Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
De voorzitter van de Tweede Kamer 2500 BJ Den Haag
der Staten-Generaal www.minocw.nl
Postbus 20018
Onze referentie
2500 EA Den Haag HO&S/109332.
Uw referentie
209ZO3739 3 maart 2009
Datum 24 maart 2009
Betreft Vragen Kamerlid Dibi inzake studenten die niet meer willen besturen
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Dibi (GL) van uw
Kamer inzake studenten die niet meer willen besturen.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk
2009Z03639.
dr. Ronald H.A. Plasterk
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
a
na 1 van 3
Pagi
Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Datum
Wetenschap over studenten die niet meer willen besturen. (Ingezonden 3 maart
2009) Onze referentie
HO&S
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel `Student vindt besturen niks'? 1)
Antwoord:
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het een zorgelijke ontwikkeling is dat studenten amper in
staat zijn om een bestuurlijke functie te vervullen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Bestuurswerk kan een belangrijke bron van ervaring zijn voor studenten en ik
onderschrijf het belang daarvan. Met ISO, LSvB en LKkV hebben enkele
gesprekken plaatsgevonden over de thematiek van collegegeldvrij besturen en
mogelijke instrumenten om aan de achterliggende problematiek recht te doen.
Daarbij is onder meer de mogelijkheid besproken om via uitbreiding van de
huidige landelijke beurzensystematiek en de instellingsspecifieke beurzen via het
profileringsfonds bestuurders beter financieel te ondersteunen. Ik streef ernaar u
voor 10 april a.s. over mijn conclusies naar aanleiding van dit overleg te kunnen
informeren.
Vraag3
Hoe kijkt u aan tegen de analyse van de studentenbesturen dat nu pas de
negatieve effecten zichtbaar worden van de BaMa-structuur en de tempobeurs
voor het bekleden van bestuursfuncties?
Mij is geen onderzoek bekend dat een verband legt tussen de invoering van de
BaMa structuur en negatieve effecten op het bekleden van bestuursfuncties door
studenten. In 1996 is de tempobeurs vervangen door de prestatiebeurs. De
prestatiebeurs kent een diplomatermijn van 10 jaar, flexibele opname van
studiefinancieringsmaanden en bijverdienmogelijkheden (bijverdiengrens).
Studiefinanciering biedt dus wel degelijk flexibele mogelijkheden om
bestuursfuncties te bekleden.
Vraag 4
Deelt u de verwachting dat door het vervroegen van het bindend studieadvies en
de landelijke invoering van de `harde knip' er nog minder studenten te vinden
zullen zijn voor bestuursfuncties? Zo ja, wat gaat hij daar aan doen?
Antwoord:
Ik neem aan dat in de vraag gedoeld wordt op de mogelijkheid om binnen de
opleiding het moment waarop instellingen voor een differentiatie mogen
selecteren te vervroegen naar 3 maanden na aanvang van de studie. Dit is iets
anders dan het vervroegen van het bindend studieadvies (hetgeen als zodanig
niet aan de orde is).
De door mij geschetste mogelijkheid betreft bijna per definitie een beperkte
categorie excellente studenten waarvan ik niet zou willen uitsluiten dat die naast
een verzwaard onderwijsprogramma ook bestuurswerk willen en kunnen doen.
Pagina 2 van 3
Met het invoeren van de harde knip wordt alleen bepaald dat studenten het Datum
bachelordiploma moeten hebben alvorens aan de master te kunnen beginnen. Of
een student bijvoorbeeld een jaar bestuurswerk doet (en daarmee een jaar Onze referentie
studievertraging als consequentie accepteert) wordt door deze maatregel niet HO&S
beïnvloed.
Ik verwacht niet dat door de genoemde maatregelen de bereidheid van studenten
om een bestuursfunctie te vervullen significant zal afnemen.
Vraag 5
Herinnert u zich uw toezegging om in gesprek te gaan met de landelijke
studentenorganisaties over de invoering van de `harde knip' en het collegegeldvrij
besturen? Heeft dat gesprek inmiddels plaats gevonden? Zo ja, wanneer kunnen
we een voorstel een tegemoet zien?
Antwoord:
Ja. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Bent u verder bereid de Onderwijsinspectie te vragen een onderzoek te doen naar
het gebruik van het profileringsfonds, nu er geen algemene richtlijnen zijn
waardoor de bedragen voor actieve studenten erg verschillen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Ja. Hierbij merk ik op dat de term profileringsfonds juist aangeeft dat het gebruik
per instelling kan verschillen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, wanneer er een algemeen geldende regeling komt, deze
ook voor parttime bestuurders moet gelden?
Antwoord:
Zonder vooruit te lopen op de precieze uitkomsten van het overleg met de
studenten deel ik de mening van de vraagsteller dat parttime bestuurders ook in
aanmerking moeten kunnen komen voor ondersteuning. De bepalingen die in het
wetsvoorstel Versterking besturing zijn opgenomen voor het profileringsfonds
hebben ook betrekking op zowel fulltime als parttime bestuurders.
1) De Pers, 24 februari 2009
Pagina 3 van 3