1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/IVW-2009/4903
Uw kenmerk
Datum 1 april 2009 -
Onderwerp kamervragen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Tang van 11 maart 2009 over
defecten bij buitenlandse vliegtuigen.
1. Bent u op de hoogte van de berichtgeving waaruit zou blijken dat 80 tot 90%
van de technische problemen met vliegtuigen pas worden genoteerd door piloten
op de terugvlucht, en zodoende niet tijdig in het logboek terechtkomen?1
1. Ja.
2. Bent u bekend met het betreffende onderzoek van Aircraft Engineers
International (AEI)? Kunt u dit onderzoek aan de Kamer doen toekomen?
2. De organisatie Aircraft Engineers International heeft mij per brief en in
gesprekken met de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en het Directoraat-
Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken op de hoogte gesteld van haar
bevindingen over het noteren van defecten in vliegtuigen. De rapportage van AEI
is vertrouwelijk en niet in mijn bezit.
Naar aanleiding van de gesprekken met de AEI heb ik de IVW gevraagd in 2009
een thema-inspectie uit te voeren naar het noteren van defecten.
3. Is de conclusie van het AEI juist, dat de oorzaak van het pas op de terugvlucht
noteren van problemen zou liggen in financiële motieven, omdat een melding leidt
tot daadwerkelijke reparatie en daardoor tot vertraging?
3. De thema-inspectie die de IVW dit jaar uitvoert, moet bevestigen of de
conclusies van de AEI gestaafd kunnen worden. Daarna kan ik pas een uitspraak
doen over de mogelijke oorzaken van het probleem van het noteren van defecten.
4. Is het waar dat in uw uitleg van Richtlijn 2003/42 de plicht om defecten bij het
ministerie van Verkeer en Waterstaat te melden slechts geldt voor Nederlandse
luchtvaartmaatschappijen en niet voor buitenlandse luchtvaartmaatschappijen?
1 de Volkskrant, 9 maart 2009: "Piloten TK 1951 wisten niet van defect"
a
Pagina 1 van 2
4. Ja. De richtlijn schrijft voor dat voorvallen moeten worden gemeld waarbij
Datum
luchtvaartuigen zijn betrokken die in een lidstaat zijn geregistreerd of die worden 1 april 2009
geëxploiteerd door een in een lidstaat gevestigde onderneming, ook als de Ons kenmerk
voorvallen zich buiten het grondgebied van de Gemeenschap hebben voorgedaan. VENW/IVW-2009/4903
Elke EU-lidstaat moet de richtlijn doorvoeren op een zelf te bepalen manier.
Nederland heeft de richtlijn doorgevoerd via de Wet luchtvaart, het Besluit
melding voorvallen in de burgerluchtvaart en de Regeling melding voorvallen in
de burgerluchtvaart.
De (rechts)personen die verplicht moeten melden, zijn opgesomd in artikel 4 van
de richtlijn. Dit betreft bijvoorbeeld Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en hun
gezagvoerders. Deze meldplichtigen moeten ook voorvallen melden bij IVW die
betrekking hebben op niet-Nederlandse luchtvaartmaatschappijen, waar zij in het
kader van de uitoefening van hun functies kennis van krijgen.
5. Acht u een dergelijke situatie wenselijk, in het licht van het feit dat dit ruimte
zou kunnen bieden voor het uitstellen van benodigde reparaties?
5. De plicht om een voorval te melden dan wel de afwezigheid van een dergelijke
plicht staat los van de wettelijke plicht van een luchtvaartmaatschappij en
gezagvoerder om te allen tijde zorg te dragen voor een veilige vluchtuitvoering.
Of (en eventueel hoelang) met bepaalde defecten mag worden (door)gevlogen, is
eveneens vastgelegd in luchtvaarttechnische en -operationele regelingen.
6. Is het dan waar dat er geen effectief Nederlands toezicht is op vliegtuigen van
buitenlandse luchtvaartmaatschappijen? Welke conclusie trekt u hieruit?
6. Nee. Krachtens het zogeheten SAFA-programma vindt er binnen Nederland
toezicht plaats op het personeel en de luchtvaartuigen van niet-Nederlandse
luchtvaartmaatschappijen. In dit kader wijs ik u op de destijds genomen
maatregelen jegens Onur Air en Phuket Air op basis van de bevindingen van de
SAFA-inspecteurs.
De meldplicht in het kader van de richtlijn draagt in het algemeen bij tot
verhoging van de luchtverkeersveiligheid omdat de gemelde, verzamelde en
opgeslagen gegevens worden gebruikt voor analyse en trendbewaking. De aldus
verkregen data kunnen onder meer worden gebruikt bij de SAFA-inspecties.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat