Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen lid Boekestijn over het voornemen van Eurocommissaris Louis Michel om175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan Rwanda
31-03-2009
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Boekestijn over het voornemen van Eurocommissaris Louis Michel om
175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan Rwanda. Deze vragen werden
ingezonden op 16 maart 2009 met kenmerk 2009Z04667.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het
lid Boekestijn
(VVD) over het voornemen van
Eurocommissaris Louis Michel om 175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan
Rwanda.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel 'Rwanda, EU sign Rwf 140bn budgetsupport
agreement'? 1)
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het artikel 'Gov't forms clusters to tackle country's
problems'? 2)
Antwoord
Ja
Vraag 3
Vindt u het verstandig dat Louis Michel heeft besloten 175 miljoen euro
begrotingssteun in de komende zes jaar aan Rwanda over te maken terwijl uzelf
heeft besloten de algemene begrotingssteun op te schorten?
Antwoord
Ik constateer dat in EU-verband besloten is dat Rwanda op dit moment in principe
kwalificeert voor toekenning van meerjarige algemene begrotingssteun vanuit het
tiende EOF (Europees Ontwikkelingsfonds). Dergelijke 'MDG-contracten' heeft de
Commissie met een zevental Afrikaanse landen afgesloten om forsere
overheidsinvesteringen in MDG-bereiking mogelijk te maken.
Aan de uitkering door de Commissie van de halfjaarlijkse tranches blijven
echter wel belangrijke voorwaarden verbonden. Allereerst zijn er voorwaarden op
het gebied van uitvoering van het afgesproken armoedebestrijdings/MDG-beleid
(vastgelegd in een concreet Performance Assessment Framework), transparantie en
beheer van overheidsuitgaven en gezond macro-economisch beleid. Daarnaast zijn
er in het Memorandum of Understanding inzake algemene begrotingssteun
ook underlying principles overeengekomen. Op basis van die principes
kunnen in de regelmatige politieke dialoog van de Commissie en andere
(EU-)donoren met de overheid ter plaatse juist ook de belangrijke politieke
ontwikkelingen worden betrokken, zoals bijvoorbeeld de rol van Rwanda in de
regio. Als voldoende lidstaten en de Commissie van oordeel zijn dat het
ontvangende land deze principes schendt, dan kan dit reden zijn voor opschorting
van de begrotingssteun. Daarnaast geeft het Cotonou Verdrag (art. 96 - 97) nog
de mogelijkheid de hulp te stoppen bij ernstige schendingen van mensenrechten,
democratie, rechtsstaat en corruptie.
Ik vind het van groot belang dat EU-lidstaten en Commissie goed de
mogelijkheden benutten om een intensieve politieke beleidsdialoog met
ontvangende landen zoals Rwanda te voeren over hun beleid en daar zo nodig ook
consequenties aan verbinden. Daarom heb ik (met steun overigens van slechts één
andere lidstaat) in december jl. vanwege de situatie in Oost-Congo de
besluitvorming in Brussel over toekenning van het MDG-contract aan Rwanda
vertraagd en hierover uitgebreid met commissaris Michel gesproken. Ook heb ik
het initiatief genomen om de koppeling tussen EU-begrotingssteun en de politieke
dialoog te versterken.
Inmiddels is de situatie in de regio verbeterd. Dit is op 17 maart jl. in het
kader van een gecombineerde dialoog rond artikel 8 en begrotingssteun nog
besproken met de Rwandese overheid. Rwanda heeft met het militaire optreden in
Oost-Congo op verzoek van de Congolese overheid laten zien gecommitteerd te zijn
aan het beëindigen van dit conflict.
Vraag 4
Kunt u verklaren waarom Kagame tegen Dambisa Moyo zegt af te willen van hulp en
tegelijkertijd geld van de EU ontvangt?
Antwoord
Nee, wij hebben hierover geen concreet verzoek ontvangen. Uiteraard is ook ons
streven dat onze partners op termijn hulponafhankelijk zijn. Het afbouwen van
hulp zal niet van de ene op de andere dag te realiseren zijn, zeker als men in
ogenschouw neemt dat op dit moment ruim een kwart van de Rwandese nationale
begroting afkomstig is van buitenlandse donoren in de vorm van sectorale en
algemene begrotingssteun. In de artikel 8 dialoog van 17 maart jl. meldde de
Rwandese minister van buitenlandse zaken dat, wat Rwanda betreft, van afbouw van
hulp vooralsnog geen sprake kan zijn. Ik verwacht daarom ook niet dat Rwanda de
huidige donoren binnenkort zal vragen hun hulp aan Rwanda te staken.
Vraag 5
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor een intrekking van de 175 miljoen
euro begrotingssteun zolang onduidelijk is wat er precies tijdens de laatste
verkiezingen is gebeurd en wat nu precies de rol van Rwanda in Oost-Congo is?
Antwoord
Gezien het voorgaande ligt het niet voor de hand te pleiten voor intrekking van
de voorgenomen algemene begrotingssteun van de EU.
Vraag 6
Heeft u er vertrouwen in dat de komende presidentsverkiezingen eerlijk zullen
verlopen? Bent u van plan om met het bestaande regime een kritische dialoog aan
te gaan, teneinde druk uit te oefenen om te komen tot een eerlijk
verkiezingsproces, waarbij de andere presidentskandidaten niets in de weg wordt
gelegd en kiezers niet onder druk worden gezet?
Antwoord
Het verloop van de verkiezingen in 2010 is een belangrijke mijlpaal voor de
ontwikkeling van Rwanda en voor de opbouw van een stabielere, inclusieve
samenleving. Ik acht het van groot belang dat de verkiezingen eerlijk en
transparant verlopen. In mijn contacten met mijn Rwandese gesprekspartners zal
ik dat ook benadrukken. De Nederlandse ambassade te Kigali is met de overige
donoren reeds in een kritische dialoog getreden met de Rwandese nationale
verkiezingscommissie over het verkiezingsproces en de gewenste en tijdige
hervormingen van de Kieswet o.a. op basis van het EU-waarnemingsrapport.
1) The New Times, 11 maart 2009
2) The New Times, 21 februari 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken