ChristenUnie
CU: 'Verantwoordelijkheid nemen in tijden van crisis'
donderdag 26 maart 2009 19:48 ,,Verantwoordelijkheid nemen in een tijd
van ernstige economische crisis. Dat was en is de inzet van de
ChristenUnie, nu en in de afgelopen weken.'' Zo begon
fractievoorzitter Arie Slob vandaag zijn bijdrage aan het debat over
de kabinetsplannen ter bestrijding van de economische crisis.
Slob: ,,Verantwoordelijkheid nemen in een tijd van ernstige
economische crisis. Dat was en is de inzet van de ChristenUnie, nu en
in de afgelopen weken. Dat was nodig. De de crisis dringt namelijk
door in het leven van mensen.
Het gevolg is een toenemende onzekerheid. Mensen die hun baan kwijt
raakten of dreigen kwijt te raken. Jongeren die niet aan de slag
komen. Zorgen over inkomens. Zorgen over pensioenen. Stilliggende
bouwprojecten. Vrachtauto's die langs de kant komen te staan.
Ook op andere niveaus laat de crisis sporen achter. Ton Koopman ziet
zijn uitvoering van de Matteus Passion geschrapt worden en tot in de
topsport toe worden sponsorcontracten beëindigd.
Achter de financieel-economische crisis gaan andere, diepere crises
schuil. Crises waarvan we in ieder geval weten dat ze in 2011 niet
voorbij zijn. De ecologische crisis. Het schaarser worden van
grondstoffen. De uitputting van energiebronnen. De wereldwijde
voedsel- en watercrisis. Juist de omstandigheid dat we niet alléén
spreken over een financiële of economische crisis, drukt ons met de
neus op de feiten.
Feiten die de meesten van ons diep in ons hart wel weten en wisten.
Dat er grenzen zijn aan de groei. Dat je niet met oogkleppen op kunt
doorbouwen, maar ook moet bewaren. Dat goed rentmeesterschap niet
gericht is op maximalisatie van de winsten nu, maar ook op de
mogelijkheid om in toekomende jaren nog de vruchten van deze aarde te
kunnen plukken. Een robuuste, duurzame en sociale economie
veronderstelt een samenleving waarin mensen hun verantwoordelijkheid
nemen. Verantwoordelijkheden die in de financiële sector de afgelopen
jaren onvoldoende zijn opgepakt. Ik heb het op deze plaats al eens
eerder gezegd: wat is er sprake geweest van slecht rentmeesterschap.
In die buitengewone omstandigheden stuitten we de afgelopen maanden op
de grenzen van het coalitieakkoord. We hebben de randen niet
opgezocht, we knalden erop. Zeker, het akkoord bevat een inspirerende
agenda voor de toekomst. Die staat en die blijft. Het appel om samen
te werken aan groei, duurzaamheid, respect en solidariteit is wat ons
betreft een vóórtdurende opdracht voor alle tijden. We herkennen de
christelijk-sociale koers waar de ChristenUnie voor staat.
Maar door de financieel-economische crisis, en alle uitdagingen
daarachter, heeft die opdracht om te werken aan een samenleving waarin
groei, duurzaamheid, respect en solidariteit heersen, een nieuwe
urgentie gekregen. En dat heeft de grondslagen van het coalitieakkoord
geraakt.
En daarom hebben we in coalitieverband hierover met de nodige
onderbrekingen een kleine drie weken vergaderd. Als fractievoorzitter
van de ChristenUnie heb ik daaraan meegedaan. Mevrouw de
Voorzitter, ik richt me nu ook in het bijzonder tot u als voorzitter
van de Tweede Kamer. Ik zeg u eerlijk: op voorhand vond ik het niet
vanzelfsprekend dat ik aan die tafel zou bijschuiven. Maar ik zeg er
direct achteraan: uiteindelijk was het wel onvermijdelijk. Het
coalitieakkoord behoefde een aanvulling, en dat akkoord is nu eenmaal
het `bezit' van de drie coalitiefracties. Het met elkaar werken aan
een aanvullend akkoord was daarom zeer gewenst. Ik ben blij dat het
voorbij is, wat mij betreft blijft het hier ook bij, maar nogmaals:
het was onvermijdelijk. Terugkijkend in de geschiedenis is het
overigens niet uniek wat nu gebeurd is. Al was de opgave waarvoor wij
stonden wel van een ongekende omvang.
Dat brengt mij nu ook bij de inhoud van het akkoord. Deze coalitie
stond voor meer dan alleen de vraag hoe de overheidsfinanciën zich
verhouden met de financieel-economische crisis. De coalitie moest een
nieuwe agenda voor de toekomst te formuleren. Een agenda die overigens
naadloos de agenda uit het coalitieakkoord uit 2007.
Ik vat dat samen in vier punten:
* Een concurrerende en ondernemende economie hadden we reeds als doel.
Maar werkgelegenheid en bedrijvigheid hebben nu wel topprioriteit.
* Een duurzame leefomgeving hadden we reeds als doel. Maar op dat doel
moeten we nu nog sneller afkoersen.
* Veiligheid, stabiliteit en respect waren reeds ons doel. Maar de
morele agenda die daarbij past, verdient een forse aanvulling voor het
financieel-economische domein.
* Solide overheidsfinanciën tekenden het beleid van deze coalitie al.
Maar om deze soliditeit voor de toekomst te waarborgen, waren nieuwe
maatregelen nodig.
Werken aan deze agenda voor de toekomst vereist samenwerking met de
mensen in het land. Zonder hen gaat het niet, en zonder hen willen we
het niet. Ik ben dan ook erg blij dat de regering met de werkgevers en
de werknemers een sociaal akkoord heeft kunnen sluiten op het gebied
van loonmatiging, bestrijding van de werkloosheid en borging van de
overheidsfinanciën in de toekomst. Het grote belang daarvan kan niet
genoeg benadrukt worden. Vanmorgen in de hoorzitting werd dat nog eens
onderstreept door onder anderen de voorzitter van MKB Nederland, de
heer Hermans.
Maar meer nog dan aan deze `polderorganisaties' denk ik aan al die
individuele burgers, bedrijven en instellingen. Zij staan iedere in
persoon voor de uitdaging om nieuwe initiatieven te tonen, nieuw werk
te vinden, zich om te scholen en op hun beurt te werken aan een
duurzame samenleving.
Ik ben ervan overtuigd dat de Nederlandse samenleving deze uitdaging
aan kan.
Mits we de maatregelen zo vormgeven dat we de lasten met z'n allen
dragen, de zwaarste lasten op de sterkste schouders.
Mits wij ook met z'n allen bereid zijn om aan meer en verder te denken
dan alleen ons eigen belang.
En vooral: Mits wij bereid zijn ons te laten louteren door de crisis.
Te zien welke lessen we kunnen trekken. In de economie. In de
bedrijven. In de financiële instellingen. In ons grondstoffen en
energiegebruik. In en met ons geld. In ons gedrag. Met deze omslag
kunnen we nú beginnen!
Werk, werkgelegenheid, economische veerkracht. Dat is het eerste,
belangrijke onderdeel van de aanvullende beleidsafspraken op het
coalitieakkoord.
Er ligt een investeringspakket voor van ca. 6 miljard. Niet meegeteld
de bedragen die gemeenten en provincies gaan meebetalen. Een groot
pakket. Omgerekend naar lonen: genoeg om tenminste 150.000 mensen aan
het werk te houden. Maar het betekent meer. Deze investering
veroorzaakt op haar beurt bestellingen, investeringen, bedrijvigheid.
Loonmatiging, in de buurt van de nullijn, ligt de komende drie jaren
binnen bereik. Ook op die manier houden we werkgelegenheid in stand.
Op een solidaire manier die bij ons land past. We steken - in
samenwerking met sociale partners - onze nek uit om de
jeugdwerkloosheid tegen te gaan, te investeren in onderwijs en kennis.
Is onze agenda voor de toekomst daarmee klaar? Nee. Zoals het zich nu
laat aanzien, is de stijging van de werkloosheid in de komende jaren
onontkoombaar. We moeten daarom werken aan werk. De kwetsbare groepen
en bestrijding van de jeugdwerkloosheid hebben dan voor de
ChristenUnie prioriteit. Ik vraag het kabinet snel met uitwerkingen te
komen, in het bijzonder op die punten.
Het tweede belangrijke onderdeel van het aanvullende akkoord betreft
duurzaamheid. Sommigen waren bang dat duurzaamheid het eerste
slachtoffer zou worden in deze economisch zware tijden. Wat de
ChristenUnie betreft had dat nooit de uitkomst zijn en dat is ook niet
het geval. Ja, de vliegtax verdwijnt. Jammer, want de vervuiler mag
betalen! Gelukkig staat er veel tegenover. Geld voor de
energiebesparing is verzekerd. Windenergie op zee. En die
kerosinebelasting komt er nog wel. En meer nog: de meeste
investeringen hebben een dubbel doel. Het geld voor energiebesparing
in woningen, of windenergie op zee, zorgt voor werk, en een schoon
milieu. Dat geldt ook voor het extra geld voor infrastructuur en
woningen, in vaarwegen en in het deltaprogramma. De zandsuppletie kan
van start! Allemaal investeringen voor nu, en voor de toekomst. Die
overigens ook om snelle uitwerking vragen. Wanneer zien we die?
Ook deze agenda is hiermee niet klaar. Ja, het is een flinke stap in
de goede richting. Maar er zijn meer - en nog zwaardere - wissels die
moeten worden genomen. Een zuiniger gebruik van grondstoffen. Een meer
verantwoorde voedselproductie. 20 procent duurzame energie in 2020 is
mooi, maar lang niet genoeg. We maken een aanvang met de Deltawerken
van de 21ste eeuw om Nederland tegen de stijgende waterspiegel te
beschermen.
Meer dan genoeg voor een vervolgagenda dus. Met als rode draad: hoe
komen we tot een 'gekwalificeerde economische groei'? Die rekening
houdt met schaarsten. Met armoedevraagstukken. Met de draagkracht van
de aarde. Graag een reactie
Een derde belangrijk onderdeel van het aanvullende akkoord. De agenda
voor de morele versterking van de samenleving. Er was in het
coalitieakkoord hiertoe al een agenda opgesteld. Daarbij ging en gaat
het om veiligheid, om handhaving van de openbare orde, om bestrijding
van drugsoverlast en bestrijding van uitbuiting in de prostitutie. En
er is een handvest van burgerlijke verantwoordelijkheden in de maak,
met als kern: het niet alleen gaat om wat het land - of de ander -
voor jou doet, maar ook wat jij voor het land, of voor de ander kunt
doen.
Die morele agenda heeft een aanvulling nodig heeft voor de financiële
en economische sector. Is dat vreemd? Eigenlijk niet. De Bijbel leert
ons al dat geldzucht de wortel van alle kwaad is. En dus hangen de
grootste verleidingen van deze tijd niet alleen samen met -
bijvoorbeeld - drugs, of alcohol, maar met de verleiding van het geld.
Dan spreken we over bonussen, maar ook over topbeloningen die elke
relatie met prestatie missen.
Ik mag hopen dat iedereen nu ziet, dat wat niet verdedigbaar leek, ook
niet verdedigbaar was!
Ik ben blij met de maatregelen die het aanvullend akkoord aankondigt.
Is de morele agenda hiermee klaar? Nee. Wat de ChristenUnie betreft
moet het kabinet nu al de maatregelen voorbereiden voor het geval de
versterking van de positie van de RvC met name niet werkt. De stok
achter de deur moet klaar staan.
Ik denk aan een wet die de voorwaarden regelt waaronder de overheid
tot staatssteun of overheidsdeelnemingen mag overgaan. Daarin kunnen
voorwaarden aan de betreffende onderneming gesteld worden. Ik denk ook
aan een regeling die aandeelhouders prikkelt om verantwoord met de
beloningsstructuur om te gaan. Bijvoorbeeld een
dividendkortingsregeling.
Daarbij is het van belang het publieke belang van de financiële
instellingen opnieuw aan te geven. Die nutsfunctie vraagt bijzondere
waarborgen en een bijzondere verantwoording. Ik wil het kabinet vragen
ook daar aan te werken.
Hernieuwde ijking van de publieke nutsfunctie is ook buiten de
financiële sector aan de orde. Immers, overheidsinstelling of niet, in
het onderwijs, in de zorg, in de volkshuisvesting, in de energiesector
of bij de omroepen en de media werk je niet voor of ten behoeve van je
particuliere belang, maar ten behoeve van het algemeen belang. Dat
geeft een bijzondere verantwoordelijkheid. Dat geeft geen bijzondere
of buitensporige geldelijke beloning. Dat geeft wel een bijzondere
voldoening. Jouw werk doet er toe! Je werkt, je mag werken aan
samenlevingsopbouw! Voor anderen dus!
Tenslotte wil ik ingaan op de solide overheidsfinanciën, nu en in de
toekomst.
Dit jaar en volgend jaar bezuinigen we niet. Wel werken we vanaf 2011
aan tekortreductie. Als ChristenUnie zijn we daar zeer uitgesproken
geweest. Ook al voor de onderhandelingen. Crises moeten niet onnodig
verdiept en verlengd worden, maar als kan moet er gewerkt worden aan
herstel van de overheidsfinanciën.
Desalniettemin vraagt herstel in 2011 nu al om forse maatregelen,
waarbij we nogal wat van de mensen vragen. Om te beginnen dus drie
jaren lang op of dichtbij de nullijn.
Deze maatregelen staan in het verlengde van de maatregelen om op
langere termijn de overheidsfinanciën in het gareel te krijgen. Denk
aan de maatregelen in het kader van de AOW, de zorg en het eigen huis.
De ChristenUnie denkt hier niet gering over. Er is gekozen voor
doorwerken tot 67 jaar. Over de wijze van invoering spreken we elkaar
nog nader. Mijn fractie is blij met de passage over zware beroepen. Na
50 jaar verandert de pensioengerechtigde leeftijd dus. Veel mensen
krijgen een ander perspectief voor hun oude dag. Sommigen juichen dat
toe, sommigen werken zelfs al na hun 65ste. Maar anderen zullen daar
tegen aan hikken en dit zwaar opvatten. Die geluiden laten we niet
zomaar langs ons heen glijden. Waarom kunnen we met die mogelijke
uitkomst toch instemmen? Omdat het samen dragen van de lasten dit
nodig maakt.
We vragen dus nog al wat. Maar de houdbaarheidsmaatregelen kennen ook
een spreiding, die ook elders in het aanvullend akkoord te vinden is.
Ook de fiscale begunstiging van het eigen huis is aan de bovenkant van
de huizenmarkt niet ontzien. Met andere woorden: de villasubsidie
wordt gematigd. We vinden daar onze inzet in terug. Al wordt er
terecht door sommige op gewezen dat hier nog meer mogelijk zou zijn
geweest. Dat bewaren we dan maar voor een andere keer.
Ik kom tot een afronding. De fractie van de ChristenUnie ziet - zoals
ik aan het begin van mijn bijdrage al aangaf - het akkoord dat is
afgesloten als het nemen van verantwoordelijkheid in een moeilijke
tijd. Regeren in een tijd waarin we de wind in de rug hebben is niet
zo moeilijk. Het komt er op aan wat je doet als er sprake is van forse
tegenwind. Als ChristenUnie zijn we niet afgestapt, zijn we ook niet
blijven steken in commentaar vanaf de zijlijn, maar hebben we samen
met onze coalitiegenoten gewerkt aan de toekomst van ons land. We
wensen het kabinet veel wijsheid en zegen toe bij het verder uitwerken
van dit akkoord.