Persbericht
25 maart 2009
---------------------------------------
Eurofound publiceert tweede European Quality of Life Survey (2EQLS, Europees onderzoek naar levenskwaliteit):
Gezondheid, familie en kwaliteit van de samenleving - de hoekstenen van de levenskwaliteit in Europa
(DUBLIN, IERLAND) Bijna één op zes Nederlanders geeft aan dat de spanning tussen rassen en etnische groepen in het land hoog is; het hoogste niveau waargenomen in Europa volgens het tweede European Quality of Life Survey (2EQLS, Europees onderzoek naar levenskwaliteit) uitgevoerd door Eurofound, het in Dublin gevestigde EU-orgaan. Nederlanders hebben daarentegen erg veel vertrouwen in hun politieke instellingen en bevinden zich op dit punt in de top vijf van alle Europese landen. De Nederlanders plaatsen tevens hun gezondheid en de kwaliteit van en toegang tot gezondheidszorg in de top vijf in Europa. Het onderzoek zal op 25 maart worden voorgesteld in Praag onder het Tsjechische voorzitterschap van de EU. In het onderzoek is tevens tot uiting gekomen dat Europeanen in het algemeen tevreden zijn met hun levenskwaliteit. Toch zijn er grote verschillen in het niveau van tevredenheid met het leven en geluk, vooral bij de 12 nieuwe lidstaten in de EU.
Vier op vijf personen (81%) in de gehele Europese Unie verklaren dat gezondheid zeer belangrijk is voor de bepaling van levenskwaliteit. Meer dan twee op drie personen (67%) verklaren dat hun gezondheid zeer goed of goed is, één op vier (24%) beoordeelt zijn of haar gezondheid als redelijk en één op tien (9%) zegt een slechte of zeer slechte gezondheid te hebben. In de 12 nieuwe lidstaten en de drie kandidaat-lidstaten van de EU zijn er meer personen, vooral vrouwen, die hun gezondheid als 'slecht of zeer slecht' ervaren. Het is niet verrassend dat de gemelde slechte gezondheid gerelateerd is aan de leeftijd: in de EU-27 meldt minder dan 2% van de personen in de leeftijdsgroep tussen 18 en 34 jaar een slechte gezondheid, terwijl dit percentage 18% is bij de leeftijdsgroep vanaf 65 jaar. In het onderzoek is ook aan het licht gekomen dat een aanzienlijk aantal Europeanen problemen ondervindt bij de toegang tot gezondheidszorg. Eén op vier (25%) Europeanen meldt problemen omdat zij te ver van hun arts of ziekenhuis wonen, terwijl meer dan twee op vijf personen (38%) lang moeten wachten om een afspraak te maken, en meer dan één op vier (27%) problemen heeft om een arts te betalen.
Het onderzoek bracht ook aan het licht dat familieleven belangrijk is voor de levenskwaliteit: zeven op tien personen in Europa (68,7%) zeggen dat een goed familieleven zeer belangrijk is voor de levenskwaliteit. In het onderzoek heeft één op drie personen in de EU-27 (30%) gemeld dat zij dagelijks betrokken zijn bij het verzorgen van kinderen, met kleine verschillen tussen de 12 nieuwkomers (33%) en de EU-15 (29%). Over de werkelijke tijd die aan kinderen wordt besteed, melden vrouwen dat zij 33 uur per week en mannen dat zij ruim 18 uur per week voor hun kinderen zorgen en bezig zijn met hun opvoeding. Vrouwen melden dat zij 18 uur per week koken en met de huishouding bezig zijn, terwijl dit 10 uur per week is voor mannen. Eén op vijf (20%) personen in de EU-15 vindt dat hij of zij meer dan zijn of haar billijk deel van het huishoudelijke werk doet, terwijl dit iets lager is bij de 12 nieuwe lidstaten (18%) en de drie kandidaat-lidstaten (17%).
