Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de
dreigende huisuitzettingen in Oost-Jeruzalem
De EU is diep bezorgd over de uitzettingsbevelen die zijn gericht aan
de families al-Rawi en Hanoun in Oost-Jeruzalem. Deze
uitzettingskennisgevingen volgen op andere recente bevelen die
nadelige gevolgen hebben voor de in Oost-Jeruzalem wonende
Palestijnen, en vormen, in combinatie met de toename van de
nederzettingsactiviteit in Oost-Jeruzalem, een verdere bedreiging voor
de kansen op vrede. Wij hebben onze ongerustheid kenbaar gemaakt aan
de Israëlische regering en roepen Israël op deze uitzettingen
onverwijld op te schorten en, voorts, de familie al-Kurd toe te staan
naar hun huis terug te keren.
De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie-
en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië
en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland,
Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische
Ruimte, alsmede Oekraïne en Armenië sluiten zich bij deze verklaring
aan.
*Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.
European Union