College van Beroep voor het bedrijfsleven
Intrekking en terugvordering over drie verschillende periodes heeft
drie zelfstandige deelbesluiten tot gevolg, waartegen afzonderlijk
bezwaar of beroep moet worden ingesteld
De Raad merkt op dat het primaire besluit van 13 maart 2006 drie te
onderscheiden deelbesluiten bevat, die alle drie zelfstandig voorwerp
van bezwaar, beroep en hoger beroep kunnen zijn, namelijk de
intrekking en terugvordering over periode A, die over periode B en de
herziening en terugvordering over periode C. Bij het besluit op
bezwaar van 26 oktober 2006 heeft het College deze deelbesluiten
gehandhaafd. De Raad stelt vast dat appellant tegen de handhaving van
het eerste deelbesluit geen beroep heeft ingesteld. Dat appellant ter
zitting van de rechtbank alsnog daartegen is opgekomen maakt dat niet
anders. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het in strijd is met
de goede procesorde dat appellant eerst ter zitting de omvang van het
beroep uitbreidt. Er zijn geen feiten of omstandigheden naar voren
gekomen die meebrengen dat het redelijkerwijs niet aan appellant kan
worden verweten dat hij geen beroep heeft ingesteld tegen de
intrekking en terugvordering van de bijstand in verband met de afkoop
van zijn levensverzekering. Het vorenstaande betekent dat het hoger
beroep van appellant op grond van artikel 6:13 in verbinding met
artikel 6:24 van de Awb niet-ontvankelijk dient te worden verklaard
voor zover het betrekking heeft op het eerste deelbesluit.
LJ Nummer:
BH6405
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 23 maart 2009