Versnelling aanleg wegen roept vragen op
25 maart 2009
Op verzoek van de fractie van GroenLinks stemt de Eerste Kamer dinsdag
31 maart over de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet die de
uitvoering van dertig projecten moet versnellen door minder eisen te
stellen aan de milieueffectrapportage ( 31.721) .
In het debat over het wetsvoorstel dinsdag 24 maart bleek dat in de
Eerste Kamer veel vragen leven. Terwijl de Eerste Kamer wel het tempo
in de Spoedwet wilde houden en - als de regering had gekund -
eigenlijk al een week eerder deze aan de orde had willen stellen, mag
sneller besluiten evenwel niet leiden tot onzorgvuldigheid, zo was de
teneur in veel bijdragen van senatoren aan het debat. Ook stelden
enkele senatoren vragen over de aankondiging van minister-president
Balkenende op het CDA-congres van een crisis- en herstelwet die ook de
uitvoering van projecten zou moeten bespoedigen. Er was tot
ongerustheid van o.a. senator Hofstra van de VVD zelfs sprake van
'regelvrije gebieden' (als uitzondering).
Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat zei dat hij op de uitkomst
van het kabinetsberaad over maatregelen om de gevolgen van de
economische crisis op te vangen niet wilde vooruitlopen, maar dat hij
zich voor kon stellen dat de regering ook op andere terreinen dan die
van Verkeer en Waterstaat met voorstellen zou komen om de
besluitvorming te versnellen. Maar de crisisaanpak zou niet afdoen aan
het proces van versnelling dat grote infrastructurele projecten worden
ingezet na de rapportage van de commissie Elverding, beloofde minister
Eurlings. De minister kondigde een structurele wijziging van de
Tracéwet aan die ook een snellere aanpak van projecten bij de
spoorwegen, bij waterwegen en provinciale wegen mogelijk moet maken.
Senator Hofstra van de VVD-fractie zei dat er veel meer moet gebeuren
om de bereikbaarheid van de Randstad te verbeteren. Hij pleitte voor
dubbeldekswegen bij Rotterdam. Hofstra vond dat ideologisch getinte
inspraak geen kans meer moet krijgen.
Senator Meindertsma van de PvdA-fractie legde er de nadruk op dat de
wijziging van de Spoedwet en de Tracéwet zich beperkt tot dertig
concrete projecten. Als deze zijn gerealiseerd kan de wetswijziging
worden ingetrokken. Zij vond het onjuist dat de regering geen nader
advies van de Raad van State had gevraagd over de voorgestelde
wetswijzigingen. Dat voorspelde volgens haar weinig goeds over de
wijze waarop de regering met het advies van de commissie Elverding zou
omgaan. "De PvdA-fractie meent dat een houding van welwillendheid in
planvoorbereidingsprocessen de voorkeur verdient boven het herhalen
van het eigen gelijk", zei senator Meindertsma, verwijzend naar de
weigering van de regering om in te gaan op een verzoek van de
meerderheid van de Tweede Kamer om wel advies aan de Raad van State te
vragen.
Ook stelde senator Meindertsma vraagtekens bij de houdbaarheid van de
stelling dat de kilometerbeprijzing geen rol hoeft te spelen bij de
dertig projecten die nu versneld worden uitgevoerd. Zij maakte zich
zorgen over de kwaliteit van de lucht. Zouden veel projecten wel aan
de Europese richtlijnen voldoen? Zij was verheugd over de mededeling
van minister Cramer van VROM dat een nieuwe wet geluidhinder in de
steigers staat.
Namens de fracties van D66 en de Onafhankelijke Senaatsfractie stelde
senator Schouw de vraag of de beoogde tijdwinst ook milieuwinst
betekent? Hij vond dat de gezondheids- en milieubelangen ook in een
uitgeklede MER-procedure goed in beeld moeten blijven. Schouw zei dat
regelgeving overigens nooit het echte probleem is bij de uitvoering
van projecten. "De gouden sleutel voor het versnellen van grote
projecten ligt bij de kwaliteit van projectleiders en projectdirecteur
die vooral maar één ding moeten doen: tegengestelde opvattingen
doortastend overbruggen. En dat vraagt bijzondere competenties".
Senator Van den Berg drong namens de fracties van SGP en ChristenUnie
aan op zorgvuldigheid "om de simpele reden dat we de beoogde
versnelling niet weer moeten verspelen bij de rechter". Van den Berg
wees erop dat de projecten die onder de wetswijziging vallen relatief
eenvoudig van aard zijn. "Bij dergelijke projecten past een eenvoudige
benadering, die toch voldoende waarborgen bied op het gebied van
natuur, milieu, gezondheid en rechtsbescherming".
Senator Janse de Jonge van de CDA-fractie noemde het voorstel een
voorbeeld van het soort wetgeving waaraan op dit moment grote behoefte
is. De CDA-senator wees op het tijdelijke karakter van de wet. Hij
drong erop aan dat ook decentrale overheden en met name provincies
doordrongen raken van de urgentie van het versnellen van uitvoeren van
projecten. "In essentie gaat het om bestuurlijke durf om, na
zorgvuldige inspraak en correcte procedures, de knoop door te hakken
en het tracé vast te stellen en het ook uit te voeren". Hij stelde de
zuiderburen in België als voorbeeld. "Er is daar ook lang gesproken
over de ombouw van de randweg om Antwerpen, maar de klus is in twee
zomers geklaard en wij Hollanders hebben er nauwelijks last van gehad.
Dat noem ik nog eens krachtige en consistente uitvoering", zei Janse
de Jonge.
SP-senator Smaling zei dat het niet om dertig kleine projectjes gaat,
maar in totaal om 560 km snelweg - meer dan 10% van het totaal aan
rijksweg. Volgens hem gaat de A12 van Gouda tot Arnhem op de schop.
Het gebruik van vluchtstroken als spitsstroken zou volgens Smaling
ertoe leiden dat nood- en hulpverlening in de knel komt. Net als PvdA
en SGP/CU vond ook de SP-fractie dat de Raad van State nader om advies
gevraagd had moeten worden.
Senator Laurier van GroenLinks sloot zich bij dit verzoek aan. De
GroenLinks-senator was het ook niet eens met de opvatting dat de
kilometerheffing niet is betrokken bij de beoordeling van de noodzaak
van de dertig projecten. Senator Laurier, die ook sprak namens de
Partij voor de Dieren, zei dat projecten niet zozeer sneller, maar wel
beter voorbereid en uitgevoerd moeten worden. Door een goede
voorbereiding kan men vertraging bij de uitvoering voorkomen,
oordeelde senator Laurier.
---
* stenogram 24 maart 2009 pdf icoon
Eerste Kamer der Staten Generaal