PERSMEDEDELING
2933e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Externe Betrekkingen
Brussel, 16 maart 2009
Voorzitter Karel SCHWARZENBERG
minister van Buitenlandse Zaken van
de Tsjechische Republiek
* Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen werden
zonder debat aangenomen tijdens de 2932e zitting van de Raad Algemene
Zaken (doc. 7564/09).
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad bevestigde nogmaals dat de toekomst van Bosnië en Herzegovina
in Europa ligt en deed een beroep op de politieke leiders aldaar de
agenda voor de noodzakelijke hervormingen volledig en met meer
vastbeslotenheid te onderschrijven opdat het land wezenlijke
vooruitgang kan boeken op zijn weg naar de Europese Unie. De Raad
heeft ambassadeur Valentin Inzko benoemd tot speciale
vertegenwoordiger van de EU in Bosnië en Herzegovina en toonde zich
ingenomen met zijn benoeming tot hoge vertegenwoordiger in Bosnië en
Herzegovina.
De Raad heeft de ontwikkelingen in Belarus beoordeeld en heeft
besloten de opschorting van het verblijfsverbod voor bepaalde
overheidsfunctionarissen uit Belarus met negen maanden te verlengen.
Tevens heeft hij besloten de beperkende maatregelen met nog eens
twaalf maanden te verlengen. Na afloop van de termijn van negen
maanden zal de Raad de maatregelen in het licht van de situatie en de
ontwikkelingen in Belarus grondig bekijken.
De Raad heeft conclusies over Afghanistan aangenomen, waarin wordt
onderstreept dat de uitdagingen waarvoor het land en de omliggende
regio zich geplaatst zien, een hernieuwde internationale inzet vergen
en dat de EU daarin een belangrijke rol zal spelen.
De Raad heeft tevens conclusies aangenomen over het welslagen van de
Operatie EUFOR/Tsjaad/CAR (zie persmededeling Algemene Zaken, doc.
7564/09).
INHOUD 1
DEELNEMERS............................................................
---
4
BESPROKEN PUNTEN
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de
Raad..................................................................
.......... 6
SUDAN - Conclusies van de
Raad..................................................................
..................................... 8
BELARUS - Conclusies van de
Raad..................................................................
................................. 9
AFGHANISTAN - Conclusies van de
Raad..................................................................
.................... 11
Betrekkingen tussen de EU en de VS
---
.......... 13
Vredesproces in het Midden-Oosten
---
......... 13
Diversen
---
................................................................... 14
BIJEENKOMSTEN IN DE MARGE VAN DE
RAAD..................................................................
..... 14
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
geen
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als
volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE
GUCHT
minister van Buitenlandse Zaken
Bulgarije:
de heer Boyko
KOTZEV
permanent vertegenwoordiger
Tsjechische Republiek:
de heer Alexandr
VONDRA
viceminister-president, belast met Europese Zaken
de heer Karel
SCHWARZENBERG
minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Per Stig
MØLLER
minister van Buitenlandse Zaken
de heer Michael
ZILMER-JOHNS
staatssecretaris voor Buitenlands en Veiligheidsbeleid,
EU-Beleid en EU-Coördinatie
Duitsland:
de heer Frank-Walter
STEINMEIER
minister van Buitenlandse Zaken
de heer Günter
GLOSER
staatsminister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas
PAET
minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Bobby
MCDONAGH
permanent vertegenwoordiger
Griekenland
mevrouw Dora
BAKOYANNI
minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel
MORATINOS
minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk:
de heer Bernard
KOUCHNER
minister van Buitenlandse en Europese Zaken
de heer Bruno
LEMAIRE
staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Italië:
de heer Franco
FRATTINI
minister van Buitenlandse Zaken
Cyprus:
de heer Marcos
KUPRIANOU
minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Maris
RIEKSTINS
minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Vygaudas
USACKAS
minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg
de heer Jean
ASSELBORN
viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
de heer Nicolas
SCHMIT
Minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
mevrouw Kinga
GÖNCZ
minister van Buitenlandse Zaken
Malta:
de heer Tonio
BORG
viceminister-president en minister van Buitenlandse
Zaken
Nederland:
de heer Maxime
VERHAGEN
minister van Buitenlandse Zaken
de heer Frans
TIMMERMANS
minister voor Europese Zaken
Oostenrijk:
de heer Michael
SPINDELEGGER
minister van Europese en Internationale Zaken
Polen:
de heer Radoslaw
SIKORSKI
minister van Buitenlandse Zaken
Portugal:
mevrouw Teresa
RIBEIRO
staatssecretaris van Europese Zaken
Roemenië :
de heer Cristian
DIACONESCU
minister van Buitenlandse Zaken
Slovenië:
de heer Samuel
ZBOGAR
minister van Buitenlandse Zaken
de heer Mitja
GASPARI
minister zonder portefeuille, belast met Ontwikkeling
en Europese Zaken
Slowakije:
de heer Miroslav
LAJCÁK
minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Alexander
STUBB
minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Astrid
THORS
minister van Migratie en Europese Zaken
Zweden:
de heer Carl
BILDT
minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Cecilia
MALMSTRÖM
minister van Europese Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer David
MILIBAND
minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken
mevrouw Caroline
FLINT
onderminister voor Europa
Commissie:
mevrouw Benita
FERRERO-WALDNER
lid
Secretariaat-generaal van de Raad
de heer Javier
SOLANA
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het
GBVB
BESPROKEN PUNTEN
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad
De Raad heeft van gedachten gewisseld over Bosnië en Herzegovina.
