Ingezonden persbericht
Instituut voor de Nationale Rekeningen
2009-03-31
PERSMEDEDELING
Rekeningen van de overheid 2008: tekort van 1,2 pct. bbp
Vandaag, dinsdag 31 maart 2009, publiceert het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) de tabellen die
worden opgesteld voor de notificatie van het overheidstekort en de overheidsschuld aan de Europese Commissie
in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten (EDP-domein).
De EDP-tabellen zijn in overeenstemming met de traditionele statistieken betreffende de overheidsfinanciën, die
eveneens vandaag worden gepubliceerd via de Belgostat On-line (Belgostat On-line) database. Die statistieken
geven een eerste voorlopige raming van de ontvangsten, de uitgaven en het financieringssaldo van de
gezamenlijke overheid en haar subsectoren voor het jaar 20081.
Gezamenlijke overheid
Het financieringssaldo van de overheid volgens de procedure bij buitensporige tekorten vertoonde in 2008 een
tekort van 1,2 pct. bbp.
De primaire uitgaven zijn in 2008 met 1,6 pct. bbp gestegen tot 46,1 pct. bbp. De rentelasten zijn dan weer met
0,1 pct. bbp teruggelopen. De ontvangsten, van hun kant, namen met 0,5 pct. bbp toe tot 48,6 pct. bbp.
Voorts doet een factor van technische aard zowel de ontvangsten als de uitgaven toenemen met nagenoeg 0,1 pct.
bbp, met slechts een beperkt effect op het financieringssaldo. De vrije verzekering van de zelfstandigen tegen
"kleine risico's" inzake gezondheidszorg is vanaf 2008 opgenomen in de verplichte verzekering en werd derhalve
uitgebreid tot alle zelfstandigen. De uitkeringen "kleine risico's" die voordien ten laste kwamen van de
ziekenfondsen worden thans toegekend door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). De
voorheen door de verzekerden aan de ziekenfondsen betaalde bijdragen zijn thans opgenomen in de aan het
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) gestorte verplichte sociale bijdragen. De
subsidies van de Staat inzake "kleine risico's" worden toegekend aan het globaal financieel beheer van het RSVZ
en worden dus behandeld als overheidsoverdrachten intern aan de gezamenlijke overheid.
De stijging van de primaire uitgaven is voornamelijk toe te schrijven aan de sociale uitkeringen
(0,9 pct. bbp), de bezoldigingen (0,3 pct. bbp) en het intermediair verbruik (0,2 pct. bbp). De groei van de sociale
uitkeringen en van de bezoldigingen is hoofdzakelijk het gevolg van de indexeringsmechanismen.
De forse toename van de schuldgraad van de overheid als gevolg van de kapitaalinjecties die in verscheidene
Belgische financiële instellingen werden verricht in het kader van de financiële crisis beperkte de daling van de
rentelasten in procenten bbp.
De groei van de ontvangsten is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de stijging van de fiscale en parafiscale
ontvangsten (0,4 pct. bbp). De toename van de fiscale en parafiscale ontvangsten vloeit voort uit de nettostijging
van de heffingen op de arbeidsinkomens, die zowel op het niveau van de personenbelasting als op het niveau van
de sociale bijdragen werden opgetekend. Ze wordt deels gecompenseerd door de daling van de indirecte
belastingen in het laatste kwartaal van het jaar.
De overheidsschuld (Maastricht-definitie) beliep eind 2008 89,6 pct. bbp, waarmee een stijging met
1 De niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid zullen beschikbaar zijn bij de volgende publicatie van de kwartaalrekeningen (29 april
2009).
Communication
Banque nationale de Belgique s.a.
boulevard de Berlaimont 14
BE-1000 BRUXELLES
tél. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
TVA BE 0203.201.340
RPM Bruxelles