4. Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over het bericht dat
Nederlanders Belgische organen inpikken
Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over het bericht dat Nederlanders
Belgische organen inpikken
Kamerstuk, 20 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2913544
20 maart 2009
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya
(D'66) over het bericht dat Nederlanders Belgische organen inpikken
(20809113360).
Vraag 1
Is het waar dat het aantal Nederlanders dat naar België moet uitwijken
voor een orgaantransplantatie nog steeds stijgt? 1) Om hoeveel
orgaantransplantaties van Nederlanders in België gaat het precies?
Vraag 2
Hoe komt het dat steeds meer Nederlanders naar België moeten uitwijken
voor een orgaantransplantatie? 2)
Antwoord 1 en 2
Het klopt dat er Nederlanders in België een orgaantransplantatie
ondergaan. Soms zijn dat mensen uit de grensstreek die voor andere
vormen van zorg ook op België zijn aangewezen, in die gevallen kan dan
ook niet worden gesproken van `uitwijken'. Eurotransplant registreert
in geval van een transplantatie niet de nationaliteit van de
ontvanger, maar zijn woonplaats en land. In de periode 2003-2008
werden in België 128 organen getransplanteerd bij 112 patiënten die
afkomstig waren uit Nederland. Soms werden dus meerdere organen
getransplanteerd, bijvoorbeeld 2 longen of een nier met een pancreas.
Dat zijn gemiddeld 19 getransplanteerde patiënten per jaar. Het is
juist dat er in 2008 een lichte stijging te zien was, in dat jaar
ondergingen 23 patiënten uit Nederland in België een transplantatie.
Het aantal patiënten uit Nederland dat jaarlijks in België wordt
getransplanteerd schommelde in de periode 2003-2008 tussen de 14 en
24. Het is daardoor niet te zeggen of de lichte stijging in 2008 een
relatie heeft met de daling van het aantal postmortale donoren in
Nederland in 2008, met eerdere aandacht van de media en de politiek
voor de mogelijkheid van een transplantatie in België of met andere
factoren.
Vraag 3
Hoe komt het dat in België meer donororganen beschikbaar komen dan in
Nederland? Welke rol speelt het Belgische donorregistratiesysteem
hierbij?
Antwoord 3
Het is een feit dat er in België meer donororganen beschikbaar komen
dan in Nederland. Of het donorregistratiesysteem in België hierbij een
rol speelt, weet ik niet, waarschijnlijk is sprake van meerdere
factoren. Uit de onderzoeken die in het kader van het Masterplan
Orgaandonatie zijn uitgevoerd werd wel duidelijk dat een
geen-bezwaarsysteem zoals België dat kent voor Nederland geen
oplossing is.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onethisch is dat Nederlanders gebruik moeten
maken van Belgische organen, omdat hier te weinig organen beschikbaar
komen, terwijl ook in België een tekort aan donororganen bestaat
terwijl daar wel een actief donorregistratiesysteem wordt gehanteerd?
Antwoord 4
Uit de doelstelling van het kabinet om te groeien naar 25% meer
transplantaties in de komende 5 jaar spreekt dat het kabinet er naar
streeft meer resultaten te gaan boeken op het gebied van
orgaandonatie- en transplantatie. Als die stijging wordt gerealiseerd
zal dat waarschijnlijk tot gevolg hebben dat minder mensen uit
Nederland naar België gaan voor een transplantatie. Overigens wil ik
wel een aanvullende opmerkingen plaatsen; in de periode 2003-2008 zijn
ook mensen uit Nederland in België overleden en donor geworden, in
totaal kwamen daardoor 62 donororganen in België beschikbaar.
Vraag 5
Hoeveel mensen uit de andere lidstaten van Eurotransplant ontvangen
een Nederlands orgaan?
Vraag 6
Is Nederland een netto donateur of een netto ontvanger van organen
binnen Eurotransplant?
Antwoord 5 en 6
In de periode 2003-2008 werden per jaar gemiddeld 145 organen uit
Nederland in het buitenland getransplanteerd. Nederland is gemiddeld
een netto-donateur, in de genoemde periode exporteerde Nederland
jaarlijks gemiddeld 18 organen meer dan dat het ontving.
1) Het Belang van Limburg, 5 februari 2009, "10% van donororganen gaat
naar buitenland"
2) Zie De Morgen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport