Vilans
Kans op werk voor Wajongers groter in MKB
Onderzoek van Vilans & TNO naar arbeidsparticipatie van Wajongers nu
beschikbaar
Utrecht 30 maart 2009 - De aandacht voor arbeidsparticipatie van
jongeren met een beperking groeit. De instroom in de Wajong neemt
sterk toe. Daarom zet het kabinet in op forse uitbreiding van de
werkgelegenheid van jonggehandicapten. Uit onderzoek van Vilans en TNO
blijkt de kans op werk voor Wajongers groter is bij kleinere bedrijven
(MKB) dan bij grote bedrijven. Opvallend genoeg geldt dit alleen bij
het in dienst treden. Wanneer Wajongers eenmaal ergens werken, is de
kans dat zij dit werk behouden in het midden- en kleinbedrijf vrijwel
net zo groot als in het grootbedrijf.
Onderzoek Wajong en bedrijfsleven
Wajongers maken meer kans in het MKB. Wat maakt die kans groter? En
wat zijn de achterliggende oorzaken? Deze vragen vormen de directe
aanleiding voor het onderzoek Wajong en bedrijfsleven uitgevoerd in
opdracht van het UWV. Buiten de sociale werkvoorziening werken, naar
schatting 15.000 Wajongers bij een reguliere werkgever. Ruwweg 2 tot
3% van de werkgevers heeft één of meer Wajongers in dienst, zo blijkt
uit het onderzoek. De inzichten die het onderzoek oplevert, vormen
aangrijpingspunten voor verbetering en stimulering van
arbeidsparticipatie van Wajongers. Dit onderzoek is nu gratis
verkrijgbaar via www.vilanswebwinkel.nl .
Geen panklare oplossingen
Gericht beleid maken blijkt moeilijk. Het onderzoek toont aan dat het
lastig is om specifiek beleid te ontwikkelen voor ondernemers om
Wajongers aan te nemen. De onderstaande onderzoeksresultaten maken dat
duidelijk.
* De persoon van de ondernemer is bepalend. Veel hangt af van diens
bereidwilligheid om deze jongeren aan te nemen of in dienst te
houden. Vilans vond geen aanwijzingen voor een koppeling hiervan
aan bedrijfsomvang of andere persoons- of bedrijfskenmerken.
* De juiste persoon op de juiste plaats. Veel draait om dit
principe. De individuele context samen met de diverse
samenstelling van de groep Wajongers maakt re-integratie complex.
Hierdoor is het moeilijk om uit bestaande praktijken werkzame
bestanddelen af te leiden die elders (zonder aanpassing)
constructief ingezet kunnen worden.
* Gedragsmechanismes van werkgevers, zoals risicomijdend gedrag,
bepalen mede of Wajongers een baan vinden. Wat onvoldoende bekend
is, is welke mechanismes invloed hebben en hoe groot hun invloed
is. Dit geldt evenzeer voor de financiële prikkels die in het
huidige systeem zijn ingebouwd.
Kleine bedrijven beter voor Wajongers?
Het onderzoek geeft geen eenduidig antwoord op de vraag of kleine
bedrijven beter zijn voor de arbeidsparticipatie van Wajongers. Een
deel van het werkveld zegt dat kleine bedrijven meer geschikt zijn.
Dit door de overzichtelijkheid en andere aspecten die aan de
kleinschaligheid zijn verbonden. Anderen gaan uit van gelijke
geschiktheid. Zij menen dat de kansen bepaald worden door werkklimaat,
begeleiding. Kwaliteit van de werkomgeving die in principe ook in
grotere bedrijven te realiseren moet zijn. Ook
re-integratieprofessionals wijzen op die gelijke geschiktheid, maar
lijken zich relatief vaak op het MKB te richten.
Laatst gewijzigd op: 30 maart 2009