De perceptie van de kwaliteit van de samenleving is een ander fundamenteel element van het multidimensionale begrip van de levenkwaliteit. De dimensies van het welzijn van de samenleving - niet alleen van het individu - zijn benadrukt in de Lissabonstrategie en vormen een aandachtspunt in het Europese sociale beleid. De politieke en economische gevolgen van de twee recente uitbreidingen van de EU komen tot uiting in de inkomensverdeling, het vertrouwen in instellingen en sociale relaties. In de 12 nieuwe lidstaten is het vertrouwen in politieke instellingen het laagst in Polen, Hongarije, Litouwen en Tsjechië. In de EU-15 is dit het laagst in Italië, Portugal en het VK. Bij de vraag naar het vertrouwen in andere personen in hun land, hebben de inwoners van de Scandinavische landen en de Nederlanders op een schaal van één tot 10 de hoogste mate van vertrouwen aangegeven. Inwoners van Cyprus hebben het laagste niveau van vertrouwen te kennen gegeven, gevolgd door de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
"Door de uitdagingen ten gevolge van sociale uitsluiting, werkloosheid, vergrijzing van de bevolking, verandering in de familiestructuren, nieuwe geslachtsrollen en de uitbreiding van de EU zijn onderwerpen gerelateerd aan de levenskwaliteit op het voorplan gekomen in het debat over het Europese beleid", aldus Jorma Karppinen, directeur van Eurofound. "Het Europese onderzoek over de levenskwaliteit documenteert niet alleen de levensomstandigheden en de economische omstandigheden van Europeanen, maar ook wat zij daarover, en over de samenleving waar zij wonen, denken."
In het EQLS worden sociale relaties onderzocht met betrekking tot spanning tussen groepen en houdingen ten opzichte van migranten. Het onderzoek toont aan dat in de EU-15 de hoogste spanning tussen mannen en vrouwen en tussen jongeren en ouderen wordt waargenomen in Luxemburg (23% en 25%), gevolgd door Spanje (20% en 19%) en Griekenland (18% en 21%). In Denemarken is deze spanning het laagst (6% en 5%). Van de 12 nieuwe lidstaten is Hongarije op dit punt opvallend (20% en 30%), gevolgd door Bulgarije, Cyprus en Malta.
De mogelijkheid voor burgers om een evenwicht tussen familieleven, persoonlijke verplichtingen en professioneel leven te ontwikkelen, is centraal komen te staan in het debat over het sociale beleid. Toch verklaart bijna de helft (48%) van de burgers met een betaalde baan in de EU-27 nog altijd dat zij tenminste een aantal keer per maand door hun werk te moe zijn om hun huishoudelijke taken te verrichten. Het verslag toont aan dat mannen en vrouwen in de EU-27 het vrijwel even moeilijk hebben een balans tussen werk en privé-leven te bewerkstelligen. Circa 22% van de werkende mannen verklaart dat zij een aantal keer per week te moe zijn om huishoudelijke taken te verrichten, terwijl 21% van de vrouwen hetzelfde probleem meldt. 11% van de mannen vindt het verschillende keren per week moeilijk te voldoen aan hun familiale verantwoordelijkheden als gevolg van hun werk, terwijl dit voor 10% van de vrouwen het geval is.
Het onderzoek toont duidelijk aan dat materiële omstandigheden, levensstandaard en welzijn sterk afhangen van het inkomen en de economische toestand van het land waar men leeft. Volgens het EQLS is circa één op vier gezinnen in de 3 kandidaat-lidstaten en één op vijf in de 12 nieuwe lidstaten niet in staat om tijdig rekeningen van nutsvoorzieningen te betalen. Deze cijfers liggen aanzienlijk hoger dan in de EU-15, waar circa één op 10 gezinnen niet in staat is om tijdig hun rekeningen te betalen.
"Voor dit onderzoek hebben wij 35.000 mensen in 31 landen over heel Europa persoonlijk ondervraagd. Het onderzoek is uitgevoerd tussen november 2007 en februari 2008", aldus Robert Anderson, hoofd van de onderzoekseenheid 'Living Conditions and Quality of Life' (levensomstandigheden en levenskwaliteit) bij Eurofound. "Het onderzoek biedt een uniek en tijdgebonden inzicht in het multidimensionale begrip van de levenskwaliteit in Europa. Het verstrekt informatie over de levensstandaard en levenskwaliteit van Europeanen en is essentieel voor beleidsvormers en belangengroepen die streven naar verbetering van de levenskwaliteit."
Zie voor het volledige verslag
Om de gegevens uit het verslag in een toegankelijke vorm in kaart gebracht te zien, gaat u naar
Een samenvatting is beschikbaar in de 22 officiële talen van de EU op
Een mediapakket over het onderzoek over de levenskwaliteit is beschikbaar op
Voor meer informatie neemt u contact op met:
* Måns Mårtensson, mediahoofd, via e-mail:
* Teresa Renehan, Information Liaison Officer, via e-mail:
Ga voor meer informatie naar