European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|6854/09 (Presse 50)                                                        |
|(OR. en)                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2930e zitting van de Raad                                                  |
|Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken       |
|Brussel, 9 maart 2009                                                      |
|Voorzitter Petr NE?AS                                                      |
|viceminister-president en minister van Arbeid en Sociale Zaken van de      |
|Tsjechische Republiek                                                      |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over de huidige financiële en |
|economische crisis en kernboodschappen aangenomen op het gebied van        |
|werkgelegenheid en sociaal beleid; deze kernboodschappen zullen in de      |
|conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad worden         |
|verwerkt.                                                                  |
|De Raad heeft de gezamenlijke verslagen 2008/2009 over werkgelegenheid en  |
|over sociale bescherming en sociale insluiting aangenomen, en politieke    |
|overeenstemming bereikt over een aanbeveling van de Raad inzake de         |
|actualisering voor 2009 van de globale richtsnoeren voor het economisch    |
|beleid en inzake de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de|
|lidstaten, alsmede over een algemene oriëntatie betreffende de richtsnoeren|
|voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten als onderdeel van de      |
|geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid.                  |
|Voorts heeft de Raad conclusies aangenomen over nieuwe vaardigheden voor   |
|nieuwe banen: anticipatie op en onderlinge afstemming van arbeidsmarkt- en |
|vaardigheidsbehoeften alsmede over de beroeps- en geografische mobiliteit  |
|van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers binnen de Europese  |
|Unie.                                                                      |
INHOUD1

DEELNEMERS 4

BESPROKEN PUNTEN

Voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad 6

Voorstel tot wijziging van de verordening over het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering 18

Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen - Conclusies van de Raad 19

Mobiliteit van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers - Conclusies van de Raad 19

Veiligheid en gezondheid op het werk van zwangere werkneemsters 20

DIVERSEN 22

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Schengen - begroting voor 2009 24

VERVOER

Gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart - regelgevingsprocedure met toetsing 24

ENERGIE

Eisen inzake ecologisch ontwerp voor lampen voor huishoudelijk gebruik - regelgevingsprocedure met toetsing 24

HANDELSBELEID

Antidumpingmaatregelen - handpallettrucks en kunststof zakken uit Azië 25

SOCIALE ZAKEN

Arbeidstijdrichtlijn 25

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
mevrouw Joëlle MILQUET vice- eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen

Bulgarije:
mevrouw Emilia Radkova MASLAROVA minister van Arbeid en Sociale Zaken

Tsjechië:
de heer Petr NE?AS viceminister- president en minister van Arbeid en Sociale Zaken de heer Michal SEDLÁ?EK viceminister van Europese Zaken

Denemarken:
de heer Claus Hjort FREDERIKSEN minister van Werkgelegenheid

Duitsland:
mevrouw Ursula VON DER LEYEN minister van Gezins- en Ouderenbeleid, Vrouwen- en Jeugdzaken de heer Günther HORZETZKY staatssecretaris, ministerie van Arbeid en Sociale Zaken

Estland:
de heer Hanno PEVKUR minister van Sociale Zaken

Ierland:
mevrouw May HANAFIN minister van Sociale Zaken en Gezinszaken de heer Billy KELLEHER onderminister, ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid (belast met Arbeidsvraagstukken)

Griekenland:
mevrouw Fani PALLI-PETRALIA minister van Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid

Spanje:
de heer Celestino CORBACHO CHAVES minister van Arbeid en Immigratie

Frankrijk:
de heer Philippe LEGLISE-COSTA plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Italië:
de heer Pasquale VIESPOLI staatssecretaris van Arbeid, Volksgezondheid en Sociaal Beleid

Cyprus:
mevrouw Sotiroulla CHARALAMBOUS minister van Arbeid en Sociale Zekerheid

Letland:
mevrouw Iveta PURNE minister van Welzijn

Litouwen:
de heer Rimantas Jonas DAGYS minister van Sociale Zekerheid en Arbeid

Luxemburg:
mevrouw Marie-Josée JACOBS minister van Gezinszaken en Integratie, minister van Gelijke Kansen
de heer François BILTGEN minister van Arbeid en Werkgelegenheid, minister van Cultuur, Hoger Onderwijs en Onderzoek, minister van Eredienst

Hongarije:
mevrouw Ágnes VARGHA plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Malta:
de heer John DALLI minister van Sociaal Beleid

Nederland:
de heer Peter W. KOK plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Oostenrijk:
de heer Rudolf HUNDSTORFER minister van Arbeid, Sociale Zaken en Consumentenbescherming

Polen:
de heer Radoslaw MLECZKO onderstaatssecretaris, ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid

Portugal:
de heer José VIEIRA DA SILVA minister van Arbeid en Sociale Solidariteit

Roemenië:
de heer Marius LAZÃR staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Gezin en Sociale Zekerheid

Slovenië:
de heer Ivan SVETLIK minister van Arbeid, Gezin en Sociale Zaken

Slowakije:
de heer Peter JAVORCÍC plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Finland:
mevrouw Katariina POSKIPARTA staatssecretaris, ministerie van Werkgelegenheid en Economische Zaken

Zweden:
de heer Sven Otto LITTORIN minister van Werkgelegenheid

Verenigd Koninkrijk:
de heer Pat McFADDEN onderminister van Arbeidsverhoudingen en Postdiensten de heer Jonathan SHAW staatssecretaris van Gehandicaptenbeleid en minister voor het Zuid-Oosten

Commissie:
de heer Vladimir ?PIDLA lid

Andere deelnemers:
de heer Aurelio FERNANDEZ LOPES voorzitter van het Europees Comité voor sociale bescherming de heer Bruno COQUET vice- voorzitter van het Comité voor de werkgelegenheid

BESPROKEN PUNTEN

Voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad

De Raad heeft een openbaar oriënterend debat gehouden over de huidige financiële en economische crisis, en met name de effecten ervan op de werkgelegenheid, als voorbereiding op de voorjaarsbijeenkomst van de EU in 2009, op basis van door het voorzitterschap voorgestelde vragen (6690/09).

Tegen de achtergrond van de snel verslechterende perspectieven op de arbeidsmarkten in de EU zijn de lidstaten overeengekomen dat goed getimede, tijdelijke, gerichte maatregelen nodig zijn om de werkgelegenheid te stimuleren en om banenverlies zoveel mogelijk te voorkomen en de sociale consequenties daarvan te beperken.

De ministers waren van mening dat mensen helpen om hun baan te behouden, bijvoorbeeld door tijdelijk werk te introduceren, en werklozen bijstaan bij het vinden van een nieuwe baan in de huidige economische situatie van cruciaal belang is. Voorts waren de ministers van mening dat de inspanningen met name op de meest kwetsbaren moeten worden gericht, zoals laaggekwalificeerden en werknemers met een laag inkomen. Zij onderstreepten dat moet worden vastgehouden aan de beginselen van flexizekerheid, maar waarschuwden ook dat flexizekerheid niet door ondermijning van sociale rechten mag worden misbruikt.

De lidstaten deelden echter ook de mening dat de huidige crisis de gelegenheid biedt om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar te doen aansluiten. De ministers achtten het in dit verband van belang om maatregelen in verband met de opleiding te versterken (bijvoorbeeld door het Europees Sociaal Fonds te gebruiken, of voor deeltijdwerknemers), met name in sectoren met een verondersteld banenscheppend vermogen, zoals milieuvriendelijke technologieën.

Alle lidstaten kwamen overeen dat de kortetermijnmaatregelen volledig in overeenstemming moeten zijn met de langetermijndoelstellingen van de Lissabonstrategie. Ondanks de behoefte aan kortetermijnmaatregelen moet de arbeidsmarkt verder worden hervormd. In deze context beklemtoonden sommige delegaties dat de langetermijnhoudbaarheid van de openbare financiën moet worden gegarandeerd.

Voorts deelden de delegaties hun ervaringen, lichtten zij hun eigen herstelmaatregelen toe en riepen zij ertoe op deze maatregelen op EU-niveau te coördineren. Zij wezen alle pogingen om van de crisis gebruik te maken om nationalistische en protectionistische maatregelen te nemen, krachtig van de hand.

Verscheidene delegaties benadrukten dat het van belang is de regels van het Europees Sociaal Fonds en het Europees fonds voor aanpassing aan de mondialisering snel te wijzigen om die middelen vlotter te kunnen inzetten en ten volle te kunnen benutten.

Alle lidstaten waren verheugd dat de informele Europese werkgelegenheidstop op 7 mei in Praag de gelegenheid biedt om verder de balans op te maken van de ontwikkelingen op werkgelegenheids- en sociaal gebied.

Kernboodschappen

De Raad heeft de volgende kernboodschappen op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid aangenomen en besloten deze als de bijdrage van de Raad EPSCO over te brengen aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad:

"De Raad EPSCO legt de volgende kernboodschappen voor aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad:

Werkgelegenheid en sociaal beleid in tijden van economische crisis

De economische en financiële crisis komt hard aan en noopt ertoe dringend actie te ondernemen.

De Lissabonstrategie heeft tot succesvolle hervormingen geleid, maar er rest nog veel te doen. De EU wordt thans geconfronteerd met een recessie zonder weerga die zou kunnen leiden tot 6 miljoen extra werklozen in 2010, en die ernstige sociale gevolgen zou kunnen hebben voor huishoudens en particulieren. In veel lidstaten kunnen bedrijven dankzij een toegenomen flexibiliteit nu snel hun productiecapaciteiten aanpassen. Maar de snel stijgende werkloosheid is een grote bron van ongerustheid voor de burgers van de EU: er zijn goed getimede, tijdelijke, gerichte maatregelen nodig om de werkgelegenheid te stimuleren en om banenverlies en sociale consequenties te voorkomen en te beperken.

Voor het herwinnen en versterken van vertrouwen en om bij te dragen aan herstel is het van cruciaal belang dat solidariteit het uitgangspunt is en dat de socialezekerheidsstelsels ten volle hun rol als automatische stabilisator kunnen vervullen. Bijzondere aandacht dient hierbij te worden besteed aan de meest kwetsbare groepen en aan nieuwe risico's van uitsluiting.

Er moet nauwer worden gecoördineerd tussen maatregelen op het gebied van economisch, werkgelegenheids- en sociaal beleid, met inachtneming van de territoriale dimensie, teneinde ervoor te zorgen dat zij elkaar wederzijds versterken en dat de in het kader van de nationale herstelpakketten voorgestelde begrotingsinspanningen een onmiddellijk effect hebben op de arbeidsmarkten en op de sociale samenhang. Voor een krachtige op EU-niveau gecoördineerde respons in het kader van het Europees economisch herstelplan dient gebruik te worden gemaakt van alle beschikbare instrumenten, waaronder de communautaire middelen, en moeten de strategieën inzake groei, werkgelegenheid, sociale integratie en sociale bescherming daar volledig in worden geïntegreerd. Het is van fundamenteel belang alle relevante economische en maatschappelijke actoren daar rechtstreeks bij te betrekken, om te bewerkstelligen dat de beleidsmaatregelen effectief worden uitgevoerd.

