Nederlandsch Octrooibureau

gezondheidsclaims aan banden Â

Voedings- en gezondheidsclaims aan banden

Meer en meer Europeanen zijn zich bewust van slechte voedingspatronen en eetgewoonten. Dit bewijst de gretige aftrek van de zogenaamde functionele voedingsmiddelen zoals een chocoladereep met extra vezels of brood dat omega 3 vetzuren bevat. Deze producten met voedings- en gezondheidsclaims nemen gretig aftrek. En omdat men vaak niet stilstaat bij de samenstelling van het product, lijken voedings- en gezondheidsclaims een ideaal marketinginstrument. Een Europese verordening maakt het er niet gemakkelijker op.

Europese Commissie
De Europese Commissie wil met een speciale verordening (zie kader) de misleiding van onterechte voedings- en gezondheidsclaims aan banden leggen en de consument beschermen. Tegelijkertijd wil de Europese Commissie wel gezonde voeding en de innovatie op dit gebied stimuleren. Maar investeringen die producenten doen om daadwerkelijk functionele voeding te ontwikkelen, moeten ook worden terugverdiend. Een voedings- en/of gezondheidsclaim invoeren, is hierbij een voor de hand liggend middel. De verordening heft de verschillen in de nationale wetgevingen op en laat op die manier de interne markt zijn werk doen door gelijke concurrentievoorwaarden te scheppen. De vraag is nu of deze verordening zijn doel kan bereiken. Want hoe interessant is het nog voor bedrijven om te investeren in voedsel- en gezondheidsclaims?

Het wettelijke kader
Het is belangrijk om te weten wat de verordening onder het woord claim verstaat. Een claim is: âiedere boodschap of aanduiding die niet verplicht is op grond van communautaire of nationale wetgeving, met inbegrip van illustraties, grafische voorstellingen of symbolen, ongeacht de vorm, waarmee gesteld, de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een
levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft.â Niet alleen gezondheidsclaims met woorden vallen dus onder deze verordening, maar ook beeldelementen zoals een kloppend hart. De verordening maakt vervolgens een onderscheid tussen voedings- en gezondheidsclaims. âVan een voedingsclaim is sprake wanneer een claim stelt, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde heilzame voedingseigenschappen heeft die zijn toe te schrijven aan de energetische waarde die het product al dan niet (in verlaagde of verhoogde mate) levert, dan wel aan de nutriënten of andere stoffen die het al dan niet (in verlaagde of verhoogde mate) bevat.â Denk bijvoorbeeld aan de kreten âboordevol bouwstoffenâ of âverrijkt met goede vetten omega 3 & 6. âVan een gezondheidsclaim is sprake indien de claim de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een
levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid. Bijvoorbeeld: âhelpt hart en bloedvaten gezond houdenâ.

Beginselen, vereisten en regels
Of het nu een voedings- of een gezondheidsclaim betreft, de verordening stelt dat de claims de volgende beginselen in acht moeten nemen:

⢠claims mogen niet misleidend of dubbelzinnig zijn; ⢠claims mogen geen twijfel zaaien over de
veiligheid van andere voedingsmiddelen;
⢠claims mogen geen overmatige consumptie
bevorderen;
⢠claims mogen niet de suggestie wekken dat goed en variërend eten onvoldoende zou zijn;
⢠claims mogen geen angst inboezemen;
⢠claims mogen alleen worden gemaakt indien de aan- of afwezigheid van een bepaalde stof ook
daadwerkelijk een positief effect heeft;
de hoeveelheid van de aanwezige stof moet ook
daadwerkelijk het geclaimde effect kunnen sorteren. Hierbij moet rekening worden gehouden met de
gemiddelde hoeveelheid die een consument van dit product eet;

⢠hieruit vloeit voort dat de stof in een door het menselijk lichaam op te nemen vorm in het
product aanwezig is;
⢠claims moeten begrijpelijk zijn voor de
gemiddelde consument en
⢠claims moeten wetenschappelijk zijn
onderbouwd.

Specifieke eisen
Naast deze beginselen kent de verordening ook nog specifieke vereisten waaraan de claims moeten voldoen. Voor de voedingsclaims geldt dat zij alleen zijn toegestaan als zij op de lijst van claims staan die is toegevoegd aan de verordening. Deze lijst schrijft voor wat producten mogen bevatten aan maximale of minimale waarde van een bepaalde stof. Zo moet in een levensmiddel dat de claim âbron van eiwittenâ bevat minimaal 12% van de energetische waarde van het levensmiddel worden geleverd door eiwitten. De lijst met vereisten kan worden uitgebreid op verzoek van de individuele lidstaten.

Voor gezondheidsclaims gelden wat meer specifieke regels. Zo worden de volgende claims uitgesloten:
⢠claims die insinueren dat het niet eten van het levensmiddel schadelijk voor de gezondheid zou
kunnen zijn;
⢠claims die verwijzen naar een mate van
gewichtsverlies;
⢠claims die een verwijzing bevatten naar
meningen van individuele artsen.

Daarnaast moet het etiket of de reclame over het product vermelden dat het belangrijk is gevarieerd en evenwichtig te eten en een gezonde levensstijl na te streven. Welke hoeveelheid van het product is nodig voor het beoogde effect? Ook moet duidelijk
zijn welke mensen het gebruik van het levensmiddel beter kunnen vermijden. En indien van toepassing, moet tegen overmatig gebruik worden gewaarschuwd.

Vergunningen gezondheidsclaims
De gezondheidsclaims zijn verdeeld in drie categorieën. Zo zijn er generieke gezondheidsclaims, claims op het gebied van ziekterisicobeperking en kinderclaims. Voor deze laatste twee categorieën geldt een vergunningstelsel. Dit betekent dat de Europese Commissie geen generieke lijst opstelt, maar dat producenten individueel een vergunning aanvragen. Als een vergunning is verleend, dan staat de claim wel weer open voor gebruik door derden, mits deze zich houdt aan de eerder gestelde voorwaarden.

Voedselprofiel
Levensmiddelen met claim moeten binnen een voedselprofiel vallen dat de voedingswaarde van een product beschrijft. Deze combinatie komt voort uit het idee dat een product met een claim ook past binnen een gezonde voeding. Zonder het voedselprofiel zouden producten een terechte claim kunnen hebben, terwijl de rest van de voedingswaarde in het product ongezond zou zijn.

Intellectuele Eigendom
De verordening kent ook specifieke regelingen die effect hebben op intellectuele eigendom. Voor bestaande merken die een claim in zich dragen, is het belangrijk om te weten of de claim op de generieke lijsten voorkomt. Is dit het geval, dan kan de merkhouder het merk handhaven. Is dit echter niet het geval, dan zal de merkhouder op basis van de overgangsregels moeten bepalen tot wanneer hij het merk kan handhaven. Dit is een zeer onzekere situatie voor de producenten in de voedingsmiddelenindustrie. Zij moeten ook de beeldmerken in de overweging meenemen, want die kunnen eveneens onder de verordening vallen.

Toekomstige merken
Hoe te handelen bij toekomstige merken? Producenten en hun adviseurs moeten extra alert zijn. Bevat het merk een claim in woord of beeld? Zo ja, controleer dan of het product aan de gestelde voorwaarden voldoet. Registratie van merken die een claim in zich dragen, is mogelijk. Echter, de vraag is of producenten dit moeten willen. Het verdient aanbeveling in ieder geval een claim van de bestaande lijst te incorporeren. Immers, indien er een vergunning moet worden aangevraagd. Lijkt toestemming voor het gebruik van het merk ver weg. Het wachten op een vergunning kan echter wel een geldige reden zijn voor niet-gebruik van het merk, waardoor de merkinschrijving in ieder geval niet vatbaar is voor verval. Maar hopelijk neemt het verlenen van vergunning geen vijf jaar in beslag.

Know how
Bij het indienen van een verzoek tot afgifte van vergunning voor ziekterisicoreductie- en/of kinderclaim, bevat de verordening ook een regeling die het mogelijk maakt om overlegde onderzoeksgegevens vijf jaar lang te beschermen vanaf de datum van de vergunningverlening. Dit biedt ondersteuning bij het geheimhouden van belangrijke knowhow.

Octrooien en claims
Wat te doen als het verzoek tot afgifte van vergunning is gebaseerd op gegevens die onder een octrooi vallen? Is het dan mogelijk de claim exclusief voor de producent te houden? Dit hangt af van de uitleg van de claim. Valt de uitleg onder het octrooi, dan lijkt exclusiviteit verkregen. Is echter de bewoording ook op ander wijze te bereiken, dan is de claim ook door een derde te gebruiken. In dat geval moet de producent zich afvragen of hij wel tot het gebruik van een claim wil overgaan, of dat hij de exclusiviteit op een andere manier wil communiceren.

Resultaat van de verordening
Het bestaan van veel regels pleit niet voor resultaat en eenvormigheid. Is het dan nog wel interessant voor producenten om energie te steken in innovatie? Het verschil tussen voedings- en gezondheidsclaims is niet altijd even goed vast te stellen, laat staan het onderscheid binnen de gezondheidsclaims. Een andere bron van rechtsonzekerheid kan ook
ontstaan doordat de naleving op nationaal niveau is geregeld. Hoe zullen de verantwoordelijke autoriteiten de naleving uitvoeren en welke verschillen ontstaan hierdoor tussen de lidstaten?

Overgangsregelingen
Naast het wettelijke kader is er ook een set overgangsregelingen. Voor de producent is het soms moeilijk deze overgangregelingen te beoordelen of toe te passen. Onder andere omdat essentiële informatie zoals de voedselprofielen en de lijsten met claims nog niet zijn vastgesteld. De termijnen die de verordening noemt, worden naar alle waarschijnlijkheid ook niet gehaald. Dit komt door de hoeveelheid aanvragen en de beperkte capaciteit van de autoriteiten. Hierdoor ontstaat een zeer onzekere positie voor producenten die een claim gebruiken. Met als mogelijk effect het meerdere malen moeten aanpassen van verpakkingen.

Nadelig effect
De verordening werkt ook stagnerend op de ontwikkeling en innovatie van nieuwe producten. De grote vraag is steeds of nieuwe ontwikkelingen onder de bestaande claims vallen. Zo niet, wordt dan de aanvraag voor een claim toegestaan? En hoe lang laat de vereiste toestemming op zich wachten? Wanneer de claim niet wordt toegestaan en niet kan worden gevoerd, heeft dit een nadelig effect op de commerciële waarde van het product. Een ander effect is dat wetenschappelijk onderzoek
voor toekomstige producten zeer moeilijk te plannen is. Ook is de Return Of Investment (ROI) moeilijk te voorspellen. Want lukt het wel een claim te voeren voor een innoverend product, dan staat het een ieder vrij dezelfde claim te gebruiken, mits wordt voldaan aan de voorwaarden. Een ander punt is dat de procedures openbaar zijn. Concurrenten zullen proberen met andere marktinstrumenten de markt te veroveren.

Wat merkt de consument?
Aannemelijk is dat de doelen van de verordening niet worden bereikt. De verordening zal eerder stagnerend dan stimulerend op innovatie werken. Wellicht is het resultaat wel dat de voedselclaims in de toekomst meer informatief zullen zijn voor de consumenten.