Raad van State
Uitspraken Raad van State week 13 2009
1. 200704392/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Wet openbaarheid van bestuur
inhoudsindicatie:
(Verzoek om documenten over val van enclave Srebrenica openbaar te
maken)
Uitspraak over het verzoek van een inwoonster van Veenendaal aan de
minister van Defensie om documenten openbaar te maken. Het gaat om
documenten die door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
(NIOD) zijn gebruikt bij het opstellen van het rapport "Srebrenica,
een 'veilig' gebied". Dit rapport gaat over de gebeurtenissen omtrent
het vallen van de enclave Srebrenica in 1995. Het verzoek heeft
betrekking op documenten in archieven van het Defensie
Crisisbeheersingscentrum (DCBC-archief), het BLS Archief Debriefing
Srebrenica en het archief van de school voor Vredesmissies. In totaal
gaat het om bijna 2.000 documenten. De minister heeft het verzoek voor
een deel ingewilligd. Hij heeft geweigerd documenten te verstrekken
die vallen onder het openbaarheidsregime van de Verenigde Naties (VN)
en de NAVO. Ook heeft de vrouw geen inzage gekregen in berichten van
het ministerie van Buitenlandse Zaken en in documenten die via het
speciale Europese communicatienetwerk COREU zijn verspreid. Zij is het
niet eens met deze weigering van de minister. De rechtbank van Utrecht
heeft haar in april 2007 in een eerder beroep grotendeels in het
gelijk gesteld. Zowel de minister als de vrouw hebben tegen die
uitspraak hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Naar aanleiding van de uitspraak van de
rechtbank heeft de minister inmiddels een nieuw besluit genomen en
alsnog meerdere documenten openbaar gemaakt. Een aantal documenten wil
de minister nog steeds niet verstrekken, omdat de betrekkingen met de
NAVO en VN daardoor volgens hem worden geschaad. Andere stukken zouden
bestemd zijn voor intern beraad en bevatten persoonlijke
beleidsopvattingen. De vrouw vindt dit nieuwe besluit van de minister
onvoldoende aan haar verzoek tegemoet komen. De zaak is op 12 februari
jl. op zitting behandeld.
2. 200800772/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan "Valkenswaard-Zuid")
Uitspraak over het besluit van het college van gedeputeerde staten van
Noord-Brabant, waarbij het bestemmingsplan "Valkenswaard-Zuid" van de
gemeente Valkenswaard grotendeels is goedgekeurd. Het plan maakt de
bouw van 370 tot 450 woningen, een bedrijventerrein van 35 hectare en
de komst van een waterbergingsgebied in het Dommendal mogelijk. Het
provinciebestuur heeft ingestemd met de woningen, het
waterbergingsgebied en met een bedrijventerrein van 10 hectare. Voor
het overige deel van het bedrijventerrein heeft het geen goedkeuring
aan het bestemmingsplan verleend. Een aantal omwonenden - deels
verenigd in de stichting "Belangenplatvorm De Malpie" - komt tegen het
besluit van het provinciebestuur in beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij zijn van mening dat de
gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit in de omgeving hadden
moeten worden onderzocht en dat een zogenoemd milieueffectrapport had
moeten worden opgesteld om de gevolgen voor het milieu in kaart te
brengen. Ook vrezen zij voor luchtvervuiling en aantasting van de
waterhuishouding in de nabij gelegen natuurgebieden Groote Heide en De
Plateaux. Daarnaast onderkent het bestemmingsplan volgens hen niet dat
in het gebied beschermde vleermuissoorten foerageren. Verder zijn ze
van mening dat de gemeente en de provincie onterecht hebben gesteld
dat het deel waar woningen en het bedrijventerrein komen, niet langer
als leefgebied voor struweelvogels kan worden aangemerkt. Ten slotte
vinden ze dat er geen woningen en een bedrijventerrein moeten komen in
een waterbergingsgebied. De Raad van State heeft de zaak op 17
februari jl. op zitting behandeld.
3. 200800836/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Gelderland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan "Randweg Zuid" van de gemeente Montferland)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Gelderland van het bestemmingsplan "Randweg-Zuid" van de gemeente
Montferland. Het plan maakt de aanleg van een randweg ten zuiden van
Didam mogelijk. Een inwoner van Didam is het niet eens met het plan en
is tegen het goedkeuringsbesluit van het provinciebestuur in beroep
gekomen. Volgens hem had het provinciebestuur het bestemmingsplan niet
mogen goedkeuren vanwege de gevolgen van de aanleg van de randweg voor
zijn bergingsbedrijf. Het tracé loopt over een deel van het
bedrijfsterrein waardoor hij een deel van de buitenruimte verliest,
aldus de man. Ook zou één bedrijfshal moeten worden gesloopt.
Bovendien zou er te weinig rekening worden gehouden met sluipverkeer,
zodat de berekeningen naar de luchtkwaliteit niet deugen. De aanleg
van de randweg is al eerder onderwerp van geschil geweest bij de Raad
van State. In een uitspraak van 7 juni 2006 vernietigde de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State een eerder
goedkeuringsbesluit, omdat de gevolgen voor de luchtkwaliteit
onvoldoende waren onderzocht. Die uitspraak is onder zaaknummer
200505634/1 te vinden op deze site.
4. 200801899/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
(Vrijstelling voor bouwrijp maken Westerheul IV in Vinkeveen)
Uitspraak over de vrijstelling die de gemeenteraad van De Ronde Venen
heeft verleend voor het bouwrijp maken van een terrein ten westen van
de kern van Vinkeveen. De vrijstelling is verleend voor het dempen en
aanleggen van een aantal sloten, het ophogen en egaliseren van het
terrein en het aanbrengen van riolering, kabels en leidingen in de
bodem. Dit alles ten behoeve van het nieuwbouwproject Westerheul IV.
Een aantal omwonenden vreest voor verkeerstoename door het project.
Ook is de afstand tussen de nieuw te bouwen woningen en het
gasdrukregel- en meetstation te klein. Verder vinden zij dat er beter
onderzoek had moeten worden gedaan naar de wateroverlast die ontstaat
als gevolg van het bouwrijp maken van het terrein. Daarom zijn zij in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. De zaak is al eerder (7 oktober 2008) op zitting behandeld.
Tijdens die zitting hebben de omwonenden het rapport van de Commissie
Remkes ingebracht over de juistheid en volledigheid van eerder gedane
onderzoeken naar water en bodemdaling in het gebied Groot Mijdrecht
Noord. Om de gemeenteraad de gelegenheid te geven dit rapport te
bestuderen is de zitting toen geschorst. De behandeling van de zaak is
hervat op 3 maart 2009. Die zitting ging vooral over dat rapport en
over drie rapporten die de gemeenteraad in reactie daarop heeft
ingediend.
5. 200803383/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
(Weigering B&W van Breda om maatregelen te nemen tegen school)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Breda om maatregelen te treffen tegen het gebruik van
de openbare basisschool "De Toermalijn" voor buitenschoolse opvang. De
school ligt aan de Zuster Boomaarsstraat in Bavel. Een omwonende had
om de maatregelen verzocht. Volgens hem is de buitenschoolse opvang in
strijd met het bestemmingsplan en mag de school slechts voor onderwijs
en als kinderdagverblijf worden gebruikt. Het gemeentebestuur is het
daar niet mee eens. Het gemeentebestuur stelt zich op het standpunt
dat in 1999 bouwvergunning is verleend voor het vergroten van de
school en dat de vergroting betrekking heeft op drie lokalen waar de
bouwtekening de aanduiding "bso" (= buitenschoolse opvang) aan heeft
gegeven. De rechtbank van Breda heeft in april 2008 een eerder beroep
van de omwonende tegen de weigering ongegrond verklaard. De omwonende
is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 23
januari jl. op zitting behandeld.
6. 200803652/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
(Boete voor overtreding rusttijden door touringcarbedrijf)
Uitspraak over de bestuurlijke boete die de minister van Verkeer en
Waterstaat heeft opgelegd aan het bedrijf Smit Reizen in Harderwijk.
De minister heeft de boete opgelegd, omdat het bedrijf de rusttijden
voor bestuurders niet in acht zou hebben genomen. Deze tijden zijn
voorgeschreven in de Arbeidstijdenwet. Smit exploiteert een
touringcarbedrijf dat voor touroperator Solmar Tours buspendels
verzorgt naar Spanje. Deze buspendels vertrekken vanaf een centraal
op- en overstappunt in Maarheeze. Bij een inspectie door Verkeer en
Waterstaat in 2006 bleek dat de bestuurders bij de registratie van hun
rijtijden niet de uren verantwoordden die zij nodig hebben om van hun
standplaats Harderwijk naar Maarheeze te komen. Volgens de minister
moet niet Maarheeze, maar Harderwijk als 'exploitatiecentrum' worden
aangemerkt, omdat Smit Reizen daar is gevestigd. De reistijd die de
bestuurder nodig heeft om van Harderwijk naar het op- en overstappunt
in Maarheeze te komen, moet daarom als werktijd worden geregistreerd,
aldus de minister. Gevolg hiervan is volgens de minister dat de
bestuurders de rusttijden niet hebben nageleefd. Smit is het hier niet
mee eens en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Smit stelt dat de reistijd
tussen Harderwijk en Maarheeze niet moet worden meegerekend. Het op-
en overstappunt is volgens het touringcarbedrijf als
exploitatiecentrum aangemerkt. De Raad van State heeft partijen op 23
februari jl. medegedeeld dat hij van plan is prejudiciële vragen te
stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in
Luxemburg over
de vraag wat onder het begrip 'exploitatiecentrum' moet worden
verstaan. Zowel Smit als de minister hebben begin maart gereageerd op
het voornemen van de Raad van State om prejudiciële vragen te stellen.
7. 200804713/1
datum van uitspraak: woensdag 25 maart 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
(Verklaring voor uitbreiding Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam)
Uitspraak over de verklaring die het dagelijks bestuur van het
stadsdeel Oost/Watergraafsmeer heeft afgegeven voor de verandering van
bouwdeel H van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) aan het
Oosterpark in Amsterdam. Een bestuursorgaan kan op grond van de Wet
milieubeheer een verklaring afgeven voor een verandering aan een
bedrijf dat al beschikt over een milieuvergunning. Voorwaarde is dan
wel dat deze verandering niet mag leiden tot grotere nadelige gevolgen
voor het milieu. Anders is een nieuwe milieuvergunning noodzakelijk.
In dit geval maakt de verklaring die het stadsdeel heeft afgegeven,
een toename van het gebruiksoppervlak met ongeveer 70 m² mogelijk.
Hierdoor krijgen de poliklinieken Keel-, neus- en oorziekten en
Mondziekten en kaak- en aangezichtschirurgie een extra spreekkamer en
worden enkele bestaande kamers vergroot. Een omwonende is het niet
eens met deze uitbreiding en is tegen het besluit van het stadsdeel in
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Hij vindt dat door de uitbreiding grotere milieugevolgen
optreden, zodat het stadsdeel niet met een verklaring had kunnen
volstaan. Volgens hem zal als gevolg van de uitbreiding van het
gebruiksoppervlak meer energie worden verbruikt. De Raad van State
heeft de zaak op 27 februari jl. op zitting behandeld.