Deze crisis vereist dat zowel de werkgelegenheid als de sociale ontwikkelingen nauwkeurig in het oog worden gehouden om de omvang van de crisis beter te kunnen inschatten en snel passende maatregelen te kunnen nemen.

Directe reacties op de crisis moeten stroken met de doelstellingen op langere termijn en met gezonde overheidsfinanciën. Zij moeten de uitvoering van de hervormingsagenda voor een concurrerender, sterker, billijker en groener Europa verder vooruithelpen. De Raad stelt nogmaals met klem dat het door de geïntegreerde richtsnoeren binnen de huidige cyclus van de Lissabonstrategie geboden politieke kader deugdelijk is en stabiel moet blijven. Passende landenspecifieke aanbevelingen zijn een nuttig instrument om de aandacht gericht te houden op de hervormingstoezeggingen. Er is meer inzet geboden voor een snellere verwezenlijking van de gemeenschappelijke sociale doelstellingen en er moet verder worden gewerkt aan een positieve wisselwerking tussen de beide beleidskaders.

De Lissabonstrategie heeft aanzienlijk bijgedragen tot groei en meer en betere banen. Geen van de algemene doelen daarvan zijn echter nog volledig gehaald. Er blijven zich gevallen van ongelijkheid en uitsluiting voordoen die de sociale samenhang aantasten. De hervormingen en de beleidsmix die nodig zijn wil de EU een oplossing vinden voor de langetermijnproblemen op economisch, financieel, werkgelegenheids- en sociaal vlak, moeten samenhangender zijn en elkaar meer versterken. Die eisen moeten prominent aanwezig zijn in de vaststelling van de hervormingsdoelen van de EU op lange termijn.

De werkloosheid voorkomen en aanpakken en tegelijkertijd de arbeidsmarkthervormingen volgens schema doorvoeren

De Raad uit zijn waardering voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, voor de mededelingen in verband met groei en banen en in het bijzonder voor het "nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen"-initiatief van de Commissie. Om de stijgende werkloosheid tegen te gaan en tegelijkertijd het langetermijnbeleid te kunnen blijven uitvoeren, worden de lidstaten ertoe opgeroepen onmiddellijke prioriteit te geven aan:

Ondersteuning van de toegang tot banen en vergemakkelijking van de overgang binnen en naar de arbeidsmarkt teneinde perioden van werkloosheid zo kort mogelijk te houden en de arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen te vergroten. De gemeenschappelijke beginselen inzake flexizekerheid bieden in dit verband een nuttige aanzet voor een verdere modernisering van de arbeidsmarkten. Zij verhogen het vermogen om economische schokken beter op te vangen, het banenaanbod zowel kwantitatief als kwalitatief te verbeteren, de socialezekerheidsstelsels te moderniseren, en werk en privéleven beter op elkaar af te stemmen.

Verbetering van de toegang tot opleiding en actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van werklozen, werknemers die hun baan dreigen te verliezen en andere kwetsbare groepen, opdat zij actief blijven, hun inzetbaarheid verbeteren en klaar kunnen staan om nieuwe arbeidskansen aan te grijpen zodra er herstel intreedt. Strategieën voor een leven lang leren moeten bijdragen tot betere vaardigheden gedurende het hele leven teneinde het aanpassingsvermogen van werknemers te vergroten en arbeidsmobiliteit in de hand te werken. Investeringen ter ondersteuning van open en doelmatige onderwijs- en opleidingsstelsels van hoge kwaliteit moeten bijdragen tot betere vaardigheden en bekwaamheden die in de toekomst noodzakelijk zijn.

Verbetering van het anticiperend vermogen en het afstemmen van vaardigheden op de behoeften van de arbeidsmarkt teneinde de overgang naar nieuwe economische activiteiten die de vraag naar arbeidskrachten aanwakkeren, gemakkelijker te maken. De onderwijs- en opleidingsinstellingen en de overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening, die in dit verband een sleutelrol vervullen, moeten verder worden gemoderniseerd teneinde hun werkmethoden en efficiëntie te verbeteren en te voorzien in loopbaanbegeleiding voor het hele leven voor degenen die daaraan behoefte hebben.

Ondersteuning van de werkgelegenheid en het scheppen van banen door maatregelen om de economie te stabiliseren, de overgang naar een koolstofarme economie te bevorderen en de investeringen in onderzoek en ontwikkeling en snel groeiende sectoren op te voeren. Er moet prioriteit worden gegeven aan investeringen in de publieke infrastructuur waardoor de structuur van de economie kan worden versterkt en er snel nieuwe banen kunnen worden geschapen. Een verlaging van de indirecte loonkosten zou ook in overweging kunnen worden genomen. Interne flexizekerheid voor het in stand houden van banen in gezonde bedrijven en sectoren kan de instroom in de werkloosheid helpen beperken, maar tegelijkertijd moet erop worden toegezien dat bedrijven hun vaardighedenreservoir op peil houden voor wanneer er economisch herstel intreedt.

Vermijden van maatregelen die mensen ertoe aanzetten de arbeidsmarkt voortijdig te verlaten, zoals regelingen voor vervroegde uittreding of leeftijdsplafonds voor opleidingsmogelijkheden, teneinde arbeidsmarktdeelname in stand te houden en te doen toenemen.

In het licht van deze prioriteiten zal de Raad er alles aan doen om de werkloosheidsgroei te beperken en toename van langdurige werkloosheid te voorkomen. Hij verzoekt het Comité voor de werkgelegenheid om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt verder na te speuren op tekenen van herstel. Gelet op het feit dat de Europese werkgelegenheidsstrategie in het leven is geroepen om de ernstige problemen van de hoge werkloosheid en de lage arbeidsparticipatiegraad in de EU aan te pakken, wordt het comité tevens verzocht de balans op te maken van de lering die getrokken is uit de ervaringen sinds 2000 en uit die van de huidige crisis, en zich te beraden op de werkgelegenheidsuitdagingen na 2010.

Versterkte inzet voor de doelstellingen van sociale integratie en sociale bescherming

De Raad is verheugd over het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie. Naarmate het eindjaar van de Lissabonstrategie van 2000 naderbij komt en gezien de huidige economische context, is des te meer een krachtige politieke inzet geboden om - met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten - de gemeenschappelijke doelstellingen van sociale bescherming en sociale integratie te verwezenlijken. Dat zal kracht worden bijgezet door het Europees Jaar 2010 van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Tegen die achtergrond zouden de lidstaten in het bijzonder streven naar het volgende:

Armoedebestrijding en bevordering van de sociale samenhang door versterkte alomvattende strategieën ter bestrijding en voorkoming van armoede en sociale uitsluiting van kinderen, onder meer door het verschaffen van toegankelijke, betaalbare en goede kinderopvang, en van personen met een handicap, van het ontstaan van nieuwe groepen die riskeren te worden uitgesloten, zoals jongeren, en van nieuwe risicosituaties, zoals een overmatige schuldenlast. Ook moet er krachtig worden gewerkt aan het aanpakken van de buitengewoon ernstige vorm van uitsluiting waardoor daklozen worden getroffen, aan de meervoudige achterstelling van de Roma en hun kwetsbaarheid voor sociale uitsluiting, en aan het bevorderen van de sociale integratie van migranten. Evenwichtige en alomvattende strategieën voor actieve integratie hebben tot doel om degenen die op basis van hun omstandigheden arbeidsgeschikt zijn, in staat te stellen (opnieuw) aan het werk te gaan of te blijven, en om passende steun te bieden aan en de sociale participatie te faciliteren van degenen die niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Samen met een evenwichtige toepassing van de beginselen inzake flexizekerheid, zijn deze strategieën, die maatregelen omvatten waarbij wordt gestreefd naar inclusieve arbeidsmarkten, naar toegang tot kwalitatief hoogwaardige diensten en naar adequate inkomenssteun, in de huidige economische context des te noodzakelijker.

Aanpakken van de langetermijntoereikendheid en langetermijnhoudbaarheid van pensioenstelsels door middel van passende hervormingen, onder meer door verwezenlijking van het Lissabondoel van een arbeidsparticipatiegraad van oudere werknemers van 50% en verbetering van de positie van personen met een laag inkomen, ook bij economische terugval. De huidige economische context maakt duidelijk dat bepaalde punten in verband met het concept van de stelsels, zoals beleggingsrisico's, de uitbetalingsfase en de dekking, opnieuw moeten worden bezien.

Verbetering van de doelmatigheid van de gezondheidszorgstelsels en terugdringing van ongelijkheden op gezondheidsgebied door meer aandacht te besteden aan de eerstelijnszorg, preventie, stimulering, kwaliteit en veiligheid, betere coördinatie en een effectief middelengebruik, waaronder e-gezondheid, met name met inachtneming van de budgettaire en personele beperkingen.

Het bieden van kwaliteit op het gebied van langdurige zorg, teneinde gezond en waardig ouder worden mogelijk te maken, door een solide financiële basis te verschaffen, de zorgcoördinatie te verbeteren, mede tussen gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, en te zorgen voor de beschikbaarheid van geschoold personeel. Ook is het noodzakelijk informele verleners van langdurige zorg te ondersteunen, en actief ouder worden te blijven bevorderen.

De sociale gevolgen van de crisis worden steeds zichtbaarder, hoezeer de situaties in de lidstaten ook verschillen. Zoals blijkt uit de gegevensuitwisseling door het Comité voor sociale bescherming nemen de lidstaten niet alleen arbeidsmarktmaatregelen maar ook diverse inkomensondersteunende maatregelen om de directe gevolgen van de financiële crisis voor huishoudens en particulieren te verlichten, en investeren zij in sociale en gezondheidsinfrastructuur. De Raad verzoekt het Comité voor sociale bescherming voort te gaan met de monitoring van de sociale gevolgen van de economische crisis alsook van de beleidsmaatregelen die zijn getroffen of gepland om die gevolgen te verzachten of te beperken.

Gezien de huidige context en gelet op het vooruitzicht van de periode na 2010 zou de essentiële rol van de open coördinatiemethode op sociaal gebied verder kunnen worden versterkt door sociale overwegingen op andere beleidsterreinen te integreren middels het vergroten van de sociale dimensie van effectbeoordelingen, door meer aandacht te schenken aan de kwaliteit en de continuïteit van de betrokkenheid van de belanghebbenden en door het vaststellen van nationale streefcijfers op basis van kwantitatieve gegevens, waarbij het besluit om nationale streefcijfers vast te stellen en te definiëren tot de kernbevoegdheden van de lidstaten blijft behoren.

Voortbouwend op de uitvoering van de open coördinatiemethode op sociaal gebied verzoekt de Raad het comité om een bijdrage voor het aanstaande debat over de agenda voor de periode na 2010."

Deze kernboodschappen moeten doorklinken in de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad.

Gezamenlijke verslagen over de werkgelegenheid 2008/2009 en over sociale bescherming 2009

Voorts heeft de Raad de gezamenlijke verslagen 2008/2009 van de Commissie en de Raad over de werkgelegenheid (7435/09), en over sociale bescherming en sociale inclusie (7503/09 + ADD 1) aangenomen en besloten ze aan de Europese Raad te doen toekomen.

In beide verslagen wordt de balans opgemaakt van de gemaakte en nog te maken vorderingen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid.

In hun gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid verheugen de Raad en de Commissie zich over de sterke daling van de werkloosheid sinds 2005 en over het feit dat de economische neergang tot eind 2008 maar een beperkte impact had op de arbeidsmarkt in de EU.

Tegen de achtergrond van de verslechterende perspectieven op de arbeidsmarkt, vragen zij echter om aanvullende maatregelen, zoals ook in het Europees economisch herstelplan werd aangegeven, die ten dele verder gaan dan de plannen uit de nationale hervormingsprogramma's, met name om te voorkomen dat kwetsbare groepen te hard worden getroffen door de economische krimp en om de sociale zekerheid ten volle haar rol als automatische stabilisator te laten spelen.

De Raad en de Commissie verzoeken de lidstaten met name zich meer in te spannen voor de uitvoering van de geïntegreerde
flexizekerheidsbenaderingen, het verbeteren van vaardigheden en een betere aansluiting van de vaardigheden op de arbeidsmarkt. Deze prioriteiten moeten worden gesteund door het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees fonds voor aanpassing aan de mondialisering. Hoewel kortetermijnmaatregelen nodig zijn om de economische neergang af te remmen moeten de lidstaten doorgaan met structurele hervormingen.

Voorts worden de lidstaten door de Raad en de Commissie verzocht alle mogelijke inspanningen te blijven richten op de volgende prioritaire gebieden: meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de socialezekerheidsstelsels moderniseren, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven vergroten en meer gaan investeren in menselijk kapitaal, d.w.z. in beter onderwijs en betere vaardigheden.

Het verslag is bedoeld als bijdrage aan de conclusies van de Europese Raad, waarop het deel over werkgelegenheid van de richtsnoeren voor 2009 gebaseerd zal zijn .

Het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale inclusie behandelt het beleid op het gebied van sociale inclusie, pensioenen, gezondheid en langdurige zorg. Het geeft een overzicht van de kernboodschappen uit de nationale strategische rapporten van de lidstaten, waarin strategieën voor het bevorderen van de gemeenschappelijke sociale doelen van de EU worden uiteengezet en het belang wordt benadrukt van een passend sociaal beleid voor het verlichten van de negatieve sociale gevolgen voor de meest kwetsbaren en het opvangen van het effect van de crisis op de economie als geheel. Het bevat voorts een kort overzicht van de vorderingen bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, en toereikende en betaalbare pensioenen, en bij het waarborgen van gezondheidszorg en langdurige zorg.

Om de Lissabondoelstellingen inzake sociale bescherming en sociale inclusie te bereiken, wordt in het verslag gevraagd om verdere inspanningen en om versterking van de rol van de open coördinatiemethode op sociaal gebied, door het vaststellen van nationale streefcijfers op basis van kwantitatieve gegevens.

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

De Raad heeft een algemene oriëntatie bereikt over een beschikking waarbij de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten in 2009 ongewijzigd worden gelaten (7436/09) , en hij besloot dit document te doen toekomen aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad. Naar verwacht zal de Raad EPSCO, nadat de adviezen van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's zijn ontvangen, in zijn zitting van juni politieke overeenstemming over de werkgelegenheidsrichtsnoeren bereiken.

In 2008 heeft de Raad besloten dat de geïntegreerde richtsnoeren voor 2008- 2010 voor drie jaar geldig zijn, en dat ze in de tussenliggende jaren slechts in zeer beperkte mate mogen worden aangepast. De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vormen tezamen met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid .

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid dragen de volgende titels:

(17) Streven naar een beleid gericht op volledige werkgelegenheid, betere arbeidskwaliteit en -productiviteit en hechtere sociale en territoriale samenhang.

(18) Levensloopbeleid bevorderen.

(19) Arbeidsmarkten toegankelijker, werken aantrekkelijker en arbeid lonend maken voor werkzoekenden, inclusief mensen met een achterstandspositie en inactieven.

(20) Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar afstemmen.

(21) Met gepaste aandacht voor de rol van de sociale partners, flexibiliteit gecombineerd met werkzekerheid bevorderen en segmentering van de arbeidsmarkt verminderen.

(22) Zorgen voor werkgelegenheidsbevorderende arbeidskostenontwikkelingen en loonvaststellingsregelingen.

(23) Investeringen in menselijk kapitaal opvoeren en verbeteren.