Hij heeft de recente ontwikkelingen in het land besproken op basis van
een gezamenlijke brief van hoge vertegenwoordiger Javier Solana en
Commissielid Olli Rehn. Hij toonde zich ook ingenomen met de benoeming
van ambassadeur Valentin Inzko tot speciale vertegenwoordiger/hoge
vertegenwoordiger van de EU en heeft de verdere planning van een
versterkte aanwezigheid van de EU in Bosnië en Herzegovina besproken.
Na de bespreking heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad bevestigt nogmaals dat de toekomst van Bosnië en Herzegovina
in Europa ligt en doet een beroep op de politieke leiders aldaar de
agenda voor de noodzakelijke hervormingen volledig en met meer
vastbeslotenheid te onderschrijven opdat het land wezenlijke
vooruitgang kan boeken op zijn weg naar de Europese Unie . De Raad
verzoekt Bosnië en Herzegovina de Interimovereenkomst volledig te
blijven toepassen. De Raad is nog steeds diep bezorgd over de algemene
politieke toestand in BiH, en doet een beroep op de politieke leiders
van het land zich van nationalistische retoriek en eenzijdige stappen
te onthouden.
De Raad bevestigt dat hij, zodra aan de voorwaarden is voldaan, bereid
is zaken van het bureau van de Hoge vertegenwoordiger naar lokale
zeggenschap over te hevelen, met de ondersteuning van een versterkte
aanwezigheid van de Europese Unie. De Raad is verheugd over de, door
de SG/HV en het voor de uitbreiding bevoegde Commissielid
gepresenteerde, stand van de voorbereiding van de EU op haar
versterkte inzet in Bosnië en Herzegovina onder leiding van een SVEU/
Missiehoofd van de Commissiedelegatie (met dubbele functie).
De Raad verwijst naar zijn conclusies van 10 november 2008 en dringt
er bij Bosnië en Herzegovina op aan het uiterste te doen om zich te
conformeren aan de vijf doelstellingen en twee voorwaarden van de
stuurgroep van de Vredesimplementatieraad. Hiertoe bepleit de Raad met
kracht de voortzetting van het Prud/Odzak-proces, waarbij hij aanraadt
naar de breedst mogelijke consensus te streven, en hij erop aandringt
alle in dit verband gedane toezeggingen snel in nieuwe vooruitgang en
concrete wetgevingsresultaten om te zetten.
De Raad heeft ambassadeur Valentin Inzko benoemd tot speciale
vertegenwoordiger van de EU in Bosnië en Herzegovina en toonde zich
ingenomen met zijn benoeming tot hoge vertegenwoordiger in Bosnië en
Herzegovina. De Raad dankt de vorige speciale vertegenwoordiger en
hoge vertegenwoordiger van de EU, de heer Miroslav Lajcák, voor zijn
buitengewone inspanningen en inzet voor Bosnië en Herzegovina en de
toekomst in Europa van dit land.
De Raad wijst erop dat ondanks de problematische politieke toestand de
veiligheidssituatie in Bosnië en Herzegovina stabiel is gebleven. De
Raad is ingenomen met de vooruitgang die bij de voorbereiding van een
eventuele uitbreiding van Operatie ALTHEA is geboekt. De Raad is
overeengekomen regelmatig op deze werkzaamheden toe te zien zodat er
een besluit over de toekomst van de operatie kan worden genomen, zodra
aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan. In verband hiermee
herhaalt de Raad dat bij een eventuele uitbreiding van Operatie ALTHEA
rekening moet worden gehouden met de politieke ontwikkelingen. De Raad
heeft er nota van genomen dat de samenwerking met de NAVO inzake
Operatie ALTHEA soepel blijft verlopen."
