Gemeente Utrecht
beantwoording van SV 2009, nr. 29 inzake starten woonwensenonderzoek Kanaleneiland-Noord
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
29 Vragen van heer drs. C.J. Verhoef
(ingekomen 3 maart 2009
en antwoorden door het college verzonden op 31 maart 2009)
Geacht college,
Op 26 februari 2009 nam een meerderheid een besluit over de wijze waarop een deel van de woningen in Kanaleneiland zou worden gesloopt.
Ook werd een amendement aangenomen waarin stond dat er nog een woonwensenonderzoek zou plaatsvinden. Hieraan werd geen datum gevoegd. Over de wijze waarop omgegaan wordt met de uitkomst van dit onderzoek bestonden al voor (maar ook na) de stemming verschillende interpretaties tussen de voorstemmers en het college van b&w.
B en G gaf in haar bijdrage aan dat hier door de coalitie de bekende salamitactiek (iedere keer een klein stapje verder tot het een onomkeerbaar proces geworden is) gevolgd wordt. Dit is dan een hindernis om op een democratische en betrouwbare manier gehoor te kunnen geven aan de resultaten van het woonwensen onderzoek.
De resultaten van het woonwensen onderzoek dienen op zo kort mogelijke termijn beschikbaar te zijn. Zeker voordat andere zaken gelieerd aan het raadsbesluit van 26 februari 2009 worden opgepakt en zodoende onnodig geld wordt uitgegeven aan zaken die toch niet doorgaan (zoals ook mogelijk met de veemarkt gaat gebeuren). Voorkomen moet worden dat er een voldongen feit wordt gecreëerd.
Een woonwensenonderzoek kan goed uitbesteed worden aan een extern bureau en kan in enkele weken uitgevoerd worden. Om de kwaliteit van dit onderzoek op een hoog niveau te brengen is het goed dat er een begeleidingsgroep wordt samengesteld waarin o.a. specifieke kennis is vertegenwoordigd, zoals Profesoor Gideon Bolt (spreiding bevolkingsgroepen in relatie met wonen) en de voorzitter van de bewonersorganisatie de heer M. Talhaoui (hoe de bewoners te benaderen etc.)..
Vanzelfsprekend dient de vraag of er gesloopt of gerenoveerd dient te worden expliciet meegenomen te worden in het onderzoek. Zo ook of de huidige bewoners de beoogde koopwoning of de (veel) duurdere huurwoning kan betalen.
Op grond van het voorgaande hebben wij de volgende vragen:
1. Bent u bereid voor het woonwensenonderzoek een begeleidingsgroep samen te stellen, zoals hiervoor uiteengezet?
De vorm en de inhoud van het woonwensenonderzoek worden besproken en vastgelegd door drie partijen: de bewonerscommissie(s) van de complexen in het Noordkwadrant, Mitros en de gemeente. Het woonwensenonderzoek is een gezamenlijk project van deze drie partijen en de gemeente kan niet op voorhand de vorm bepalen. Wij zullen uw suggestie overbrengen aan de betrokkenen.
2. Bent u bereid om een onderzoeksbureau opdracht te geven om een woonwensen-onderzoek uit te voeren en de resultaten hiervan binnen twee maanden van nu te presenteren?
Het is gebruikelijk dat een onafhankelijk onderzoeksbureau het onderzoek uitvoert. Ook hier geldt weer dat de direct betrokkenen gezamenlijk bepalen wie het onderzoek uitvoert. Een termijn van twee maanden is waarschijnlijk te kort om een bureau te selecteren, de vragen op te stellen en met de betrokken partijen te bespreken, de uitvoering te realiseren én te rapporteren. Het is de bedoeling om de resultaten van het woonwensenonderzoek voor de eerste fase van het gebiedsplan (plm 200 woningen in de Pearsonlaan e.o.) vóór 1 juli 2009 gereed te hebben.
3. Bent u bereid om de raad te informeren over de aanpak en de vragen die opgenomen worden in dit woonwensenonderzoek
De rapportage van het woonwensenonderzoek zal ter kennisname aan de raad worden gestuurd. Daarin zullen de vragen en de onderzoeksmethode worden opgenomen.
---- --