Kritiek op uitvoering compliment mantelzorgers
31 maart 2009
De Eerste Kamer heeft stevige kritiek op de uitvoering van het
compliment van 250 euro waar mantelzorgers onder bepaalde voorwaarden
voor in aanmerking komen. Dit bleek dinsdag 31 maart 2009 tijdens een
debat over het wetsvoorstel Regeling waardering mantelzorgers (31.317)
met staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid.
De Eerste Kamer stemde overigens wel in met de regeling die
terugwerkende kracht krijgt tot 1 april 2007 en een wettelijke basis
biedt voor het compliment aan mantelzorgers dat zo'n zes jaar geleden
op initiatief van Tweede Kamerlid Van der Vlies (SGP) is ingesteld.
Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om een geldelijke beloning, maar om
een blijk van waardering.
Bij de toekenning van het compliment aan mantelzorgers in 2007 is 32
miljoen euro van het beschikbare budget van 65 miljoen niet
uitgekeerd. Dit bedrag van 32 miljoen is eenmalig toegekend aan
gemeenten met de uitdrukkelijke opdracht om meer werk van mantelzorg
te maken. Ook in 2008 zal niet het gehele budget uitgekeerd worden,
zei staatssecretaris Bussemaker. Maar dit overschot krijgen gemeenten
niet; het vloeit volgens de begrotingsregels terug in de staatskas.
Zij heeft intussen maatregelen op stapel staan om meer mantelzorgers
te bereiken. Enerzijds wil zij sleutelen aan de criteria en anderzijds
streeft zij naar een actievere rol van hulpverleners en gemeenten.
Het compliment wordt nu nog uitgekeerd door de Sociale
Verzekeringsbank (SVB) op voorstel van een hulpbehoevende met een
AWBZ-indicatie. De mantelzorger moet minstens zes maanden minimaal 8
uur per week hulp hebben geboden.
In antwoord op vragen van mevrouw Dupuis (VVD) zei mevrouw Bussemaker,
dat 1,5 tot 2% van het budget van 65 miljoen opgaat aan
uitvoeringskosten. De suggestie van de VVD dat het compliment beter
via fiscale weg uitgedeeld kan worden bestreed de staatssecretaris.
"De Belastingdienst kan dit niet uitvoeren", zei mevrouw Bussemaker.
"Dat is al onder het vorige kabinet vastgesteld".
Mevrouw Goyert van de CDA-fractie maakte kritische kanttekeningen bij
de uitvoering. Ook mensen die met hun mantelzorg aantoonbaar kosten
besparen in de zorg komen niet voor een compliment in aanmerking als
er geen AWBZ-indicatie is. Ook de weg via de 0-uren-indicatie leek
mevrouw Goyert erg ingewikkeld. Er moet een formulier van negen
pagina's worden ingevuld. "Er leeft bij de CDA-fractie grote
ontvredenheid over de gang van zaken". Zij was uiteindelijk tevreden
met de toezeggingen van de staatssecretaris dat de gemeenten een
bredere rol krijgen en dat er minder bureaucratie rond de regeling
komt.
Namens de fracties van ChristenUnie en SGP pleitte senator De Boer
voor het doorbreken van de uniformiteit. Hij vond dat gemeenten veel
nadrukkelijker bij het uitdelen van het compliment aan mantelzorgers
betrokken dienen te worden. Ook vond hij dat als de spoeling dunner
zou worden er toch een ondergrens van ongeveer 200 euro gehanteerd
moet worden. De staatssecretaris zegde toe dat zij niet verder wil
zakken.
Mevrouw Ten Horn van de SP-fractie zei dat haar partij de aandacht
voor mantelzorg toejuicht. Zij drong aan op veel meer voorlichting,
o.a. over de mogelijkheid om via de 0-urenindicatie voor het
compliment in aanmerking te komen. Aangezien de staatssecretaris dit
klip en klaar toezegde steunde ook de SP-fractie het wetsvoorstel al
vond mevrouw Ten Horn dat mantelzorgers eigenlijk geen compliment van
de Staat verwachten "hooguit van de ontvanger van de mantelzorg of van
iemand uit diens omgeving".
Senator Putters (PvdA) sprak ook namens de fractie van GroenLinks.
Deze twee fracties delen de opvatting dat zorg moet worden gezien als
een integraal onderdeel van de samenleving en van samen leven en dat
afgestapt moet worden van het 'naïeve marktdenken'. Putters drong er
bij de staatssecretaris op aan instellingen en hulpverleners
(bijvoorbeeld huisartsen) een grote rol te laten spelen in plaats van
de bureaucratische constructie van de 0-uren-indicatie. De
staatssecretaris wilde wel in die richting denken, maar waarschuwde
ook voor overbelasting van huisartsen. Senator Putters kreeg de
toezegging dat het kabinet werkt aan een bredere visie op de rol van
vrijwilligers en mantelzorgers in relatie tot professionele hulp.
Putters verwees naar het Sociaal Cultureel Planbureau dat betoogt dat
goede ondersteuning van mantelzorg direct afhankelijk is van
bijvoorbeeld een beter imago van de verpleeghuiszorg en meer
samenwerking tussen professionals en vrijwilligers.
Eerste Kamer der Staten Generaal