* >Nederlanders niet betrokken bij oorlogsmisdrijven in Kroatië
Nederlanders niet betrokken bij oorlogsmisdrijven in Kroatië
1 april 2009 - Landelijk Parket
Er is geen bewijs dat Nederlanders zich in 1993 in Kroatië hebben
schuldig gemaakt aan oorlogsmisdrijven.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Team Internationale Misdrijven
van de Nationale Recherche naar een lijst met namen van Nederlanders,
die er publiekelijk van zijn beschuldigd dat zij in september 1993
betrokken zouden zijn geweest bij oorlogsmisdaden tegen de
burgerbevolking in de Medak-enclave in Centraal-Kroatië.
Bij een Kroatische militaire operatie werden daar tientallen Servische
burgers en krijgsgevangenen gedood. In 1995 ontving het Nederlandse
ministerie van Buitenlandse zaken een namenlijst van een Servische
diplomaat. In deze opsomming stonden de namen van dertien
Nederlanders, die als huurling in het Kroatische leger dienst gedaan
zouden hebben.
Bij acht personen stond vermeld dat zij zich schuldig zouden hebben
gemaakt aan oorlogsmisdrijven in Medak. Op de lijst stond ook de naam
van Johannes Tilder, die in april 1994 door het Servische leger
gevangen werd genomen en een maand later gedood. Van hem was al
langere tijd bekend dat hij had deelgenomen aan de militaire operatie
in Medak. Vanwege zijn overlijden in 1994 heeft het OM nooit een
onderzoek ingesteld naar de rol die Tilder in Medak had.
Uitwisseling van informatie
Uit Nederlands onderzoek in 1995 bleek niet dat een van de genoemde
mannen op de lijst zich schuldig gemaakt heeft aan oorlogsmisdrijven.
Destijds konden de beschuldigingen, met name door gebrekkige
informatie-uitwisseling met de betrokken landen, niet definitief
worden bevestigd of ontkracht.
In 2005 is door het openbaar ministerie (OM) besloten de zaak
nogmaals te bezien. De verwachting was dat door de verbeterde relaties
met de landen van het voormalig Joegoslavië er meer informatie
beschikbaar zou komen over de oorlog. In het onderzoek is sindsdien
samenwerking gezocht met onder meer Kroatië en Servië. Ook van het
Joegoslavië-tribunaal is informatie ontvangen over Nederlanders in
dienst van het Kroatische leger.
De aan Nederland overhandigde namenlijst met beschuldigingen is
klaarblijkelijk gebaseerd op een namenlijst, die is opgesteld door
Tilder in Servische gevangenschap.
Aan zijn opsomming is echter toegevoegd dat de betrokkenen zich
schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdrijven. De originele namenlijst
vermeldt juist van verschillende betrokkenen dat zij in september 1993
al weg waren uit Kroatië. Het is in het onderzoek van de Nationale
Recherche niet duidelijk geworden wie de beschuldiging van
oorlogsmisdrijven heeft toegevoegd en waarop deze is gebaseerd.
Zelfs niet in Kroatië
Uit verklaringen van getuigen die van het Joegoslavië-tribunaal zijn
verkregen blijkt niet dat er Nederlanders betrokken zijn geweest bij
de militaire acties rond Medak. Verder blijkt uit verschillende
bronnen dat van de genoemde Nederlanders alleen Tilder in september
1993 in het Kroatische leger diende. Uit verklaringen van
verschillende betrokkenen en informatie van de Kroatische overheid
blijkt dat de andere beschuldigde Nederlanders op de lijst zelfs niet
in Kroatië waren tijdens de militaire operatie in de Medak enclave.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat de genoemde Nederlanders niet
als huurlingen kunnen worden aangemerkt in de zin van het
internationaal recht. In het internationaal recht wordt als huurling
aangemerkt iemand die deelneemt aan gewapende strijd vanwege
winstbejag, terwijl hem een materiële vergoeding is beloofd of betaald
die beduidend gunstiger is dan die van medestrijders. Van een
dergelijke vergoeding is in het onderzoek niet gebleken.
De Nederlanders die op de lijst worden genoemd zijn door het OM
geïnformeerd dat er geen enkele aanwijzing is gevonden van mogelijke
betrokkenheid bij het plegen van oorlogsmisdrijven.
Openbaar Ministerie