SUDAN - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de gevolgen besproken van het arrestatiebevel van het
Internationaal Strafhof (ICC) ten aanzien van president Al-Bashir en
heeft zijn diepe bezorgdheid geuit over de humanitaire situatie in
Sudan, nu diverse internationale niet-gouvernementele organisaties
(ngo's) het land zijn uitgezet.
Na de bespreking heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad memoreert de verklaring van het voorzitterschap namens de
Europese Unie over het besluit van de regering van Sudan om dertien
internationale humanitaire ngo's het land uit te zetten en drie
plaatselijke ngo's hun vergunning te ontnemen. De Raad doet andermaal
een beroep op de regering van Sudan om dit besluit met spoed te
heroverwegen, en ervoor te zorgen dat de meest kwetsbare inwoners van
Sudan verzekerd blijven van humanitaire bijstand, met als uitgangspunt
de mensenrechtenbeginselen en het internationale humanitaire recht."
BELARUS - Conclusies van de Raad
De Raad heeft, conform het besluit van de Raad betreffende Belarus van
oktober jl., de ontwikkelingen in dat land besproken en heeft een
besluit genomen over de door de EU te volgen beleidslijn, in het
bijzonder met betrekking tot de verdere opschorting van het
verblijfsverbod en de verlenging van de beperkende maatregelen.
Na de bespreking heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad juicht het toe dat Belarus een aantal positieve
stappen heeft ondernomen naar aanleiding van het besluit van de Raad
van oktober 2008 inzake de tijdelijke opschorting van de aan bepaalde
functionarissen van Belarus opgelegde verblijfsverboden. De Raad is
tevens verheugd over het opvoeren van de dialoog op hoog niveau tussen
de EU en Belarus, met inbegrip van de bilaterale contacten, alsook
over het intensiveren van de technische samenwerking waarmee de
Commissie een aanvang heeft gemaakt, als een manier om wederzijds
begrip te kweken en elkaar de kans te geven om punten van zorg en
kwesties van gemeenschappelijk belang aan te kaarten. De Raad is er
voorts mee ingenomen dat de samenwerking van Belarus met de OVSE/het
ODIHR inzake kieswetgeving wordt voortgezet, en hij moedigt deze
samenwerking aan.
2. Niettemin blijft de Raad zich zorgen maken over de
mensenrechtensituatie in Belarus en over de recente schendingen op dit
gebied. De Raad benadrukt dat het voor Belarus belangrijk is werk te
maken van de in dit verband aan de orde gestelde problemen en door
middel van significante stappen geleidelijk voortgang te blijven maken
op de gebieden die de Raad in zijn conclusies van 13 oktober 2008
heeft aangemerkt. In deze context ziet de Raad uit naar het instellen
van een mensenrechtendialoog met Belarus in de nabije toekomst.
3. Om de aanneming en uitvoering van verdere concrete
maatregelen op weg naar democratie en eerbiediging van mensenrechten
en fundamentele vrijheden te bevorderen, heeft de Raad beslist vanaf
heden de beperkende maatregelen die zijn ingesteld bij Gemeen
schappelijk Standpunt 2006/276/GBVB, als verlengd bij
Gemeenschappelijk Standpunt 2008/844/GBVB, met één jaar te verlengen
en vast te houden aan de opschorting van de toepassing van de aan
bepaalde functionarissen van Belarus opgelegde verblijfsverboden voor
een periode van negen maanden, overeenkomstig de voorwaarden van
Gemeenschappelijk Standpunt 2008/844/GBVB van de Raad. Vóór het einde
van de periode van negen maanden zal de Raad de beperkende maatregelen
grondig herbezien, rekening houdend met de situatie in Belarus, en,
mits er van verdere positieve ontwikkelingen sprake is, zal hij bereid
zijn om te bezien of de beperkende maatregelen kunnen worden
opgeheven.
Bij die gelegenheid kan de Raad, in het licht van de maatregelen van
de Belarussische autoriteiten op het gebied van de democratie en de
mensenrechten, indien nodig besluiten de verblijfsverboden opnieuw toe
te passen.
