ChristenUnie


Bijdrage Ed Anker aan het AO Vreemdelingen- en Asielbeleid

Bijdrage Ed Anker aan het AO Vreemdelingen- en Asielbeleid

woensdag 01 april 2009 11:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik begin met het punt waarover de fractie van de ChristenUnie zich al langer zorgen maakt, namelijk de positie van Iraanse bekeerlingen. De wet op grond waarvan afvalligheid kan worden bestaft met de doodstraf is inmiddels door het Iraanse parlement en ligt nu bij de Raad der Hoeders. Ik dacht dat wij in Nederland allerlei ingewikkelde organen hadden, maar daar heeft men nog een Raad der Hoeders. De wet is dus nog niet geïmplementeerd, maar men is er wel mee bezig. Dit punt heeft al langer onze aandacht. In mijn motie wordt de regering verzocht om mensen die zich van de islam hebben bekeerd tot een andere godsdienst of afvallig zijn beter te beschermen.

De staatssecretaris heeft de Kamer in oktober 2008 een brief gestuurd. Wij zijn nu een aantal maanden verder en de situatie wordt er niet beter op. VluchtelingenWerk Nederland heeft wat gegevens verzameld en stelt dat er sprake is van toenemende repressie en arrestaties van christenen, met name bekeerlingen, in Iran. Wat dat betreft werkt de wet wel al een beetje. De staatssecretaris stelt in haar brief dat voor asielzoekers die in Iran al christen waren en voor asielzoekers uit Iran die in Nederland christen zijn geworden, geldt dat enkel het aannemelijk maken van de nieuwe geloofsovertuiging onvoldoende is voor statusverlening. Dat is de grote gemene deler in het verhaal. Is hiermee gevolg gegeven aan de motie? Beide groepen hebben weliswaar een bijzondere positie, maar asielzoekers die al christen waren in Iran hoeven enkel aan te tonen als gevolg daarvan problemen te hebben ondervonden. Asielzoekers uit Iran die in Nederland christen zijn geworden, moeten aantonen in Iran vanwege andere redenen problemen te hebben gehad. Dat zijn toch niet helemaal dezelfde voorwaarden.

Het ambtsbericht gaf de staatssecretaris wel aanleiding om de ontwikkelingen in Iran nauwlettend te blijven volgen, zo stelde zij in haar brief van oktober vorig jaar. Daarom vragen wij haar hoe zij de situatie in Iran op dit moment typeert en of zij inmiddels nieuwe informatie heeft. Wat is de planning van ambtsberichten? Vorig jaar rond de indiening van de motie was er net een nieuw ambtsbericht verschenen, maar dat is nu ruim een halfjaar geleden. Ik zou daar graag regelmatig een update van krijgen.

De vraag die nu kan worden gesteld, is of de geloofsovertuiging an sich, bezien in het licht van de positie van christenen in Iran, onder de huidige omstandigheden niet voldoende zou moeten zijn voor het verlenen van bescherming. Het is namelijk wel mogelijk dat iemand die in Nederland is bekeerd -- ik heb mijn ogen absoluut open voor misbruik -- en een bepaalde functie heeft vervuld in Iran, een publieke of een geestelijke, pas in Nederland heeft durven uitkomen voor een bekering en wel degelijk problemen kan verwachten. Hoe individueel is de toets? Worden alleen de criteria gehanteerd die in de brief staan? Of wordt indien het aannemelijk kan worden gemaakt dat problemen te verwachten zijn, daarnaar ook gekeken? Wat zijn precies de mogelijkheden en hoe wordt er precies mee omgegaan? Kan de staatssecretaris aangeven hoe de Kamer een update kan krijgen over de wijze waarop de situatie in Iran zich ontwikkelt?

Ik ga de bedragen uit de Reba niet allemaal herhalen. Wij vrezen dat de nieuwe regels eerder werken ontmoedigen of misschien zwartwerken bemoedigen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik wacht de antwoorden van de staatssecretaris op de gestelde vragen af.

Wat betreft Sri Lanka sluit ik mij kortheidshalve aan bij wat de voorgaande sprekers hebben gezegd. De Kamer is volgens mij twee weken geleden door de minister van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de verslechterde toestand in Sri Lanka. Het ambtsbericht dateert van oktober 2008, dus het is tijd dat er een update komt. Het gaat vrij hard daar. In de brief staat alleen een extra regeling voor de amv's. Deelt de staatssecretaris de conclusie dat de Tamils gezien de ernstig verslechterde situatie bijzondere aandacht verdienen en dat het aanwijzen als risicogroep binnen het landgebonden asielbeleid voor de hand ligt? Kan zij het ministerie van Buitenlandse Zaken verzoeken om snel met een geactualiseerd ambtsbericht te komen en kan zij een vertaling daarvan voor het landgebonden asielbeleid aan de Kamer zenden?

De woorden van de heer Van de Camp over de Kwalificatierichtlijn waren mij uit het hart gegrepen. Het is een uitgebreid exposé, een van de dikste brieven in het pakket. Wij wachten nog op een uitspraak. De Kamer heeft een halfuur voor aanvang van dit algemeen overleg nog een brief ontvangen van Amnesty International. Amnesty wees ons er meermalen op dat het Hof nog een uitspraak moet doen.

Mijn fractie heeft niet deelgenomen aan de debatten over de medische zorg voor asielzoekers, dus ik voel mij wat bezwaard om er toch over te beginnen. Ook wij krijgen van mensen die daar dichtbij zijn veel problemen te horen, bijvoorbeeld dat er alleen Nederlands en Engels wordt gesproken op de lijn, als die al te bereiken is, en dat geen tolken bereikbaar zijn. Wij horen dat wordt verwezen naar 112, maar dat 112 er zo langzamerhand ook wel een beetje klaar mee is. Ik zeg het nu ook een beetje plat, maar zo gefrustreerd raak je ook in een wachtkamer. Dat laat ik hier ook even doorklinken. Zijn de genoemde problemen aanloopproblemen of maken wij een fout met het uitbesteden hiervan aan een private partij? Wij hebben ook gehoord dat het callcenterwerk door Menzis is uitbesteed aan een ander bedrijf. Er zijn ontzettend veel clubs actief op dat terrein. Het callcenter is de verbindingsschakel tussen de zorg en de mensen in het asielzoekerscentrum. Eerst werd dat gedaan door de verpleegkundige. Kan het callcenter deze taak aan of is het een callcenter dat ook loterijkaartjes verkoopt en abonnementen op Voetbal International, bij wijze van spreken? Het callcenter moet kwalitatief goed zijn. Wordt daar toezicht op gehouden?