(24) Aanpassing van onderwijs- en opleidingssystemen aan de nieuwe kwalificatie-eisen.

Actualisering voor 2009 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en inzake de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Voorts heeft de Raad een politiek akkoord bereikt over een aanbeveling inzake de actualisering voor 2009 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap en inzake de tenuitvoeringlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (6638/09). Dit document zal ter goedkeuring aan de Europese Raad worden toegestuurd en vervolgens formeel door de Raad worden aangenomen.

De geïntegreerde richtsnoeren zelf blijven ongewijzigd, maar de landenspecifieke aanbevelingen zullen worden geactualiseerd om rekening te houden met de beginselen van het Europees economisch herstelplan en met de vorderingen die sedert de aanneming bij de toepassing ervan zijn gemaakt. Iedere lidstaat dient op nationaal niveau maatregelen te nemen langs de in de bijlage van de globale richtsnoeren geschetste lijnen en over de resultaten hiervan verslag uit te brengen in zijn volgende programma in het kader van de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid.

Er is in een aantal specifieke acties voorzien voor de lidstaten die tot de eurozone behoren.

De aanbeveling zal ook met het oog op een politiek akkoord worden voorgelegd aan de Raad ECOFIN van 10 maart.

Verslag 2009 van de Commissie over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen

De Raad heeft nota genomen van het jaarlijkse verslag van de Commissie over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, waarom de Europese Raad in zijn voorjaarsbijeenkomst van 2003 had verzocht (7017/09). Ook dit verslag zal aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad worden toegestuurd.

In dit verslag worden de belangrijkst vorderingen toegelicht op het gebied van gelijkheid tussen vrouwen en mannen in 2008 en worden de opgaven voor de toekomst geschetst, onder meer de voortzetting van de inspanningen om te voldoen aan de doelstellingen van Barcelona over kinderopvangvoorzieningen en de actieve bevordering van een evenwicht in de vertegenwoordiging van vrouwen en mannen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009.

Voorbereiding van de tripartiete sociale top

Als onderdeel van de voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad heeft de Raad nota genomen van de stand van de voorbereiding van de tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid die, voorafgaand aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad, op 19 maart te Brussel zal plaatsvinden.

De ministers hadden de gelegenheid om zich uit te spreken over twee belangrijke punten, de huidige economische situatie in Europa en het Europees economisch herstelplan.

De tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid, die bij Besluit 2003/174/EG is ingesteld, heeft tot taak om op permanente basis de sociale dialoog tussen de Raad, de Commissie en de sociale partners op het hoogste niveau te verzekeren.

De trojka (thans het Tsjechische voorzitterschap en de twee daaropvolgende voorzitterschappen, namelijk het Zweedse en het Spaanse) van de staatshoofden en regeringsleiders en van de ministers van Werkgelegenheid, Commissievoorzitter Barroso, Commissielid ?pidla van Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen, en delegaties van de sociale partners komen vóór iedere voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad bijeen om de onderdelen van de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid te bespreken.

Voorstel tot wijziging van de verordening over het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

De Raad heeft, aan de hand van een verslag van het voorzitterschap (6476/1/09), kennis genomen van de gemaakte vorderingen met betrekking tot een herziening van de verordening betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering als vervat in het voorstel dat de Commissie op 16 december 2008 heeft ingediend.

Diverse lidstaten spraken in hun betoog de wens uit dat zo spoedig mogelijk een akkoord wordt bereikt zodat burgers die door de huidige economische crisis hun baan verliezen, kunnen worden geholpen. Sommige ministers vroegen om de steun beschikbaar te maken zodra gedwongen ontslagen door de werkgever worden aangekondigd.

Ondanks de vooruitgang die tot dusver in de voorbereidende instanties van de Raad is geboekt, is meer discussie nodig, in het bijzonder over de voorgestelde verlaging van het referentiepunt van 1000 tot 500 gedwongen ontslagen, de verhoging van het medefinancieringspercentage van 50% tot 75% en de tijdelijke verruiming van het toepassingsgebied van het Fonds.

Het voorzitterschap vroeg aan het eind van de besprekingen het Comité van permanente vertegenwoordigers om verder te werken, zodat in eerste lezing een akkoord kan worden bereikt met het Parlement, dat naar verwacht begin mei in plenaire vergadering advies zal uitbrengen.

Het Commissievoorstel is onderdeel van het Europees economisch herstelplan. Het voornaamste doel ervan is het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering in staat te stellen vroeger in te grijpen door het referentiepunt te verlagen van 1000 tot 500 gedwongen ontslagen en de aantrekkelijkheid ervan te vergroten door het medefinancieringspercentage voor steun te verhogen van 50% tot 75% en de gebruikstermijn van een financiële bijdrage te verhogen van 12 tot 24 maanden. Om de solidariteit te versterken moet het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering ook op tijdelijke basis steun verlenen aan werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt ten gevolge van de huidige financiële en economische crisis.

Voorgestelde rechtsgrondslag: Artikel 159, lid 3, van het Verdrag; gekwalificeerde meerderheid vereist voor een besluit van de Raad; medebeslissingsprocedure met het Europees Parlement van toepassing.

Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen - Conclusies van de Raad

De Raad heeft conclusies aangenomen over nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: anticipatie op en onderlinge afstemming van arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeften (6479/09).

Die conclusies zijn een vervolg op de mededeling van de Commissie van 16 december 2008 (17537/08).

Het proces "nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen" werd op gang gebracht door de resolutie van de Raad in november 2007 (14806/07).

Mobiliteit van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers - Conclusies van de Raad

De Raad heeft tevens conclusies aangenomen over de beroeps- en geografische mobiliteit van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie (6480/09).

Deze conclusies zijn gebaseerd op de mededeling van de Commissie van 18 november 2008 over het effect van het vrije verkeer van werknemers in de context van de uitbreiding van de EU (16162/08) en op de besprekingen van de ministers van Arbeid tijdens de informele Raad EPSCO in Luha?ovice (Tsjechië) op 22 - 23 januari 2009.

Veiligheid en gezondheid op het werk van zwangere werkneemsters

De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over kernpunten van een voorstel van de Commissie inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie.

Aan de hand van vragen van het voorzitterschap (6573/09), steunde een meerderheid van de lidstaten de verlenging van het zwangerschapsverlof van 14 tot 18 weken. Sommigen stelden voor ook vaders voor dit verlof in aanmerking te laten komen, en wilden rekening houden met de resultaten van de onderhandelingen van de sociale partners over andere vormen van verlof om gezinsredenen.

Een aantal lidstaten wenst het recht te behouden om binnen hun nationale wetgeving te bepalen of een deel van het zwangerschapsverlof vóór de bevalling moet worden opgenomen.

Bepaalde lidstaten toonden zich bezorgd dat een verdere uitbreiding van het zwangerschapsverlof ten koste zou gaan van bredere rechten op ouderschapsverlof en de arbeidsmarktpositie van vrouwen nadelig zou beïnvloeden.

Voorts kwamen lidstaten overeen dat verdere bespreking nodig is over de dubbele rechtsgrondslag van het voorstel, namelijk artikel 137, lid 2 (gezondheid en de veiligheid van werknemers) en artikel 141, lid 3 (gelijke behandeling van mannen en vrouwen) van het Verdrag.

Doel van het Commissievoorstel is de bescherming van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie te verbeteren door de minimumduur van het zwangerschapsverlof te verlengen van 14 tot 18 weken, waarvan ten minste zes weken na de bevalling moeten worden opgenomen. Andere elementen van het voorstel zijn onder meer het beginsel van volledig salaris tijdens die 18 weken, waarbij de lidstaten de mogelijkheid hebben een plafond in te voeren dat niet lager mag zijn dan de ziekte-uitkering; vrouwen krijgen het recht om, na of al tijdens het zwangerschapsverlof, hun werkgever te verzoeken om aanpassing van hun arbeidspatroon en hun werkuren; de werkneemster krijgt het recht terug te keren naar dezelfde of een gelijkwaardige functie.

Het voorstel is onderdeel van het pakket van de Commissie over het evenwicht tussen werk en privé-leven, dat tot doel heeft een betere combinatie van beroeps-, privé- en gezinsleven mogelijk te maken. Andere onderdelen van het pakket zijn gelijke behandeling van zelfstandigen en hun meewerkende echtgenoten (13981/08), een beleidsdocument dat de achtergrond en de context toelicht (13977/08), en een verslag over de vorderingen door EU-landen met betrekking tot de doelstellingen van Barcelona wat opvangfaciliteiten voor kinderen betreft (13978/08).

Voorgestelde rechtsgrondslag: artikel 137, lid 2 (gezondheid en de veiligheid van werknemers) en artikel 141, lid 3 (gelijke behandeling van mannen en vrouwen) van het Verdrag; gekwalificeerde meerderheid vereist voor een besluit van de Raad; medebeslissingsprocedure met het Europees Parlement van toepassing; advies van het Parlement in eerste lezing wordt begin mei 2009 verwacht.

DIVERSEN


1. Mededeling van de Commissie: Bijdrage voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad

Informatie van de Commissie

De ministers werden door Commissielid ?pidla geïnformeerd over de mededeling van de Commissie "Op weg naar Europees herstel", die op 4 maart 2009 werd gepubliceerd als bijdrage voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (7084/09 + ADD1). Dit document is een vervolg op het Europees economisch herstelplan dat eind november werd gepubliceerd (16097/08), en geeft een overzicht van de volgende stappen die de Commissie denkt te nemen om de crisis het hoofd te bieden. Dit behelst een programma tot hervorming van de financiële sector, het formuleren van beginselen om de acties van de lidstaten ter ondersteuning van de economie vorm te geven en enkele oriëntaties om lidstaten te helpen bij het ontwerpen van geschikte en effectieve maatregelen ten gunste van burgers die door de crisis getroffen zijn. Voorts bevat het document enkele ideeën van de Commissie in verband met de werkgelegenheidstop op 7 mei in Praag en de top van de G-20 op 2 april in Londen.

Werkprogramma van het Comité voor de werkgelegenheid 2009

Mondelinge informatie van de voorzitter

De Raad werd door de voorzitter van het werkgelegenheidscomité, Bruno Coquet, geïnformeerd over het werkprogramma van het comité voor 2009 .

Werkprogramma van het Comité voor sociale bescherming 2009

Mondelinge informatie van de voorzitter

De Raad werd door de voorzitter van het Comité voor sociale bescherming, Aurelio Fernandez Lopes, geïnformeerd over het werkprogramma van het comité voor 2009 .

Conferenties van het voorzitterschap:

i) "Parental Childcare and Employment Policy: Collision or Complementarity"

De Raad heeft kennis genomen van een nota van het voorzitterschap waarin de resultaten zijn verwerkt van de conferentie "Parental Childcare and Employment Policy: Collision or Complementarity" (7078/09) die op 5-6 februari 2009 in Praag heeft plaatsgevonden (http://www.eu2009.cz/event/1/242/).

ii) "Strengthening EU Competitiveness- the Potential of Migrants on the Labour Market"

Daarnaast heeft de Raad kennis genomen van een nota van het voorzitterschap waarin de resultaten zijn verwerkt van de conferentie "Strengthening EU Competitiveness- the Potential of Migrants on the Labour Market" (7079/09) die op 26-27 februari 2009 in Praag heeft plaatsgevonden (http://www.eu2009.cz/event/1/299/).

iii) "EU Enlargement - 5 years after"

Voorts heeft de Raad kennis genomen van een nota van het voorzitterschap waarin de resultaten zijn verwerkt van de conferentie "EU Enlargement - 5 years after" (7080/09) die op 2 maart 2009 in Praag heeft plaatsgevonden (http://www.eu2009.cz/event/1/302/).

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Schengen - begroting voor 2009

De lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben de begroting 2009 voor SISNET (de communicatie-infrastructuur voor de Schengenomgeving) aangenomen (5267/09).

VERVOER

Gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart - regelgevingsprocedure met toetsing

De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van een verordening tot aanvulling van de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 300/2008.

Overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van de EU kan de Raad bezwaar maken tegen de aanneming van wetgevingsbesluiten van de Commissie. Bijgevolg kan de Commissie de verordening vaststellen tenzij het Europees Parlement bezwaar maakt.

ENERGIE

Eisen inzake ecologisch ontwerp voor lampen voor huishoudelijk gebruik
- regelgevingsprocedure met toetsing

De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van de verordening houdende tenuitvoerlegging van Richtlijn 2005/32/EG (PB L 191, 22.7.2005, blz. 29) wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor ongerichte lampen voor huishoudelijk gebruik.

Overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van de EU kan de Raad bezwaar maken tegen de aanneming van wetgevingsbesluiten van de Commissie. Bijgevolg kan de Commissie de verordening vaststellen tenzij het Europees Parlement bezwaar maakt.

HANDELSBELEID

Antidumpingmaatregelen - handpallettrucks en kunststof zakken uit Azië

De Raad heeft verordeningen aangenomen:

tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uit de Volksrepubliek China (6553/09); en

tot wijziging van Verordening nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit China en Thailand en tot staking van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië (6556/09).

SOCIALE ZAKEN

Arbeidstijdrichtlijn

De Raad heeft besloten niet alle amendementen van het Europees Parlement over te nemen en bijgevolg, overeenkomstig artikel 251, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het bemiddelingscomité bijeen te roepen.


---

Berekening gebaseerd op de tussentijdse prognose van de Commissie van januari 2009.
MACROBUTTON HtmlResAnchor
http://ec.europa.eu/economy_finance/thematic_articles/article13727_en.htm#do cuments

In artikel 125 VEG is onder de titel Werkgelegenheid bepaald dat de lidstaten en de Gemeenschap streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid, en worden de doelstellingen van die strategie omschreven. Het gezamenlijk verslag over werkgelegenheid, de aanbevelingen aan de lidstaten en de jaarlijkse richtsnoeren voor de werkgelegenheid zijn allemaal onderdelen van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) die de Europese Raad van Luxemburg van november 1997 heeft gelanceerd. De jaarlijkse procedure voor de EWS wordt beschreven in artikel 128 van het Verdrag: aan de hand van een gezamenlijk jaarverslag van de Raad en de Commissie beziet de Europese Raad jaarlijks de werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap en neemt hij terzake conclusies aan. Op basis van deze conclusies stelt de Raad jaarlijks richtsnoeren op, waarmee de lidstaten in hun werkgelegenheidsbeleid rekening houden. De lidstaten leggen de Raad en de Commissie jaarlijkse nationale hervormingsprogramma's voor over de belangrijkste maatregelen die in het licht van deze richtsnoeren zijn genomen. Op basis van deze programma's verricht de Raad jaarlijks een onderzoek naar de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en de Raad kan aanbevelingen tot de lidstaten richten. Op basis van de resultaten van dat onderzoek brengen de Raad en de Commissie bovendien jaarlijks gezamenlijk verslag uit aan de Europese Raad over de werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap. Sedert 1997 wordt de EWS versterkt met initiatieven die tijdens de voorjaarsbijeenkomsten van de Europese Raad worden genomen. De EWS heeft thans, binnen het kader van een cyclus van drie jaar, drie algemene doelstellingen: volledige werkgelegenheid, productiviteit en arbeidskwaliteit, samenhang en een integrerende arbeidsmarkt. Verwacht wordt dat het Europees Parlement zijn advies in maart zal uitbrengen.
Beschikking 2008/618/EG van 15 juli 2008 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L198 van 26.7.2008, blz. 47-54).
PB L 198 van 26.7.2008, blz. 47 (werkgelegenheidsrichtsnoeren) en PB L 137 van 27.5.2008, blz. 13 (globale richtsnoeren voor het economisch beleid).
Zie (8410/03, punt 47).
PB L 70 van 14.3.2003, blz. 31.
Dit document staat in 6454/09.
Dit document staat in 6916/09.