Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag
Postbus 20018 www.minocw.nl
2500 EA DEN HAAG
Onze referentie
WJZ/ 113889 (2683)
Uw brief van
15 januari 2009
Uw referentie
31828/2009D01297
Bijlagen
Datum 31 maart 2009 3
Betreft inzage concept-amvb bij wetsvoorstel "goed bestuur" (kamerstuk
31828)
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap van 15 januari jl. zenden wij u hierbij de concept AMvB behorend bij
het wetsvoorstel Goed onderwijs, goed bestuur (Kamerstukken II 2008/09,
31828). Dit concept geeft de nodige inzage in de wijze waarop de in dit
wetsvoorstel opgenomen bekostigingsvoorschriften voor de
minimumleerresultaten voor scholen in het basis- en voortgezet onderwijs worden
uitgewerkt. Het gaat daarbij om de nadere uitwerking van het bepaalde in het
voorgestelde nieuwe artikel 10a van de WPO en artikel 23a1 van de WVO. Deze
uitwerking is uiteraard gebaseerd op de huidige inzichten. Het is zeker niet
uitgesloten dat de inhoud, bijvoorbeeld ten gevolge van de parlementaire
behandeling van het wetsvoorstel, nog wijziging ondergaat. Daarbij wijzen wij u
er op dat na afronding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel, de
uiteindelijke AMvB formeel aan beide Kamers wordt voorgelegd voordat de
voordracht aan de Koningin wordt gedaan (voorhangprocedure).
De concept AMvB is uitgewerkt in lijn met de uitvoerige passage in paragraaf 3.2.
Normering leerresultaten uit het algemeen deel van de Memorie van Toelichting.
Hierin is aangegeven wat de elementen zijn voor de uitwerking van de
bekostigingsvoorwaarde om te voldoen aan minimumleerresultaten aan het einde
van de schoolperiode in het basis- en voortgezet onderwijs. Het betreft dan de
elementen die de Inspectie van het Onderwijs hanteert om een oordeel uit te
spreken over één van de aspecten van kwaliteit, te weten de leerresultaten. Wat
betreft het regelgevend kader is daarbij gekozen voor een `driedeling':
1. de kernelementen krijgen een verankering in de wet zelf (WPO en WVO);
2. in de AMvB worden de normering en de procedure die bij de
totstandkoming of wijzigingen worden gevolgd nader uitgewerkt;
3. in een ministeriële regeling voor respectievelijk het basis- en het
voorgezet onderwijs worden de technische, uitvoerende en de frequent
wijzigende aspecten van de normering opgenomen.
In samenhang geeft deze driedeling volledig inzicht in de wijze waarop
beoordeling van de leerresultaten tot stand komt (procedures, normering en
beslisregels). Gezien deze samenhang treft u, om een goed beeld te krijgen,
a
na 1 van 2
Pagi
eveneens een eerste aanzet aan van de opzet en inhoud van de betreffende Onze referentie
ministeriële regelingen. WJZ/
Zoals in de toelichting op het wetsvoorstel is aangegeven, is de inhoud van de
concept AMvB en de aanzet voor de ministeriële regelingen, volledig gebaseerd op
de huidige geobjectiveerde handelwijze, indicatoren en normering van de
inspectie ten aanzien van de beoordeling van het kwaliteitsaspect `leerresultaten'.
Zo is voor het basisonderwijs de beoordeling van de leerresultaten uitgewerkt in
het - via de website van de inspectie - publiek toegankelijke document Analyse en
waarderingen opbrengsten PO. Voor VO is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de
eveneens publiek toegankelijke Technische toelichting bij opbrengstenkaart 2008.
Wij vertrouwen er op dat de verstrekte informatie bijdraagt aan een vruchtbare
behandeling van het wetsvoorstel.
De Staatsecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Pagina 2 van 2