PvdA Europees parlement


Intensievere samenwerking met ILO


1 april 2009
De Europese Unie moet veel intensiever samenwerken met de 'International Labour Organisation'. Dit overlegorgaan van de VN brengt werkgevers, vakbonden en regeringen uit de hele wereld samen voor overleg. Naar aanleiding van een recent werkbezoek van het Europees Parlement aan de ILO in Genève, onder leiding van PvdA-europarlementariër Jan Cremers, roept hij het Europees Parlement en de Europese regeringen op veel nauwer samen te werken met deze internationale arbeidsorgansiatie.

Als we nieuwe sociale wetgeving voorbereiden in Europa, dan moet het werk van de internationale arbeidsorganisatie, die op wereldschaal overeenkomsten sluit, het vanzelfsprekende startpunt zijn. Er wordt nog veel te weinig gebruik gemaakt van de expertise van de ILO. Zo zouden we simpelweg de bestaande Europese onderzoeksinstellingen, zoals het 'Europees Agentschap voor de veiligheid en gezondheid op de werkplek' in Bilbao, moeten koppelen aan de databanken van de ILO."

Los van het feit dat we natuurlijk geen werk dubbel moeten gaan doen, is het van belang dat de Europese lidstaten echt werk maken van de afspraken die in het kader van de ILO worden gemaakt. Zo hekelt Jan Cremers het feit dat Nederland het al 50-jaar oude Verdrag 94 nog steeds niet correct heeft ingevoerd. Met het opstellen van dit verdrag verplichtte de Nederlandse overheid zich om bij iedere aanbesteding die ze uitschreef, een zogenoemde 'arbeidsclausule' op te nemen. Deze bepaalt onder andere dat bedrijven die een opdracht winnen, zich aan de cao moeten houden die geldt voor die sector. 'Door het niet juist omzetten van dit Verdrag is deze clausule niet standaard opgenomen bij elke aanbesteding. Hierdoor is het in bepaalde gevallen mogelijk dat werknemers het minimum-loon in plaats van het veel hogere cao-loon uitbetaald krijgen. Juist de overheid zou hierin een voorbeeld moeten zijn en vorm van concurrentie op loonkosten uit moeten sluiten'.

Volgens Cremers worden er in ILO-verband erg nuttige en belangrijke afspraken gemaakt op het gebied van arbeidsrelaties. Het Europees Parlement moet die kansen wel grijpen, daarom is regelmatig overleg met de ILO noodzakelijk. Zo wil Cremers dat de Europese Unie eindelijk werk maakt van de aanbeveling van de ILO met betrekking tot het tegengaan van schijnzelfstandigheid. "De ILO heeft na jaren onderzoek belangrijke aanbevelingen opgesteld om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen echte zelfstandigen en schijnzelfstandigen, die feitelijk gewoon voor een baas werken". Dit verschijnsel, waarbij werknemers min of meer gedwongen worden door hun werkgever om zich als zelfstandige in te schrijven, om zo het betalen van sociale premies te ontlopen, komt te vaak voor.

Cremers maakte met ILO-secretaris-generaal Juan Somawia de afspraak voor de komende zittingsperiode een gestructureerde vorm van samenwerking vast te leggen.