4. Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over bericht over
veelvuldig gebruik van isoleercellen en de omstandigheden in deze
cellen,
Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over bericht over veelvuldig
gebruik van isoleercellen en de omstandigheden in deze cellen,
Kamerstuk, 27 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
27 maart 2009
CZ-K-U-2916936
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya
(D66) over berichten over veelvuldig gebruik van isoleercellen en de
omstandigheden in deze cellen (ingezonden 2 maart 2009).
Vraag 1
Deelt u de mening dat patiënten, jong en oud, geen criminele
behandeling verdienen en dat de omstandigheden van de isoleercel
hieraan moeten worden aangepast? 1) 2)
Antwoord 1
Ik ben het met u eens dat patiënten geen criminele behandeling
verdienen. Dit behoort ook niet tot de taken van de GGZ. In de GGZ
worden mensen behandeld met een psychische stoornis. Soms is het nodig
om dwang- en drangmaatregelen (waaronder het separeren) bij patiënten
toe te passen, zodat gunstiger voorwaarden ontstaan voor verdere
behandeling. Deze maatregelen mogen niet worden toegepast als
strafmaatregel. Binnen een instelling kunnen zich onverwachte
gevaarssituaties voordoen voor de patiënt en de omgeving, die soms
separatie noodzakelijk maken. Separeren moet echter wel een
uitzondering zijn en is verbonden aan allerlei voorwaarden. Tevens
moeten separaties altijd worden gemeld aan de Inspectie voor de
Gezondheidszorg.
Vraag 2
Bent u bereid in iedere separeercel de rechten van de patiënt
duidelijk leesbaar ter beschikking te stellen, zodat de patiënt
tijdens de separatie te allen tijde bekend is met zijn of haar rechten
en hierop ook aanspraak kan maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het is sinds jaren een vaste eis van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg dat in iedere separeercel een duidelijk leesbaar
separeerreglement aanwezig is, waarin de patiënt onder andere op zijn
of haar rechten wordt gewezen.
Daarnaast dient sinds 1 juni 2008 iedere patiënt ten aanzien van wie
bepaalde dwangmaatregelen, zoals omschreven in de Wet bijzondere
opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz), zijn genomen en
waartegen een klacht kan worden ingediend, schriftelijk te worden
geïnformeerd over de gronden waarop deze beslissing berust. Daarbij
dient dan tevens te worden gewezen op de mogelijkheid de
patiëntenvertrouwenspersoon in te schakelen en op de mogelijkheid
gebruik te maken van de klachtenregeling.
Vraag 3
Isoleren is in de regel alleen bedoeld om acuut gevaar af te wenden.
Hoe verklaart u dat cliënten soms dagen, weken of maanden in een
isoleercel verblijven? Kunt u er zorg voor dragen dat er een maximale
isoleertijd komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Onvrijwillige isolatie of separatie kan alleen in geval van een
noodsituatie of in het kader van een dwangbehandeling. Er is sprake
van een noodsituatie als er geen passend zorgplan is en er geen
gelegenheid is voor overleg met betrokkenen en uitstel van handelen
onverantwoord is. In noodsituaties spreekt men over middelen en
maatregelen. Separeren mag dan voor maximaal 7 dagen. Hiervoor geldt
dus een maximale isoleertijd.
Dwangbehandeling is het behandelen van een psychische stoornis tegen
de wil van de cliënt. Hierbij is altijd een behandelplan aanwezig.
Separeren in het kader van een dwangbehandeling kan voor onbepaalde
tijd.
Er geldt dus geen maximale isoleertijd. Echter, de aanvang en
beëindiging van de separatie moet worden gemeld aan de Inspectie voor
de Gezondheidszorg. Daarnaast moet het behandelplan maandelijks door
de behandelaar worden geëvalueerd en moet altijd de doelmatigheid,
proportionaliteit en subsidiariteit in acht worden genomen. Een
behandelaar moet altijd toetsen of de separatie nog een geëigend
instrument is in het kader van de behandeling.
Vraag 4
Kunt u ervoor zorgen dat iedere patiënt en de familie of naasten op de
hoogte worden gebracht van de reden van separatie? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Ervan uit gaande dat u hier doelt op separatie waarbij de patiënt zich
verzet en dus de Wet Bopz van toepassing is, schrijft deze wet voor
dat bij toepassen van middelen of maatregelen in een noodsituatie de
echtgenoot, wettelijk vertegenwoordiger of, als die ontbreken, de
naaste (familie)betrekkingen zo spoedig mogelijk worden ingelicht. Bij
het toepassen van dwangbehandeling dient de (wettelijk)
vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk te worden ingelicht als de
patiënt wilsonbekwaam is. Is de patiënt wilsbekwaam, dan kan de
familie niet worden ingelicht als de patiënt dat niet wenst. De
patiënt zelf dient natuurlijk schriftelijk te worden geïnformeerd over
de gronden waarop de beslissing tot separatie berust (zie ook het
antwoord op vraag 2).
Vraag 5
Indien er gesepareerd wordt, kunt u er dan zorg voor dragen dat
cliënten de gelegenheid krijgen om deze ervaring na te bespreken met
een onafhankelijk persoon? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
In ieder psychiatrisch ziekenhuis werkt een
patiëntenvertrouwenspersoon (pvp). De pvp is niet in dienst van het
ziekenhuis maar van een onafhankelijke, landelijke stichting.
Patiënten hebben altijd de mogelijkheid om klachten over het verblijf,
de behandeling en het behandelend team of de arts met de pvp te
bespreken. Een patiënt mag de pvp altijd spreken, ook als hij/zij is
gesepareerd.
Vraag 6
Bent u bereid in alle isoleercellen ten minste te zorgen voor
sanitaire voorzieningen zodat patiënten niet langer hun behoefte
moeten doen op een `papieren hoedje'? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Er worden de laatste jaren steeds meer nieuwe separeerruimten gebouwd,
waarin sanitaire voorzieningen aanwezig zijn. De aanwezigheid van
sanitair in de separeerruimte is echter niet voor iedere patiënt
veilig. In het verleden hebben patiënten zichzelf aan deze
voorzieningen beschadigd, soms met ernstige gevolgen.
Daarom worden in de bouwmaatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen
voor separeervoorzieningen en afzonderingsvoorzieningen
(Bouwmaatstaven 2003) onder andere de volgende twee
basiskwaliteitseisen voor een nieuw te bouwen separeervoorziening
gesteld: 1. Een separeervoorziening in de GGZ heeft ten minste twee en
ten hoogste vier separeerkamers en 2. Per separeervoorziening wordt
ten minste één separeerkamer geheel vrij van vaste inrichtingen
uitgevoerd. Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg pleit voor een
dergelijke differentiatie.
Vraag 7
Kunt u ervoor zorgen dat patiënten tijdens hun separatie altijd
contact kunnen opnemen met hun familieleden of andere naasten als zij
aangeven daaraan behoefte te hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Uitgangspunt is dat alle patiënten die gesepareerd zijn, contact met
familie of andere naasten kunnen opnemen. In artikel 40 van de Wet
Bopz zijn de gronden genoemd waarop een beperking in het recht op
bezoek of op telefonisch contact kan worden opgelegd. Beperking is
mogelijk indien van het bezoek ernstige nadelige gevolgen moeten
worden gevreesd voor de gezondheidstoestand van de patiënt of indien
dit ter voorkoming van de verstoring van de orde van het ziekenhuis of
ter voorkoming van strafbare feiten noodzakelijk is.
Vraag 8
Kunt u instellingen verplichten om tijdens een separatie contact met
de cliënt te intensiveren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee, verplichten kan ik dat niet, omdat ik niet kan en wil treden in
de details van de uitoefening van het beroep van de zorgprofessional.
Normen voor de aard en frequentie van contact met een gesepareerde
patiënt moeten door het veld en de beroepsgroepen zelf worden
ontwikkeld. Ik heb in mijn brief van 16 december 2008 (TK 25 424, nr.
75) aangegeven dat ik GGZ Nederland in deze een rol als regievoerder
toedicht. GGZ Nederland heeft inmiddels aangegeven deze rol op zich te
nemen om te komen tot een veldnorm voor kwalitatieve en kwantitatieve
bezetting op opname-afdelingen in de GGZ en tot een multidisciplinaire
richtlijn rond preventie van dwangtoepassing.
Verder noem ik hier nog de recent, door de Nederlandse Vereniging voor
Psychiatrie, opgestelde richtlijn `Besluitvorming Dwang: opname en
behandeling`. De NVvP heeft aangegeven op basis van die richtlijn,
normen opstellen. De NVvP zal dit samen met andere relevante partijen,
zoals GGZ Nederland en de collega-beroepsverenigingen opnemen.
Vraag 9
Kunt u uiteenzetten in hoeverre instellingen worden aangemoedigd of
verplicht om te investeren in de preventie van en alternatieven voor
isoleren?
Antwoord 9
In 2006 waren er signalen dat het aantal separaties in Nederland te
hoog lag. Naar aanleiding van deze signalen startte GGZ Nederland het
project Dwang en drang in de GGZ, met als doel om tot eind 2008 de
separaties in de GGZ met 10% per jaar te verminderen.
Hiervoor kwam ook vanuit de overheid geld beschikbaar. Instellingen
werden door dit project niet verplicht maar wel aangemoedigd een
cultuurverandering toe te passen rond het toepassen van dwang- en
drangmaatregelen. Het ging daarbij om een verandering van het
beheersen van situaties naar het voorkomen van escalaties. In dit
veranderingstraject werkt GGZ Nederland samen met cliënten en
familievertegenwoordigers uit het Landelijk Platform GGZ.
Op 11 december 2008 heeft GGZ Nederland een congres georganiseerd waar
de resultaten van het project werden gepresenteerd. Het aantal en duur
van dwang- en drangmaatregelen nam door het project af met iets meer
dan 10%. Het congres vormde de start voor de borging van de behaalde
resultaten binnen de sector en de voortzetting van de ingezette koers.
Tijdens dit congres is tevens aangekondigd dat de minister van VWS de
beleidsregel op basis waarvan de dwang- en drang projecten werden
gefinancierd, met 1 jaar zal verlengen. De nadruk zal dit jaar vooral
liggen in de borging van de resultaten.
Ook zullen er in het programma `Patiëntveiligheid 2008-2011' van GGZ
Nederland (waarvan één van de speerpunten is het terugdringen van
dwang & drang), extra middelen beschikbaar zijn.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport