Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Datum : 26 maart 2009
Betere screening bij
Persbericht zwangerschapsimmunisatie
Tijdens of na een zwangerschap kunnen vrouwen antistoffen maken tegen rode bloedcellen
van het (ongeboren) kind. Deze antistoffen kunnen leiden tot afbraak van de rode
bloedcellen van de foetus en de pasgeborene, en dat kan ziekte of zelfs de dood tot gevolg
hebben. De afgelopen jaren zijn de mogelijkheden toegenomen om antistofvorming tegen te
gaan. Nederlands onderzoek in het kader van het project Opsporing en Preventie
Zwangerschapsimmunisatie (het OPZI-project) heeft hieraan een aanzienlijke bijdrage
geleverd. De implicaties van die ontwikkelingen vormen de basis voor het advies van de
Gezondheidsraad dat vandaag door de minister van VWS in ontvangst is genomen.
Het advies gaat over twee soorten antistoffen tegen rode bloedcellen: D-antistoffen én niet
D-antistoffen. De eerste soort is gericht tegen het rhesus-D-antigeen, de tweede tegen andere
antigenen op rode bloedcellen. Van de D-antistoffen staat al langer vast dat ze afbraak van
rode bloedcellen kunnen veroorzaken, van de niet-D-antistoffen was dat minder duidelijk.
Screening op niet-D-antistoffen
Uit het OPZI-project blijkt dat met screening op niet-D-antistoffen per 100 000 gescreende
zwangere vrouwen vier tot zes gevallen van sterfte of hersenbeschadiging van het
(ongeboren) kind kunnen worden tegengegaan. De commissie is van mening dat het
screeningsprogramma voldoet aan de algemeen aanvaarde criteria voor verantwoorde
screeningsprogramma's en adviseert het programma in te voeren. De commissie raadt
daarbij aan over te gaan tot selectieve screening (bij alleen die vrouwen die een eerdere
zwangerschap hebben doorgemaakt of in het verleden een bloedtransfusie hebben
ontvangen), en tot selectief vervolgonderzoek (bij aanwezigheid van alleen sommige types
niet-D-antistoffen).
Aanpassing bloedtransfusiebeleid om de vorming van niet-D-antistoffen te verminderen
Uit het OPZI-project blijkt dat een in het verleden ontvangen bloedtransfusie een risicofactor
is voor het ontstaan van niet-D-antistoffen. De commissie doet suggesties om bloedtransfusies
aan vrouwen en meisjes in en vóór de vruchtbare leeftijd zodanig aan te passen dat dit risico
wordt geminimaliseerd.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 7520 Telefax (070) 340 75 23
E-mail:info@gr.nl www.gr.nl
Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Pagina : 2
Persbericht Extra profylaxe vóór de geboorte om de vorming van D-antistoffen tegen te gaan
Nederland kent al zo'n veertig jaar een programma om de vorming van D-antistoffen tegen te
gaan. Direct na de geboorte kan door typering van het rhesus-D-antigeen bij het kind worden
vastgesteld of de moeder risico loopt op antistofvorming. Blijkt dat het geval te zijn, dan
worden aan de moeder profylactisch (voorbehoedend) immunoglobulinen toegediend om zo
het ontstaan van D-antistoffen tegen te gaan. Omdat de vorming van D-antistoffen soms al
tijdens de zwangerschap plaatsvindt, is in 1998 ook profylaxe vóór de geboorte ingevoerd. De
commissie adviseert op basis van de gegevens uit het OPZI-project deze extra profylaxe te
handhaven.
Typering van het rhesus-D-antigeen vóór de geboorte om profylaxe toe te spitsen
Omdat tot nu toe pas na de geboorte van het kind was vast te stellen of de moeder risico
loopt op de vorming van D-antistoffen, kregen ook zwangere vrouwen zonder dat risico
extra profylaxe. Ontwikkelingen van de laatste jaren zorgen ervoor dat nu al tijdens de
zwangerschap een typering op het rhesus-D-antigeen is uit te voeren. De commissie
adviseert deze typering aan het programma toe te voegen, zodat extra profylaxe kan worden
gegeven aan alleen die zwangere vrouwen die risico lopen.
Samenstelling commissie:
· prof. dr. J. van der Noordaa, emeritus hoogleraar virologie, Almere, voorzitter · drs. F. Abbink, Centrum voor
Bevolkingsonderzoek, RIVM, Bilthoven, adviseur · prof. dr. A. Brand, hoogleraar transfusiegeneeskunde, Leids
Universitair Medisch Centrum · drs. C.A.M. Hazenberg, Bijzonder Instituut voor Bloedgroepenonderzoek,
Universitair Medisch Centrum Groningen · dr. M.P. Heringa, gynaecoloog, Universitair Medisch Centrum
Utrecht · prof. dr. H.H.H. Kanhai, emeritus hoogleraar verloskunde, Leiden · drs. M.A.M. Overbeeke, Stichting
Sanquin Bloedvoorziening, Amsterdam · prof. dr. D.J. van Rhenen, hoogleraar transfusiegeneeskunde, Erasmus
Medisch Centrum Rotterdam · prof. dr. E.W. Steyerberg, hoogleraar medische besliskunde, Erasmus Medisch
Centrum Rotterdam · prof. dr. T.J.M. de Witte, hoogleraar hematologie, Universitair Medisch Centrum St
Radboud, Nijmegen · dr. K. Groeneveld, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris
De publicatie `Zwangerschapsimmunisatie door rode bloedcellen' (nr2009/04) is te
downloaden van www.gr.nl en in een papieren versie op te vragen bij het secretariaat van de
Gezondheidsraad, fax (070)3407523, e-mail: order@gr.nl. Nadere inhoudelijke inlichtingen
verstrekt dr. K. Groeneveld, tel. (070)340 56 88 , e-mail k.groeneveld@gr.nl.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 7520 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: info@gr.nl www.gr.nl