Sociaal-Economische Raad

30 maart 2009
De meeste pensioenfondsen hebben een verantwoordingsorgaan ingesteld en intern toezicht georganiseerd. Daarmee zijn ze er in geslaagd de belangrijkste principes voor goed pensioenfondsbestuur toe te passen. Dit zijn de uitkomsten van een evaluatieonderzoek door de SER-Pensioencommissie naar de invulling van de principes die in 2006 van kracht zijn geworden.

Resultaten
Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat de meeste pensioenfondsen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, er in geslaagd zijn aan de twee belangrijkste principes in te voeren:

* ruim 80% van de respondenten heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld;

* bijna 80% van de respondenten heeft intern toezicht georganiseerd, waarvan de meeste fondsen hebben gekozen voor een visitatiecommissie.

Bij deze fondsen is ook ongeveer 80% van de deelnemers en pensioengerechtigden aangesloten.
Gelet op de betrekkelijk korte tijd sinds het van kracht worden van de principes is het nog te vroeg om nu reeds een oordeel te kunnen uitspreken over het functioneren van bijvoorbeeld het verantwoordingsorgaan en het intern toezicht. Die meer kwalitatieve insteek kan een belangrijke rol spelen bij een eventueel vervolgonderzoek.

Kritische geluiden
Er is ook kritiek op de principes. Veel respondenten gaven aan moeite gehad te hebben om voor de verschillende organen voldoende geschikte kandidaten te vinden. Enkele andere kritische geluiden waren:
* de onduidelijke taakverdeling tussen het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad;

* de forse bureaucratie en de forse uitvoeringskosten die gepaard gaan met de invulling van de principes.

Verder hadden vooral de kleinere fondsen meer moeite met de invulling van de principes dan de grotere fondsen.
Al met al verwacht de sector echter in meerderheid een positief effect van de invoering van de principes op het functioneren van de eigen organisatie.

Inhoud principes
De principes hebben met name betrekking op: verantwoording, intern toezicht, deskundigheid en communicatie. De naleving van de principes behoort tot de taak van zowel pensioenfondsen als verzekeraars. Het onderwerp `medezeggenschap van gepensioneerden' is bewust buiten het inventarisatieonderzoek gelaten omdat daarover in het medezeggenschapsconvenant tussen de Stichting van de Arbeid en de Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties afzonderlijke afspraken zijn gemaakt. Deze afspraken worden daarom ook afzonderlijk geëvalueerd.

Onderzoek naar vereenvoudiging
Conform eerder gemaakte afspraken zal op initiatief van de Stichting van de Arbeid binnenkort het overleg worden gestart over de vraag of en zo ja, hoe in de toekomst de doelstellingen van Pension Fund Governance op een eenvoudiger wijze kunnen worden gerealiseerd. Eén van de mogelijkheden daarbij is dat zal worden bezien op welke wijze de medezeggenschap bij pensioenfondsen, als essentieel onderdeel van goed pensioenfondsbestuur, in de principes kan worden opgenomen.

Aanleiding en aanpak evaluatie
De Stichting van de Arbeid heeft in 2005 de principes voor Goed Pensioenfondsbestuur vastgesteld. In deze principes is opgenomen dat in 2008 een inventarisatie en evaluatie van de implementatie zal plaatsvinden. De Stichting van de Arbeid heeft de Pensioencommissie van de SER gevraagd dit evaluatieonderzoek uit te voeren. Deze commissie heeft vervolgens de voorbereiding van de evaluatie in handen gelegd van de werkgroep Evaluatie Pension Fund Governance. De Nederlandsche Bank heeft de onderzoeksgegevens voor de evaluatie geleverd. Aan het onderzoek, dat halverwege 2008 is gehouden, hebben 344 fondsen en verzekeraars deelgenomen. Zij vertegenwoordigen bijna 85% van de deelnemers en 80% van de pensioengerechtigden.

Opdrachtgever
Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd op verzoek van de Stichting van de Arbeid, de Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties, de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, de Unie van Beroepspensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars.

---