Mededeling inzake strategische doelstellingen en aanbevelingen voor het
zeevervoersbeleid van de EU tot 2018
Voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de
Raad het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de
Regio's inzake strategische doelstellingen en aanbevelingen voor het
zeevervoersbeleid van de EU tot 2018
Basisgegevens
Datum Commissiedocument: 21 januari 2009
Nr. Commissiedocument: COM(2009) 8 definitief
Pre-lex:
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=197854
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
Niet opgesteld.
Behandelingstraject Raad: Transportraad 30 maart 2009, Raadsconclusies
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Verkeer en Waterstaat
(VenW)
Essentie voorstel
Doel van de mededeling is de belangrijkste strategische doelstellingen
voor het Europese zeevervoerssysteem tot 2018 voor te stellen en te
bepalen op welke essentiële actieterreinen de Europese Unie moet
ingrijpen om het concurrentievermogen van de sector te versterken en
tegelijk de milieuprestaties te verbeteren. De mededeling past in de
bredere context van het Europese vervoersbeleid (`duurzame
mobiliteit') en het geïntegreerd maritiem beleid.
Scheepvaart is belangrijk voor de economische groei en welvaart van
Europa. 80% van de wereldhandel verloopt via de zee, 40% van het
Europese vrachtvervoer gaat via intra-Europese kustvaart (shortsea) en
jaarlijks doen 400 miljoen passagiers Europese havens aan. De
scheepvaart en alle verwante maritieme industrieën zijn een
belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid in de EU.
De EU en de lidstaten hebben een groot gemeenschappelijk belang bij
het bevorderen van een veilige, beveiligde en efficiënte Europese en
internationale scheepvaart op schone zeeën en oceanen, bij het
concurrentievermogen op lange termijn van de Europese scheepvaart en
de aanverwante maritieme sectoren op de wereldmarkten en bij de
aanpassing van het volledige zeevervoerssysteem aan de uitdagingen van
de 21e eeuw. De strategische opties uit de mededeling bieden een kader
voor het bereiken van deze doelstellingen
Subsidiariteit en proportionaliteit
Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en
regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige
Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en
proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
De Commissie geeft in haar mededeling een algemeen overzicht van de
zaken die belangrijk zijn voor een duurzame zeescheepvaart in de EU.
In de mededeling doet de Commissie zo'n 70 aanbevelingen. Voorstellen
voor concrete wet- en regelgeving worden niet gedaan. Een deel van de
aanbevelingen bevat bestaand beleid en een deel van de aanbevelingen
is nieuw. Deze nieuwe aanbevelingen of voorgenomen acties zijn nog
weinig concreet. Onduidelijk is hoe de Commissie invulling wil geven
aan die voorgenomen acties, wat haar eigen rol daarbij zal zijn en wat
de rol van de lidstaten en de industrie zal zijn. Het betreft
bovendien zo'n breed spectrum aan activiteiten met wisselende
bevoegdheden van de Commissie, dat de Nederlandse reactie op deze
mededeling dan ook niet anders dan van algemene aard kan zijn. Het
subsidiariteitsaspect van deze mededeling wordt door Nederland
overwegend positief beoordeeld. Zo kan het concurrentievermogen van de
internationale scheepvaart niet verbeterd worden door actie van
individuele lidstaten. Hetzelfde geldt voor het verbeteren van
milieuprestaties en het tegengaan van piraterij, gezien de
grensoverschrijdende dimensies van deze doelstellingen. De
proportionaliteit kan echter gelet op de nadere invulling door nog te
ontvangen voorstellen, nog niet worden beoordeeld. Indien het voorstel
budgettaire gevolgen heeft, dan worden deze ingepast op de begroting
van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels
budgetdiscipline.
Nederlandse positie over de mededeling
Nederland verwelkomt de mededeling van de Europese Commissie
`Strategische doelstellingen en aanbevelingen voor het
zeevervoersbeleid van de EU 2018'. De Commissie heeft door het
benoemen van zoveel aan de zeevaart gerelateerde onderwerpen een
integraal beeld gegeven van het beleid voor de zeevaartsector zoals
dat vormgegeven wordt c.q. kan worden met inspanningen van de EU, IMO
(Internationale Maritieme Organisatie, een VN-instelling), nationale
lidstaten en het bedrijfsleven. De Commissie presenteert
doelstellingen en aanbevelingen gericht op het versterken van het
concurrentievermogen en verbetering van milieuprestaties. Nederland
deelt die ambitie van de Europese Commissie. Voor Nederland zijn in
dit verband belangrijke onderwerpen een competitief staatssteunkader
voor de zeevaartsector, een goed functionerende arbeidsmarkt, het
verbeteren van de milieuprestaties, het op de internationale agenda
plaatsen van piraterij, alsmede het bevorderen van de veiligheid en
het tegengaan van illegale migratie-en goederenstromen. Nederland
ondersteunt de opname van deze onderwerpen in de mededeling, omdat zij
van groot belang zijn voor de toekomst van de zeevaartsector.
De Commissie doet aanbevelingen die in lijn zijn met het Nederlandse
zeescheepvaartbeleid (zie Beleidsbrief Zeevaart `Verantwoord varen en
een vitale vloot', 2008). De vraag is echter wel op welke wijze de
Commissie invulling gaat geven aan de genoemde doelstellingen en
aanbevelingen, of zij die zelf ter hand wil nemen of een stimulerende
rol wil spelen richting lidstaten en bedrijfsleven. De doelstellingen
en aanbevelingen zijn daar nu nog te weinig concreet voor. Ook missen
zij enige vorm van prioritering. Nederland zal de verdere
concretisering van de doelstellingen en aanbevelingen kritisch volgen
en op subsidiariteit en proportionaliteit beoordelen. Daarnaast zal
zij toezien op de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid en het voorkomen
van onnodige administratieve lasten. Nederland zal de voorstellen
beoordelen in lijn met de beleidsbrief Zeevaart van 2008.
Nederland hecht evenals de Commissie belang aan een concurrerend
vestigingsklimaat voor zeescheepvaartondernemingen in de vorm van een
concurrerend communautair kader voor staatsteun. In dat verband is het
minimaal handhaven van het staatssteunkader van belang. Mede op basis
van de evaluatie van de Nederlandse fiscale maatregelen (september
2007) is in de Beleidsbrief zeevaart van april 2008 aan de Kamer
gemeld dat de fiscale regelingen voor de zeescheepvaart dienen om de
sector in staat te stellen te concurreren op de internationale
maritieme markt. De Europese Commissie oppert een verband tussen
positieve maatregelen en groenere scheepvaart en een sterker verband
tussen werkgelegenheid en steun. Op zichzelf onderschrijft Nederland
de doelen groenere scheepvaart, technologische innovatie en
werkgelegenheid. De vraag in hoeverre hier een koppeling met steun
gewenst is, wil Nederland laten afhangen van de evaluatie van de
Commissie van het maritieme staatssteunkader in 2011.
Nederland hecht evenals de Commissie belang aan aandacht voor de
maritieme arbeidsmarkt gericht op het behoud van Europese zeevarenden
op de vloot. Ook Nederland is voorstander van betere samenwerking
binnen het maritieme onderwijs en het verbeteren van het imago, maar
ziet dat vooral ook als taak van dat maritieme onderwijs zelf, in
samenwerking met het bedrijfsleven. Nederland kan op dit moment de
consequenties van de opvolging van de Mededeling van de Commissie
betreffende het herbezien van het regelgevend sociale kader voor meer
en betere banen voor zeevarenden in de EU niet overzien. Er moet voor
gewaakt worden dat Europese zeevarenden zich niet uit de markt
prijzen. De in het kader van het Maritieme Arbeidsverdrag van de ILO
gemaakte afspraken ten aanzien van mondiale minimale sociale
voorwaarden voor alle zeevarenden over o.a. veilig werken, dienen
daarbij gevolgd te worden. Datzelfde geldt voor de op te richten
werkgroep die een correct evenwicht moet vinden tussen de
arbeidsvoorwaarden van zeevarenden en het concurrentievermogen van de
vloot. Het ontwikkelen van een doelgericht kader voor de veilige
bemanning van schepen lijkt vooralsnog geen bevoegdheid van de EG. Een
objectief onderzoek naar de menselijke factor kan worden ondersteund.
De Nederlandse studies op dit gebied kunnen worden ingebracht.
Nederland zou de acties op het gebied van milieu prioriteit willen
geven. Ze is het eens met de lijn van de Commissie om binnen de IMO
actie te ondernemen ter vermindering van broeikasgasemissies van
schepen en indien dit niet mocht baten actie te ondernemen op
EU-niveau. Daarnaast is ook Nederland voorstander van een vlotte
implementatie van internationale (IMO en EU) milieuwetgeving.
Nederland is het met de Europese Commissie eens dat zij zich in eerste
instantie zal concentreren op de uitvoering en handhaving van
bestaande veiligheidsregelgeving.
De voorstellen van de Europese commissie ten aanzien van de
beveiliging van het zeevervoer, zowel voor wat betreft het voorkomen
van terroristische aanslagen als de beveiliging ten aanzien van
piraterij en het voorkomen van illegale migratie, zijn in lijn met het
Nederlandse beleid. Ook Nederland is er voorstander van om piraterij
hoog op de internationale agenda te plaatsen. Actie door lidstaten of
Europese Unie alleen dragen onvoldoende bij aan een snelle oplossing
van het probleem. De aspecten die verband houden met illegale migratie
verdienen nog nadere uitwerking.
Nederland ondersteunt de ambitie van de Commissie de diverse
informatiesystemen op het gebied van maritieme surveillance op elkaar
aan te sluiten met als doel te komen tot tot een geïntegreerd
informatiebeheerssysteem. Dit kan bijdragen aan de reductie van
administratieve lasten voor de bedrijven in de maritieme sector en
leiden tot verbetering van de toepassing van EG-regelgeving. Een
`need-to-know' basis is daarbij van belang evenals bescherming van
persoons- en bedrijfsgegevens en de ontwikkelingen in andere
internationale organisaties. In dit kader is het lopende maritieme
surveillance project van het EDA (Europees Defensie Agentschap) van
belang wat als doel heeft het op elkaar aansluiten van militaire en
civiele systemen voor betere operationele inzetbaarheid.
Ten aanzien van het zorgen voor de juiste voorwaarden om investeringen
in de havensector aan te trekken heeft Nederland de zorg dat de
Commissie aanstuurt op herverdeling van ladingstromen. Nederland laat
beslissingen over ladingstromen liever aan de markt over. Die kiest
vanzelf de meest efficiënte oplossing. Richtsnoeren van de Commissie
over de toepassing van de communautaire milieuwetgeving op de
havenontwikkeling zijn zeer welkom.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken