Wageningen Universiteit en Researchcentrum
blijkt reuzenalbatros
Amsterdamse meeuw blijkt
reuzenalbatros
2 apr 2009
Vogelaars wachten er al jaren op: wie spot de eerste levende albatros
in Nederland. Waar de eerste dóde albatros zich bevindt, staat nu
onomstotelijk vast. Dankzij detectiveachtig speurwerk van bioloog drs.
Mardik Leopold van Wageningen IMARES, onderdeel van Wageningen UR. De
albatros ligt al decennialang in de collectie oudheden van de gemeente
Amsterdam. Hij ging door voor meeuw.Â
In de collectie van de dienst monumenten en archeologie van de
gemeente ligt al ruim dertig jaar de bovenste helft van een snavel van
een grote vogel. Een meeuw, heeft men altijd gedacht. Maar dat blijkt
niet waar. Het is de snavel van een albatros, de oudst bekende in dit
geologisch tijdperk in ons land. En, met wetenschappelijke precisie,
voor 48 procent zeker een vrouwelijke noordelijke koningsalbatros.
De snavel dook in oktober 1977 op bij graafwerkzaamheden voor een
nieuwe metrolijn. Op de plek, schuin voor het Centraal Station, was
vroeger een havenbodem van het IJ. De vondst werd netjes opgeborgen in
het depot. Daar lag het al die tijd stof te vangen.
Totdat Mardik Leopold er lucht van kreeg. Leopold las over de snavel
in een artikel in het Vogeljaar. In een bijzin werd de vermeende meeuw
als albatros ontmaskerd. Dat was het toverwoord voor Mardik, die ook
voorzitter is van de Nederlandse Zeevogelgroep. Leopold nam vriend en
kenner van zeevogelschedels Edward Soldaat mee naar Amsterdam om de
snavel te bekijken. Dat was het begin van een lange speurtocht. Een
wat uit de hand gelopen hobbyproject, erkent Leopold grif. Maar wel
een wetenschappelijke speurtocht, die nu beschreven is in Dutch
Birding.
Dat het om een albatros ging, was Leopold en Soldaat meteen duidelijk.
Maar welke? Al vrij snel kon de zoektocht worden beperkt tot de grote
albatrossen van het genus Diomedea. Maar daarmee bleven nog zeven
kandidaten over. Van die zeven heeft de noordelijke koningsalbatros de
beste papieren. Het bewijs is gebaseerd op de afmetingen van de
snavel. âStandaard is om de lengte en de hoogte van de snavel te
gebruiken voor determinatie. Maar we hebben geen ondersnavel en konden
de hoogte dus niet meten. Daarom is de breedte genomen.â Zowel de
lengte als de breedte van de snavel is vergeleken met die van 350
bekende vondsten van de zeven bestaande soorten reuzenalbatrossen.
Voor de benodigde gegevens namen Soldaat en Leopold de Nieuw-Zeelandse
deskundige Christopher Robertson in de arm. En voor de statistische
analyse van al die gegevens werd Imares-collega Erik Meester aan het
team toegevoegd.
Ondanks al die inspanningen geeft de snavel niet al haar geheimen
prijs. De noordelijke koningsalbatros is de meest waarschijnlijke
kandidaat, maar het kan ook een grote albatros zijn, of een
tristanalbatros. Maar die kansen zijn aanzienlijk kleiner. Zelfs de
Amsterdam albatros is niet uitgesloten. âDat is de natte droom van
elke vogelaar. Die zitten op een van de onmogelijkste eilanden van de
wereld. Daar zijn er nog maar zoân 150 van. Als die nu in Amsterdam
zou liggen, dat zou wel heel erg mooi zijn.â
Leopold droomt nog iets verder. âMisschien is dit wel de snavel van
een nog onbekende en al uitgestorven albatrossoort. Dat is geheid
Nature.â De afwijkende afmetingen van de snavel geven volgens de
bioloog aanleiding voor die mogelijkheid. De toekomst zal het leren.
Want dat het raadsel wordt opgelost, staat vast. DNA-onderzoek kan
uitsluitsel geven. Maar niet nu. Voor zulk onderzoek is op dit moment
zoveel materiaal nodig dat er geen snavel meer overblijft.
Resteert de vraag hoe de snavel in Amsterdam is terechtgekomen. Ook
dat hebben Leopold en zijn groep uitgezocht. Vrijwel zeker is het
beest meegenomen door zeelui. En dat moet dan weer tussen de
vijftiende en de negentiende eeuw zijn geweest. De haven in Amsterdam
werd in 1876 dichtgegooid. / Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.