PvdA Europees parlement
Waarborg sociale aansprakelijkheid in productieketens
26 maart 2009
"Een grote overwinning voor de werknemers in Europa", zo benoemt
PvdA-europarlementariër Jan Cremers de stemming vandaag in het
Europees Parlement. Een meerderheid heeft ingestemd met het voorstel
van Cremers en andere Europese sociaal-democraten om het bewust
ontlopen van sociale verantwoordelijkheid in productieketens streng
aan te pakken.
In situaties waarin gebruik wordt gemaakt van onderaanneming en
uitbesteding, komt het voor dat bijvoorbeeld lonen en sociale premies
niet worden uitbetaald. De Europese Commissie moet volgens het
voorstel nieuwe wetgeving opstellen om frauduleus handelen in die
productieketens te bestrijden. "De wet komt het midden- en
kleinbedrijf tegemoet, dat bonafide commerciële activiteiten wenst te
ontwikkelen en moet opboksen tegen oneerlijke concurrentie", volgens
Cremers.
In arbeidsintensieve sectoren is uitbesteding en onderaanneming van
het werk enorm toegenomen. PvdA-er Cremers: "In de Nederlandse bouw
alleen al is er een toename van 20%, volgens het Economisch Instituut
voor de Bouwnijverheid." Het hoofdbedrijf sleept dan alleen nog maar
de opdracht binnen, de uitvoering geschiedt in een keten van
onderaannemers en toeleveranciers. Dit verschijnsel doet zich overal
in Europa voor.
"Het gevolg is wel dat werknemers, die in dienst zijn van een
onderaannemer, meestal een minder beschermde rechtspositie hebben.
Uitzendbureaus, maar ook minder bonafide arbeidsbemiddelaars of
koppelbazen proberen alles te omzeilen wat wettelijk verplicht is",
aldus Cremers.
Het Europees Parlement vraagt nu om nieuwe regels die de sociale
verantwoordelijkheid, onder meer de betaling van belasting, sociale
premies en de gerechtigde lonen, in die productieketens vastlegt.
"Het is van het grootste belang om vast te leggen dat de
hoofdopdrachtgever medeverantwoordelijk blijft. Gaat een onderaannemer
failliet, dan moet de hoofdaannemer voor de afwikkeling van de sociale
verplichtingen verantwoordelijk worden gesteld", aldus Cremers. "Dat
geldt zeker in de situatie waar het hoofdbedrijf de uitbesteding
bewust gebruikt als wervingsmethode voor het arbeidsintensieve deel
van een productieproces en als een strategie om de directe
arbeidskosten te drukken".