Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Verzoek om een brief m.b.t. krimpend landbouwareaal

31 maart 2009 - kamerstuk

Directie Platteland

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

5 februari 2009 2009Z01812/ DP. 2009/258 31 maart 2009

onderwerp 2009D04793 bijlagen erzoek om een brief m.b.t. krimpend V
landbouwareaal
Geachte Voorzitter,

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij op 5 februari jl. gevraagd om een brief met betrekking tot het krimpend landbouwareaal in Nederland, waarbij ook ingegaan wordt op het gebruik van grond dat te maken heeft met de beheersgebieden en de grondbehoefte als gevolg van water in brede zin.

Krimpend landbouwareaal volgens het LEI Op 19 mei 2008 heb ik u het LEI-onderzoek getiteld Landbouwgronden in Europa. Analyse van en visie op gewasopbrengsten, bevolking en milieu (2008) gezonden (29576, nr. 50). Op uw verzoek heb ik u op 25 juni ook een inhoudelijke aanvulling op die brief gestuurd (29576, nr, 53). Hierover heeft u op 26 juni 2008 een algemeen overleg gehouden.

In het LEI-onderzoek wordt onder andere ingegaan op het te verwachten verlies aan landbouwgrond in de komende 30 jaar. De ruwe schatting van het LEI (prognose 2006) is dat in deze periode 80.000 ha aan de landbouw zal worden onttrokken met een marge naar twee kanten van 20.000 ha (op een areaal van 1,9 miljoen ha cultuurgrond). Dit komt neer op ruim 4% (met een marge van 1%). Dit is een halvering van de afname van het areaal landbouwgrond in de afgelopen 30 jaar. Toen nam het areaal met 8% af.

Het LEI geeft ook aan waardoor het landbouwareaal krimpt. Een belangrijke oorzaak is de groei van het aantal huishoudens door verlaging van het gemiddelde aantal bewoners per woning. Naar verwachting zijn nog 12% extra woningen nodig. Deze groei zal vooral plaatsvinden in het midden en westen van het land. Daarnaast zal ook het areaal bedrijventerrein nog groeien met minimaal 12.000 en maximaal 28.500 ha. Samen met de bijbehorende infrastructuur en recreatievoorzieningen zorgen deze posten voor circa 2% teruggang in landbouwareaal. Het areaal natuurterrein, recreatieterrein en bossen zal ook toenemen ten koste van landbouwgrond. Het LEI geeft aan dat in 2006 nog circa 45.000 ha voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) moest worden verworven. Voor Recreatie om de Stad (RodS) moest nog ongeveer 8.000 ha worden verworven.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 31 maart 2009 DP. 2009/258 2

Realisatie EHS
De cijfers over de EHS waarmee het LEI heeft gewerkt, hebben alleen betrekking op wat in 2006 nog moest worden verworven voor de EHS. Voor de EHS moet echter ook anderszins grond veranderen van functie. Ik geef u de laatste cijfers. Op 1 januari 2008 moest volgens de voortgangsrapportage groot project EHS (TK 30825, nr. 14) nog ongeveer 32.000 ha EHS worden verworven. Daarnaast was er een restant- taakstelling particulier natuurbeheer (pSN) van nog 35.000 ha. Verder moet nog circa
15.000 hectare naar de goede plek geruild. Hier zal dus nog een functieverandering naar natuur plaatsvinden. Ten slotte weet ik dat er circa 10.000 ha op de goede plek ligt, waar de inrichting nog niet van start is gegaan. Niet overal heeft hier de officiële functie- wijziging al plaatsgevonden.

Op basis van deze voortgangscijfers verwacht ik dat de totale onttrekking van landbouw- grond eerder iets aan de bovenkant dan aan de onderkant van de LEI-verwachting van 4% plus of min 1 ligt. Het LEI geeft overigens ook aan dat als we naar de ontwikkeling van de fysieke opbrengsten van de gewassen van de afgelopen jaren kijken, dit kleinere areaal landbouwgrond waarschijnlijk niet tot een lagere totale fysieke opbrengst zal leiden.

Agrarisch natuurbeheer
U hebt mij gevraagd meer specifiek in te gaan op het gebruik van grond dat te maken heeft met de beheersgebieden. In de beheersgebieden wordt agrarisch natuurbeheer (pSAN) toegepast. Hoofdfunctie van de grond is landbouw. Hier is dus geen sprake van onttrekking van landbouwgronden.
Binnen de EHS is op dit moment 39.610 ha in agrarisch natuurbeheer. De taakstelling is 97.685. Dat betekent dat nog 58.085 ha in agrarisch natuurbeheer moet komen.

