Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Van Baalen en Ten Broeke over de hervatte beschietingen op Israëlische steden vanuit de Gazastrook

02-04-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Baalen en Ten Broeke over de hervatte beschietingen op Israëlische steden vanuit de Gazastrook. Deze vragen werden ingezonden op 3 maart 2009 met kenmerk 2009Z03736.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Van Baalen en Ten Broeke (VVD) over hervatte beschietingen op Israëlische steden vanuit de Gazastrook.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat vanuit de Gazastrook opnieuw Israëlische steden onder vuur zijn genomen?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat deze actie ook neerkomt op een schoffering van de internationale gemeenschap die juist nu bijeenkomt in Sjarm el-Sheik in verband met een donorconferentie ten behoeve van Gaza?

Antwoord
De internationale gemeenschap heeft in Sharm-el-Sheikh duidelijk gemaakt dat een duurzaam bestand tussen Israël en Hamas, een van de noodzakelijke voorwaarden is voor de wederopbouw van Gaza. Deze raketbeschietingen verkleinen de kansen op een totstandkoming van een duurzaam staakt-het-vuren.

Vraag 3
Deelt u de mening dat juist ook de internationale gemeenschap actiever dient te worden om beschietingen vanuit de Gazastrook tegen te gaan, mede om de noodzaak voor Israël te verkleinen om harde militaire tegenmaatregelen te treffen?

Antwoord
Ik deel de mening dat er een einde moet komen aan de beschietingen vanuit Gaza. De internationale gemeenschap moet eraan bijdragen dat Hamas een anderen de beschietingen daadwerkelijk stopzetten door hen de middelen te onthouden om Israël te beschieten. Hier is voornamelijk een taak weggelegd voor landen in de regio zelf, in de eerste plaats de direct betrokken partijen Israël, de Palestijnse Autoriteit (PA) en Egypte. De internationale gemeenschap, m.n de EU en de VS, stelt zich actief op om bij te dragen aan een duurzaam staakt-het-vuren. Deze opstelling ligt mede in het verlengde van het Deens-Nederlandse initiatief dienaangaande en bestaat niet alleen uit het verlenen van technische bijstand aan Egypte (o.m. door de VS en Duitsland), maar ook uit het aanbod van de EU om de grensbijstandsmissie EUBAM Rafah te reactiveren en - indien gewenst - de werkingssfeer ervan uit te breiden. Een bredere groep landen bestaande uit Canada, Frankrijk, Denemarken, Italië, Nederland, Noorwegen, het VK en de VS is daarnaast op 13 maart 2009 in Londen een actieplan overeengekomen om de wapensmokkel richting Gaza langs maritieme weg tegen te gaan.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het in de huidige situatie onwenselijk is dat (onder meer) vanuit de Europese Unie toezeggingen worden gedaan ten behoeve van de wederopbouw in Gaza?

Antwoord
In Sharm-el-Sheikh is gebleken dat de internationale gemeenschap het bereiken van een duurzaam staakt-het-vuren en Palestijnse reconciliatie als noodzakelijke voorwaarden voor duurzame wederopbouw beschouwt, naast de opening van de grenzen van Gaza. Van nieuwe toezeggingen die specifiek op wederopbouw zijn gericht, is wat de EU en Nederland betreft nog geen sprake, aangezien op deze punten nog steeds geen vooruitgang is geboekt. Wel is benadrukt dat de bevolking van Gaza niet in de steek gelaten mag worden. Humanitaire hulp moet onder alle omstandigheden mogelijk blijven.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl