Rechtbank Haarlem
Financieel voordeel uit schuldbekentenis geen ongerechtvaardigde
verrijking
De rechtbank Haarlem heeft op 4 maart 2009 geoordeeld dat in de zaak
van A het financieel voordeel verkregen uit een schuldbekentenis geen
ongerechtvaardigde verrrijking is.
A heeft tussen 2001 en 2005 tegen afgifte van schuldbekentenissen EUR
1.436.470,00 ter beschikking gesteld aan B. B heeft EUR 2.381.083,02
terugbetaald. De curator in het faillissement van B wil dat A het
verschil aan de boedel terugbetaalt. De rechtbank wijst de vordering
van de curator op alle gronden af.
A had niet hoeven vermoeden dat de uitbetalingen door B door misdrijf
verkregen gelden waren, zodat van schuldheling door A geen sprake is.
De schuldbekentenissen zijn ook niet in strijd met de goede zeden. De
hoge rentevergoeding alleen is daarvoor onvoldoende. Aangezien A en B
waren overeengekomen dat B de rente moest betalen is de rente ook niet
onverschuldigd betaald.
Ten slotte is ook geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking. Het
voordeel dat A heeft behaald vloeit voort uit de leningovereenkomsten
(schuldbekentenissen) tussen A en B. De omstandigheden die de curator
heeft gesteld maken niet dat die overeenkomsten naar maatschappelijke
opvattingen geen "normale" overeenkomsten zouden zijn. Die
omstandigheden gaan er namelijk vanuit dat B en A zouden hebben
afgesproken dat B de gelden ten behoeve van A zou beleggen, maar dat
is in deze zaak niet gebleken.
LJ Nummer
BH5025
Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 16 maart 2009 Naar boven