Extensief agrarisch medegebruik
Afhankelijk van het beoogde natuurdoel is na functieverandering extensief agrarisch medegebruik mogelijk. Ook waar de grond al is verworven voor het realiseren van natuur- doelen, is soms extensief agrarisch medegebruik mogelijk als beheersondersteuning. Staatsbosbeheer heeft bijvoorbeeld circa 250.000 ha in bezit. Voor het beheer schakelt Staatsbosbeheer ook veel agrariërs in. Zo heeft Staatsbosbeheer een zakelijke relatie met circa 5000 boeren en is er op bijna 60.000 ha sprake van agrarisch natuurbeheer of extensief agrarisch medegebruik via pacht of een andere vorm van ingebruikgeving.

Grondbehoefte voor water in brede zin
Voor het programma Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG) moest op 1 januari 2008 nog circa 1400 hectare verworven worden. Voor het programma ICES Veiligheid en natte natuur moest op dat moment nog circa 2100 ha Deltanatuur en circa 300 ha Zandmaas-II worden verworven. Deze hectares gaan deel uitmaken van de EHS en zijn hierboven dus al meegerekend.
Verder zal voor de PKB Ruimte voor de Rivier nog circa 1250 ha aan de landbouw worden onttrokken.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 31 maart 2009 DP. 2009/258 3

Ten tijde van het onderzoek van het LEI waren de maatregelen die nodig zijn voor het herstel van waterkwaliteit (Kaderrichtlijn water) nog niet uitgewerkt. Uit de maatregelen- pakketten van Rijkswaterstaat en de regio's in de concept-Stroomgebiedsplannen 2010-2027 blijkt dat circa 9150 km natuurvriendelijke oevers/meandering, 2462 km mestvrije zones/bufferstroken en circa 390 ha wijziging/beperking van landbouwfunctie worden gerealiseerd. Regionale overheden kunnen aanvullend op de Stroomgebieds- plannen maatregelen nemen. Van deze maatregelen heb ik geen compleet beeld. Al met al gaat het om aanzienlijk minder hectares dan oorspronkelijk werd verwacht (respectieve- lijk 8312 km, 46806 km en 4690 ha) op basis van de ex-ante evaluatie van de Kaderrichtlijn water door het MNP.

LTO-Quick Scan
Daarnaast wil ik nog kort even ingaan op de Quick Scan die LTO-Nederland u heeft over- handigd tijdens het rondetafelgesprek op 15 mei 2008, om hiermee een totaalbeeld te geven van alle correspondentie die er met u heeft plaatsgevonden op dit onderwerp. Deze Quick Scan heeft u betrokken bij het Algemeen Overleg `Omzetten (landbouw)gronden in natuur' op 26 juni 2008.

Vanwege het karakter van een "quick scan" betrof het overzicht van LTO op dat moment nog dubbelingen en onjuistheden. De quick scan telde op tot een onttrekking van in totaal van 70.000 ha in de komende 15 à 20 jaar.

Als reactie hierop heb ik u gemeld (Kamerstuk 29576, nr 52) dat in de door LTO gescande genoemde periode van 15 tot 20 jaar zowel de taakstelling voor Recreatie om de Stad (RodS) als die voor de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS) en voor de Robuuste Verbindings- zones (RVZ) zal worden voltooid. Deze cijfers kunnen derhalve niet geëxtrapoleerd worden naar de periode van 30 jaar die het LEI-rapport beschrijft. Ook heb ik aangegeven ongeveer 45.500 ha te herkennen als LNV-beleid (Nota Ruimte doelen). Een aantal projecten betrof projecten onder de verantwoordelijkheid van andere ministeries, onder andere voor veiligheid/ruimte voor de rivier; voor de Kaderrichtlijn water/WB 21; aanleg van spoorlijnen (VenW) en verdroging (VROM). Een klein deel van de projecten had betrekking op natuurcompensatie vanwege het beslag op bestaande natuurgebieden als gevolg van infrastructuurprojecten. De overige projecten waren geen rijksbeleid. Een gedeelte hiervan had betrekking op de door het Rijk gewenste rood-groen balans (Nota Ruimte).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --