Antwoord op Kamervragen over de commissie-Davids
Kamerstuk | 25-03-2009
Minister-president Balkenende heeft geantwoord op vragen van het
Kamerlid Kant (SP) over de beantwoording van vragen door de
commissie-Davids over de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak.
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Kant
(SP) d.d. 10 maart 2009, nr. 2009Z04249, inzake de beantwoording van
vragen over de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak door de
commissie Davids.
De minister-president,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
1
Wat is uw mening over de uitspraken van de heer Davids dat hij zich
enkel richt op de feiten en dat er geen politiek getinte vragen zullen
worden beantwoord door de commissie? 1) Vindt u ook dat de door de SP
gestelde vragen te politiek zijn om door de commissie te laten
beantwoorden? Zo ja, waarom?
2
Vindt u dat een door de SP gestelde vraag als -"Is er na het besluit
dat Nederland politieke steun zou verlenen aan de oorlog in Irak een
opdracht uitgegaan naar inlichtingendiensten en ministeries die de
reeds gemaakt beslissing verder moesten onderbouwen?- een feitelijke
vraag is die prima door de commissie onderzocht kan worden? Zo ja,
waarom gebeurt het dan niet? Zo nee, wilt u dan zelf per ommegaande
deze vraag beantwoorden?
3
Hoe definieert u een "politiek getinte vraag"? Deelt u de mening dat
álle vragen naar de achtergrond van de politieke steunverlening aan de
inval in Irak politiek getint zijn? Zo nee, waarom niet? Is het niet
zo dat alle feiten die onderzocht gaan worden voorvloeien uit
politieke besluiten of handelingen? Zo ja, bent u bereid om de
commissie Davids te vragen haar taakomschrijving ruimer op te vatten?
Zo nee, wat is dan volgens u het verschil tussen een onderzoekbaar
feit en een politiek getinte vraag?
4
Als de door de SP ingediende interpellatievragen 2) door de commissie
Davids als politiek getint worden beschouwd en daarmee niet worden
beantwoord, wat is dan uw verwachting over de beantwoording van alle
andere vragen die in de Eerste en Tweede Kamer zijn gesteld? Hoe groot
acht u de mogelijkheid dat de commissie Davids het merendeel van de
gestelde vragen niet zal beantwoorden, gezien hun politieke
getintheid?
5
Acht u de uitspraak van de heer Davids, dat politiek getinte
antwoorden niet beantwoord worden, in tegenspraak met uw uitspraak
tijdens het interpellatiedebat van 17 februari 2009 waarin u zei: 'Bij
dat onderzoek zal hij naar verwachting ook de vragen betrekken die de
geachte afgevaardigde, mevrouw Kant, vandaag heeft gesteld. De
regering zal die in ieder geval aan de commissie doorgeleiden'? Heeft
u de heer Davids van uw verwachting tot beantwoording van de vragen op
de hoogte gebracht? Zo nee, waarom niet?
6
Is het in uw optiek wenselijk dat de commissie Davids zich beperkt tot
feitenonderzoek of zou het goed zijn als de commissie ook een oordeel
uitspreekt over de politieke gang van zaken? Acht u de vertraging die
nu optreedt niet schadelijk voor de openheid van onze democratie?
7
Bent u, nu de heer Davids heeft laten weten de antwoorden niet te
zullen geven, bereid om de (acht) op 17 februari gestelde
interpellatievragen alsnog binnen drie weken te beantwoorden? Zo nee,
waarom niet?
8
Bent u, nu de heer Davids heeft laten weten geen politiek getinte
vragen te beantwoorden, bereid alle vragen die politiek getint zijn
alsnog binnen drie weken te beantwoorden? Zo nee, vindt u dat het
parlementaire grondrecht op informatie gerespecteerd wordt wanneer
vragen waarvan nu al bekend is dat de commissie Davids ze niet zal
beantwoorden, voor meer dan negen maanden onbeantwoord blijven?
Antwoord vraag 1 tot en met 8.
Zoals in mijn brieven d.d. 2 en 3 februari 2009 alsmede tijdens de
debatten van 4 en 17 februari 2009 gesteld, is de status van de
commissie Davids onafhankelijk. In het onderzoek van de commissie
Davids worden betrokken alle door beide Kamers der Staten-Generaal
gestelde vragen die op het onderwerp van onderzoek betrekking hebben,
alsmede alle vragen die tijdens het onderzoek van de commissie over
dit onderwerp worden gesteld. Gezien de onafhankelijke status van de
commissie Davids moet ik mij onthouden van duiding of uitleg van
eventuele uitspraken van de voorzitter van de commissie. Tijdens het
debat met uw Kamer heb ik aangegeven dat wanneer de onafhankelijke
commissie haar onderzoeksrapport heeft uitgebracht, de regering haar
politiek oordeel over dat rapport zal uitspreken en haar
verantwoordelijkheid zal nemen voor beantwoording van de door Tweede
en Eerste Kamer gestelde vragen. Het zal in belangrijke mate afhangen
van opzet, inhoud en mate van detaillering van dit eindrapport of op
dat moment zal kunnen worden volstaan met een verwijzing naar het
rapport waarin die vragen expliciet zullen zijn beantwoord, danwel dat
een uitgebreidere referentie naar de antwoorden mogelijk zal zijn.
Eveneens is het voorstelbaar dat aanvullende antwoorden van de
regering nodig zullen zijn c.q. antwoorden op niet beantwoorde vragen.
Daarover is uiteraard pas uitsluitsel mogelijk wanneer het eindrapport
is uitgebracht. Eerst moet de commissie in alle onafhankelijkheid haar
werkzaamheden kunnen verrichten.
1) de Volkskrant, 3 maart 2009: "Nieuwsgierig, onafhankelijk en
begaan; Dinsdagprofiel Willibrord Davids"
2) Vraagnummer 2009Z02707/2080913593
Ministerie van Algemene Zaken