Milieudienst Rijnmond

Luchtkwaliteit vierde kwartaal 2008


01.04.2009 17:30


De Regionale Gegevensautoriteit Luchtkwaliteit (RAIL) zorgt voor luchtkwaliteitgegevens in de provincie Zuid-Holland. RAIL is een samenwerkingsproject tussen de provincie Zuid-Holland, het Havenbedrijf Rotterdam en de DCMR Milieudienst Rijnmond. Hieronder een samen-vatting van de luchtkwaliteitgegevens in de regio Rijnmond over het vierde kwartaal 2008.

Kwartaalcijfers

2008 werd, na een natte oktober, afgesloten met een koude, zeer zonnige en droge decembermaand. De dagen na kerst is de temperatuur niet boven nul geweest. Het stabiele winterweer gaf voor fijn stof in die laatste dagen hoge concentraties te zien. Het eindejaarsvuurwerk zal ook hebben bijgedragen aan hoge stofconcentraties op 31 december. Uit de meetnetgegevens van de drie stads-achtergrond-stations (Maassluis, Hoogvliet, Schiedam) blijkt dat de stoffen zwaveldioxide (SO2), ozon (O3) en benzeen (C6H6) - overigens al langere tijd - ruim onder de luchtkwaliteitsnormen liggen. Ook voor PM10 en NO2 is voldaan aan de norm. Het vierde kwartaal van 2008 toont lagere gemiddelden dan hetzelfde kwartaal in 2007. Op twee stations (Overschie en Statenweg) zijn de NO2 kwartaalgemiddelden hoger uitgevallen dan in de jaren 2007 en 2006.

Piekconcentraties

De maximale uurwaarde (in µg/m3) voor stikstofdioxide (210) hield verband met slechte meteorologische condities tijdens de ochtendspits. Pieken in zwaveldioxide (171), fijn stof (212) en benzeen (39) zijn naar alle waarschijnlijkheid gerelateerd aan incidenten. Zo is aannemelijk dat de zwaveldioxidepiek werd veroorzaakt vanwege het incidenteel affakkelen van zwavelhoudende gassen. Voor benzeen en fijn stof is geen directe oorzaak gevonden.

Meetstation Botlek (A15)

Op 1 september 2008 is bij de Botlektunnel een nieuw meetstation in gebruik genomen. Dit zogenaamde `verkeerstation' meet stoffen die met het verkeer te maken hebben. Het gaat hier om stikstofoxiden, fijn stof en zwarte rook. Zwarte rook is de stof component, die bestaat uit elementair koolstof. Onderzoek naar zwarte rook is met name van belang vanwege de vermoede grotere invloed op de gezondheid. Concentraties van stikstofoxiden bij verkeerstations liggen duidelijk hoger dan bij andere stations. Bij deze verkeerstations kun je in het dagverloop van de concentraties goed de invloed van het verkeer zien. Ook is het verschil tussen weekend- en werkdagen groter. Bij zwarte rook is deze relatie eveneens aanwezig.

Elektronische neuzen

Als onderdeel van een Europees project (DIADEM ) is een proefstudie begonnen met elektronische neuzen. De neuzen zijn opgesteld bij een aantal meetstations, zodat gegevens onderling kunnen worden vergeleken. In de e-nose meetgegevens zijn de pieken zwaveldioxide- en benzeen in kwalitatieve zin terug te vinden. In verder onderzoek naar de mogelijkheden van e-nose zullen de meetnetgegevens een rol spelen.

Prognose lange termijn

Er is een lange termijn prognose gemaakt van de luchtkwaliteit in de regio Rijnmond voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). De niveaus moeten uiterlijk in 2010 respectievelijk 2015 binnen de vastgestelde normen zijn teruggebracht. De prognose op basis van de beschikbare gegevens van eind 2008 geeft aan dat er slechts op enkele plaatsen (langs de ruit van Rotterdam) sprake is van overschrijdingen van PM10 (in 2010) of NO2 (in 2015). Voor deze locaties zijn maatregelen opgesteld.

Luchtmeetnet

De DCMR beschikt over een eigen luchtmeetnet dat van uur tot uur op tien plaatsen in het Rijnmondgebied doorlopend de luchtkwaliteit meet.

Expertisecentrum, bureau lucht, Bart Wester, telefoon 010 246 80 00