geldt voor alle toestellen.
Afgesproken is dat de aangewezen instelling iedere beoordeling van deze gegevens zal voorleggen aan zijn
collega aangewezen instelling. De aangewezen instellingen zorgen zo voor een gezamenlijk standpunt wat
betreft vereiste aanpassingen, dat door alle aangewezen instellingen wordt gedragen.