4. De Europese Unie blijft bereid om de betrekkingen met
Belarus te verdiepen, afhankelijk van de vooruitgang die door Belarus
wordt geboekt in de richting van democratie, mensenrechten en de
rechtsstaat, en om Belarus bij te staan bij het verwezenlijken van
deze doelstellingen. De Europese Unie onderstreept het belang van alle
beginselen en verbintenissen die door Belarus in het kader van de OVSE
zijn aanvaard. De Europese Unie zal de samenwerking met de civiele
samenleving in Belarus intensiveren om de ontwikkeling van een
democratisch en pluralistisch klimaat te ondersteunen."
AFGHANISTAN - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de situatie in Afghanistan besproken en de volgende
conclusies aangenomen:
"1. De Raad is van oordeel dat de uitdagingen waarmee
Afghanistan en de omliggende regio worden geconfronteerd een hernieuwd
internationaal engagement vergen. De EU zal daarbij een belangrijke
rol spelen. Daarom verklaart zij opnieuw voor langere tijd samen met
de bevolking en de regering van Afghanistan te willen werken aan de
stabiliteit, de wederopbouw en de ontwikkeling van hun land. De EU zal
met spoed nagaan hoe zij haar inzet kan verbreden en verbeteren. De
Raad beklemtoont het primaire belang van de eigen verantwoordelijkheid
van Afghanistan en de blijvende noodzaak van een alomvattende aanpak
van de EU en haar internationale partners, onder andere met betrekking
tot de onderling gerelateerde problemen van ontwikkeling,
drugsbestrijding, goed bestuur en veiligheid. De Raad memoreert zijn
conclusies van 26 mei 2008 en onderstreept dat de tijdens de
conferenties van Londen in 2006, respectievelijk Parijs in 2008 gedane
toezeggingen met spoed moeten worden nagekomen.
2. De Raad hecht het grootste belang aan het houden van
vrije en algemene verkiezingen in Afghanistan. De Raad is verheugd dat
de onafhankelijke verkiezingscommissie heeft bevestigd dat in augustus
2009 verkiezingen voor het presidentschap en voor de provincies zullen
worden gehouden. Thans is het aan de Afghaanse autoriteiten en aan
alle politieke partijen en andere belanghebbenden om toe te werken
naar transparante, eerlijke en geloofwaardige verkiezingen, opdat de
volgende Afghaanse regering beschikt over legitimiteit en een krachtig
mandaat. De Raad bevestigt dat de EU bereid is een prominente rol te
spelen bij het steunen van verkiezingen in het hele land, parallel aan
de inspanningen van de Afghaanse regering en de VN. In dit verband zal
de EU aanzienlijke financiële bijstand verstrekken en tevens zal zij,
mits aan de voorwaarden inzake veiligheid en andere aspecten is
voldaan, een verkiezingswaarnemingsmissie sturen.
3. De Raad streeft ernaar het bestuur en de rechtsstaat in
Afghanistan te verbeteren. Hij herhaalt dat de EU zich ten doel stelt
de capaciteitsopbouw op het vlak van justitie en rechtsstaat
aanzienlijk te versterken. Bescherming en ondersteuning van
mensenrechten alsmede bestrijding van corruptie en straffeloosheid
staan centraal in goed bestuur. De Raad verwacht van de Afghaanse
autoriteiten dat zij de eerbiediging van de door de Afghaanse grondwet
en het internationale recht gewaarborgde grondrechten verzekeren. De
Raad onderstreept het belang van de vrijheid van meningsuiting en van
een gevarieerd medialandschap in Afghanistan en roept de Afghaanse
regering in dit verband ertoe op de door het Lagerhuis van het
Parlement goedgekeurde mediawet aan te nemen.
4. De Raad bevestigt dat hij wil helpen bij de hervorming
van de politie in Afghanistan, mede door middel van EUPOL, zijn
civiele EVDB-missie. EUPOL is een wezenlijke bijdrage tot de
totstandbrenging van een competente en legitieme nationale Afghaanse
politiedienst, die van cruciaal belang is voor de stabiliteit van
Afghanistan op lange termijn. De Raad onderstreept dat het besluit tot
aanzienlijke uitbreiding van de missie momenteel wordt uitgevoerd.
5. De Raad onderkent dat, om het EU-beleid in Afghanistan
nog meer effect te doen sorteren, de coherentie en zichtbaarheid van
de EU moeten worden vergroot, onder meer door toe te werken naar één
enkele EU-vertegenwoordiging.
6. De Raad steunt de rol van UNAMA en haar hoofd, de heer
Kai Eide ten volle, en is bereid UNAMA verder te steunen bij haar
coördinatie-inspanningen. De Raad was het erover eens dat de
langetermijnontwikkeling van Afghanistan niet alleen meer bijstand
vereist, maar ook verbetering van de effectiviteit, de transparantie
en de coördinatie van de hulp, onder andere door, waar mogelijk, een
intensiever gebruik van Afghaanse voorzieningen.
7. De Raad zal de uitdagingen waarmee Afghanistan wordt
geconfronteerd aanpakken in het kader van een bredere regionale
aanpak. Stimulering van de stabiliteit in Afghanistan is in het belang
van alle landen in de regio en van de internationale gemeenschap. De
Raad benadrukt hoe belangrijk het is dat al die landen samenwerken met
het oog op duurzame ontwikkeling in Afghanistan en de omliggende
regio. Het is van wezenlijk belang dat de bilaterale betrekkingen
tussen Afghanistan en Pakistan worden verbeterd en de Raad is bereid
daaraan actief bij te dragen. Hij onderstreept in dit verband het
voornemen van de EU een grotere rol te spelen bij de ondersteuning van
Pakistan bij het ontwikkelen van de rechtsstaat, de stabiliteit en de
veiligheid en hij ziet uit naar de ad-hoctop EU/Pakistan. De Raad
vestigt de aandacht op de regionale dimensie van het mandaat van de
SVEU in Afghanistan, met name wat betreft Pakistan. De Raad ziet uit
naar praktische resultaten van de conferentie inzake regionale
economische samenwerking betreffende Afghanistan (RECCA) die
binnenkort in Islamabad wordt gehouden. De Raad is verheugd over de
internationale conferentie over Afghanistan die op 31 maart in Den
Haag plaatsvindt.
8. De Raad is verheugd over het recente bezoek van de
vice-president van de Verenigde Staten, J. Biden, aan de EU. De Raad
ziet er tevens naar uit met de nieuwe Amerikaanse regering te blijven
samenwerken in een hernieuwd engagement voor Afghanistan en de
omliggende regio."
Betrekkingen tussen de EU en de VS
Het voorzitterschap heeft de delegaties geïnformeerd over de
voorbereiding van de informele bijeenkomst van de staatshoofden en
regeringsleiders van de EU met de president van de VS, die op 5 april
in Praag zal plaatsvinden. Naast de bijeenkomst van de staatshoofden
en regeringsleiders zal tevens een bijeenkomst van de ministers van
Buitenlandse Zaken worden gehouden.
Vredesproces in het Midden-Oosten
Tijdens de lunch hebben de ministers de stand van zaken bezien met
betrekking tot de situatie in Gaza, de inter-Palestijnse besprekingen
en de politieke situatie in Israël. Het voorzitterschap, Hoge
Vertegenwoordiger Javier Solana en Commissielid Benita Ferrero-Waldner
hebben de ministers ingelicht over hun recente contacten met partners
in de regio, met name het diner met de vertegenwoordigers van Egypte,
Jordanië en de Palestijnse Autoriteit op 14 maart 2009.
Diversen
G8-prioriteiten
De Italiaanse delegatie heeft de Raad ingelicht over dit onderwerp.
Durban-evaluatieconferentie
De Raad heeft een bespreking gehouden over de
Durban-evaluatieconferentie, die in april 2009 in Genève zal
plaatsvinden. De Verklaring en het Actieprogramma van Durban, die in
2001 zijn aangenomen, bieden de regeringen, niet-gouvernementele
organisaties en andere instanties een kader om hun inspanningen op het
gebied van bestrijding van racisme, rassendiscriminatie,
vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van onverdraagzaamheid te
sturen.
Sri Lanka
De Raad heeft de dramatische humanitaire situatie in het land
besproken. In dit verband heeft de Commissie erop aangedrongen dat de
EU-trojka de regio zo spoedig mogelijk zou bezoeken.
BIJEENKOMSTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD
- Bijeenkomst van de EU-trojka met
Egyptische, Jordaanse en Palestijnse autoriteiten
- Bijeenkomst van de EU-trojka met Montenegro
- EU-trojka - OVSE
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen zijn zonder debat
aangenomen tijdens de 2932e zitting van de Raad Algemene Zaken (doc.
7564/09).
European Union