7880/09
CONCL 1
BEGELEIDENDE NOTA
van:
het voorzitterschap
aan:
de delegaties
Betreft:
EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL
19/20 MAART 2009
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van het voorzitterschap
van de Europese Raad van Brussel (19/20 maart 2009).
---
De Europese Raad sprak zijn vertrouwen uit in het vermogen van de EU
om de financiële en economische crisis het hoofd te bieden. Bij het
beschouwen van de aanzienlijke budgettaire stimulans waarmee de
EU-economie nu wordt ondersteund (meer dan 400 miljard euro)
onderstreepte hij dat gezamenlijk optreden en coördinatie een
wezenlijk onderdeel van de Europese herstelstrategie zijn en
benadrukte hij dat Europa al het nodige zal doen om de groei te
herstellen. Tevens wees hij erop dat de interne markt cruciaal is om
de duur en de diepte van de recessie in Europa te beperken. Hij wees
erop dat de kredietstroom naar het bedrijfsleven en de huishoudens
opnieuw op gang moet komen en kwam overeen dat in hoger tempo naar een
akkoord over de hangende wetgevingsvoorstellen betreffende de
financiële sector moet worden toegewerkt. De Europese Raad zal in juni
de eerste besluiten nemen om de regulering van en het toezicht op de
financiële sector in de EU te versterken op basis van
Commissievoorstellen, na uitvoerige besprekingen in de Raad over het
verslag de Larosière. Uitgaande van de eigen ervaring van de EU en
haar wens om een significante rol te spelen in de vormgeving van de
toekomstige internationale governance van de financiële sector, heeft
hij het standpunt van de Unie met het oog op de G20-top in Londen op 2
april bepaald.
Voorts heeft de Europese Raad zich opnieuw over de energiezekerheid
gebogen. Er is specifiek overeenstemming bereikt over uitgangspunten
voor het opzetten van een crisismechanisme waarmee
voorzieningsverstoringen moeten worden aangepakt. De Europese Raad
heeft verder gewerkt aan de voorbereiding van de Conferentie van
Kopenhagen over klimaatverandering. Tot slot is overeenstemming
bereikt over een verklaring tot instelling van het oostelijk
partnerschap.
o
o o
De bijeenkomst van de Europese Raad werd voorafgegaan door een
uiteenzetting van de heer Hans-Gert Pöttering, voorzitter van het
Europees Parlement, na afloop waarvan een gedachtewisseling
plaatsvond.
o
o o
1. Economische, financiële en sociale situatie
Het bestrijden van de wereldwijde economische en financiële crisis is
een van de grootste uitdagingen waarvoor de EU zich ooit geplaatst
heeft gezien. Door gezamenlijke actie kan de EU haar financiële sector
gezond maken, de kredietstroom naar de reële economie op gang brengen
en haar burgers beschermen tegen de ergste gevolgen van de crisis. De
herstelondersteunende maatregelen kunnen ook zo worden vormgegeven dat
zij bijdragen tot een sterkere EU-economie voor de toekomst.
Vertrouwen scheppen en financiële stabiliteit bevorderen
1. De Europese Unie zet zich in voor vertrouwensherstel en opnieuw
goed functionerende financiële markten, wat een absolute
voorwaarde is om uit de huidige financiële en economische crisis
te geraken, en bouwt daarbij voort op het resultaat van de top van
Berlijn van 22 februari 2009 en de ministeriële bijeenkomst van de
G20 van 14 maart 2009.
1. De door de lidstaten in het kader van gemeenschappelijke
beginselen getroffen maatregelen inzake garantieverlening en
vroegtijdige herkapitalisatie hebben een totale ineenstorting van
het financiële stelsel afgewend. Verdere maatregelen kunnen echter
geboden zijn om de kredietmarkten weer te doen functioneren en de
kredietstroom naar de reële economie te faciliteren, met name door
een oplossing voor probleemactiva te vinden op grond van volledige
informatieverstrekking aan de toezichthoudende autoriteiten. De
Europese Raad roept de lidstaten ertoe op in onderlinge
coördinatie op te treden, in overeenstemming met de in de
Commissiemededeling van 25 februari 2009 vervatte richtsnoeren en
met volledige eerbiediging van de mededingingsregels. De Raad
wordt verzocht de doeltreffendheid van de genomen maatregelen en
de algemene situatie inzake de stabiliteit en de werking van de
financiële markten te beoordelen en de Europese Raad in juni 2009
daarvan verslag te doen. Met betrekking tot de banksector mag de
steun voor moederbanken niet inhouden dat beperkingen worden
opgelegd aan de activiteiten van dochterondernemingen in de
lidstaten van ontvangst.
1. De omvang en de diepere oorzaken van de wereldwijd heersende
financiële en economische crisis tonen aan dat het mondiale
macro-economisch beheer en het reguleringskader voor de financiële
markten moeten worden bijgesteld. De prudentiële regels, de
regelingen inzake crisisbeheer en het toezichtskader moeten op
nationaal, Europees en mondiaal niveau worden versterkt.
Financiële regulering dient conjunctuurcycli eerder te temperen
dan te versterken. De Europese Raad dringt er bij het FSF, het
Bazels Comité voor het bankentoezicht en de Commissie op aan om
hun werktempo op te voeren en spoedig met passende aanbevelingen
te komen. Dit moet worden aangevuld met een sterk EU-initiatief
wat betreft het evalueren van de internationale standaarden voor
jaarrekeningen.
1. In dit verband roept de Europese Raad de Raad en het Europees
Parlement ertoe op snel tot overeenstemming te komen over de
wetgevingsbesluiten betreffende kredietratingbureaus,
solvabiliteit van verzekeringsondernemingen, kapitaalvereisten
voor banken, grensoverschrijdende betalingen en elektronisch geld,
zodat deze besluiten nog vóór het reces van het Europees Parlement
kunnen worden aangenomen.
2. De Europese Raad is het erover eens dat de regulering van en het
toezicht op de financiële instellingen in de EU moeten worden
verbeterd en dat maatregelen gebaseerd moeten zijn op het verslag
van de door Jacques de Larosière voorgezeten groep op hoog niveau
financieel toezicht. De Raad krijgt de opdracht zich te buigen
over dit verslag en de voorstellen van de Commissie betreffende
het versterken van de regulering van en het toezicht op de
financiële sector in de EU met het oog op eerste besluiten tijdens
de Europese Raad van juni 2009. Gedetailleerder wetsvoorstellen
zullen volgen in het najaar. Voorts moeten de aangekondigde
Commissievoorstellen inzake hedgefondsen en private equity,
bezoldigingen van bestuurders en verdere versterking van de
kapitaalvereisten voortvarend ter hand worden genomen.
De reële economie weer op de rails zetten
1. De Europese Raad spreekt zijn vertrouwen uit in de perspectieven
op middellange en lange termijn van de EU-economie en zal resoluut
al het nodige doen om werkgelegenheid en groei te herstellen. Door
gecoördineerd en in het kader van de interne markt en de EMU te
blijven optreden, zal de EU de crisis overwinnen en er sterker uit
komen.
1. Bij de uitvoering van het in december vorig jaar aangenomen
Europees economisch herstelplan zijn al goede vorderingen gemaakt.
Hoewel het tijd zal kosten voordat de positieve effecten zichtbaar
worden in de economie, zullen de omvangrijke begrotingsmaatregelen
(ten belope van circa 3,3% van het EU-bbp, ruim 400 miljard euro)
nieuwe investeringen genereren, de vraag stimuleren, banen
scheppen en de EU helpen zich te ontwikkelen tot een koolstofarme
economie.
1. De Europese Raad heeft een akkoord^ bereikt over het
communautaire onderdeel van het Europees economisch herstelplan,
ter ondersteuning van projecten op energiegebied,
breedbandinternet en maatregelen in verband met de check-up van
het GLB. De Europese Raad verzoekt het voorzitterschap het tempo
van het overleg met het Europees Parlement op te voeren, opdat de
Raad en het Europees Parlement nog voor het parlementaire reces
overeenstemming bereiken.
2. In totaal wordt ongeveer 30 miljard euro uit EU-bronnen
beschikbaar gesteld. De Europese Raad verwelkomt in het bijzonder
de vooruitgang ten aanzien van het uitkeren van voorschotten uit
de structuurfondsen en het cohesiefonds, het akkoord over de
vrijwillige toepassing van verlaagde btw-tarieven en de
maatregelen van de EIB om de financieringsmogelijkheden voor het
mkb te versterken. Hij dringt aan op een spoedig akkoord over de
herziening van het Europees Fonds voor aanpassing aan de
globalisering.
1. Maatregelen die de lidstaten ter ondersteuning van de reële
economie en de werkgelegenheid nemen, moeten goed getimed,
doelgericht en tijdelijk van aard zijn en bij de uitvoering moeten
de volgende leidende beginselen worden gehanteerd: zij moeten
openheid binnen de interne markt en tegenover derde landen
stimuleren; zij mogen geen discriminatie van goederen en diensten
uit andere lidstaten behelzen; zij moeten consistent zijn met de
hervormingsdoelstellingen voor de lange termijn. Te dien einde
moeten de lidstaten en de Commissie informatie en hun beste
praktijken uitwisselen en hun inspanningen bundelen zodat er
synergieën ontstaan. In het bijzonder de mededeling van de
Commissie van 25 februari 2009 verschaft een belangrijke kader
voor het optreden ter ondersteuning van de automobielsector,
inclusief nauwere Europese coördinatie van de programma's voor
vernieuwing van het wagenpark.
1. Het is van cruciaal belang dat overeengekomen herstelmaatregelen,
zowel op nationaal als op communautair niveau verder worden
uitgevoerd. De Commissie en de Raad wordt verzocht de getroffen
maatregelen te evalueren en te volgen en aan de Europese Raad van
juni 2009 verslag uit te brengen.
1. De Europese Raad verklaart nogmaals zeer te hechten aan solide
overheidsfinanciën en aan het kader van het stabiliteits- en
groeipact. De lidstaten moeten zo spoedig mogelijk terugkeren naar
hun begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn, in het
tempo van het economische herstel en in overeenstemming met het
stabiliteits- en groeipact, en aldus zo spoedig mogelijk opnieuw
begrotingssituaties bereiken die verenigbaar zijn met houdbare
overheidsfinanciën.
2. Macrofinanciële stabiliteit is een wezenlijk onderdeel van de
weerbaarheid van de Europese economie als geheel. De Europese Raad
benadrukt dat de solidariteit tussen de lidstaten een fundamentele
waarde van de EU is, en verzoekt de Commissie en de Raad de
noodzakelijke maatregelen te nemen teneinde in voorkomend geval
klaar te staan om, naar gelang van het geval, op basis van alle
beschikbare instrumenten en waar dienstig in nauwe samenwerking
met de internationale financiële instellingen, tot actie over te
gaan. De Gemeenschap staat klaar om financiële
betalingsbalansondersteuning te verstrekken aan de hiervoor in
aanmerking komende lidstaten die deze nodig hebben en is ingenomen
met het voornemen van de Commissie om een voorstel in te dienen
teneinde het maximumbedrag van het EU-mechanisme voor financiële
betalingsbalansondersteuning te verdubbelen tot 50 miljard euro.
Ten volle gebruik maken van de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei
en werkgelegenheid
1. In de huidige crisis blijft de hernieuwde Lissabonstrategie,
inclusief de nu geldende geïntegreerde richtsnoeren, het
effectieve kader voor het stimuleren van duurzame groei en
werkgelegenheid. De crisis markeert de noodzaak om met meer spoed
te werken aan structurele hervormingen, die de geloofwaardigheid
en de impact van stimuleringsmaatregelen zullen vergroten. De
kortetermijnmaatregelen van de EU en de lidstaten zullen maximale
voordelen bieden indien zij aansluiten bij de doelstellingen voor
de middellange en de lange termijn van de Lissabonstrategie.
1. De Europese Raad onderschrijft de geactualiseerde landenspecifieke
geïntegreerde aanbevelingen voor het economisch beleid en het
werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en hoopt dat deze snel
zullen worden uitgevoerd. In dit verband ziet de Europese Raad uit
naar de voorstellen inzake de Lissabonstrategie voor de periode na
2010 die de Commissie in de tweede helft van dit jaar zal
presenteren.
1. Op onderstaande gebieden moet het werktempo worden opgevoerd en
moeten dringend concrete maatregelen worden genomen: bestaande
belemmeringen wegnemen en nieuwe voorkomen, en een volledig
operationele interne markt tot stand brengen; administratieve
lasten verder verminderen; de randvoorwaarden voor de industrie
- teneinde een sterke industriële basis in stand te houden - en
het bedrijfsleven verbeteren, met speciale aandacht voor
mkb-ondernemingen en innovatie; partnerschap tussen ondernemingen,
onderzoek, onderwijs en opleiding aanmoedigen; en de investeringen
in onderzoek, kennis en onderwijs opvoeren en kwalitatief
verbeteren. Wat meer bepaald het terugdringen van de
administratieve lasten betreft, wordt de Commissie verzocht om
alle voorstellen in elk van de dertien prioritaire gebieden nog
voor het einde van haar ambtstermijn in te dienen. Het strategisch
kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en
opleiding is van cruciaal belang.
1. Conform de conclusies van zijn bijeenkomst van december 2008
herinnert de Europese Raad eraan dat de ontwikkeling van
telecommunicatie en breedband van fundamenteel belang is voor
investeringen, nieuwe werkgelegenheid en algemeen economisch
herstel in Europa. Gelet op de risico's die investerende
ondernemingen nemen, moet een impuls worden gegeven aan efficiënte
investeringen en innovatie in nieuwe en verbeterde infrastructuur.
Daartoe moeten op diversificatie van het investeringsrisico
gerichte samenwerkingsregelingen worden toegestaan tussen
investeerders en partijen die toegang tot financiering zoeken.
Tegelijkertijd moet ervoor worden gezorgd dat de
mededingingsstructuur van de gehele markt en het beginsel van
non-discriminatie worden gehandhaafd. In dit verband verzoekt hij
de Commissie om uiterlijk eind 2009 een Europese
breedbandstrategie te ontwikkelen, in nauwe samenwerking met de
belanghebbenden.
1. De Europese Raad stelt vast dat vrije en eerlijke handel een
essentiële factor van mondiaal herstel is, en dringt aan op
spoedige afsluiting van de bilaterale handelsbesprekingen en de
WTO-ontwikkelingsagenda van Doha.
De sociale gevolgen van de crisis bestrijden
1. De snelle stijging van de werkloosheid baart grote zorgen. Het is
belangrijk banenverlies en negatieve sociale consequenties te
voorkomen en te beperken. Het stimuleren van werkgelegenheid, met
name door het verwerven van nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen
te bevorderen, is eveneens een prioriteit. Van essentieel belang
om het vertrouwen te herstellen en te versterken en de weg te
helpen effenen voor het herstel, is dat verder wordt gebouwd op
solidariteit en dat de sociale beschermingsstelsels in staat
worden gesteld ten volle hun rol van automatische stabilisatoren
te spelen. Ook mobiliteit blijkt aanzienlijk bij te dragen tot
economische groei. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de meest
kwetsbaren en naar nieuwe categorieën waarvoor uitsluiting dreigt.
1. Tijdens de werkgelegenheidstop die in mei 2009 zal plaatsvinden,
zullen ervaringen kunnen worden uitgewisseld over de mate waarin
de herstelmaatregelen de werkgelegenheid hebben gesteund. Op de
top zullen in het bijzonder kwesties worden besproken als
handhaving van het werkgelegenheidsniveau door middel van
flexizekerheid en mobiliteit, het verbeteren van vaardigheden en
het anticiperen op de behoeften van de arbeidsmarkt, teneinde
concrete richtsnoeren op te stellen. Die top vormt ook een
gelegenheid om aandacht te schenken aan versterking en
herstructurering van de arbeidsmarkt, om deze op de toekomst voor
te bereiden. De top wordt voorbereid in samenwerking met alle
belanghebbenden, inclusief de sociale partners.
Samenwerken op mondiaal niveau
1. Een mondiale crisis vraagt om een mondiale respons. Om de
wereldeconomie weer op de rails te zetten, richting herstel, is
gecoördineerd, goed getimed optreden noodzakelijk. Overeenkomstig
het resultaat van de top van Berlijn en de ministeriële
bijeenkomst van de G20 doet de EU haar deel om de vraag te
ondersteunen en zal zij alle maatregelen treffen die nodig mochten
zijn. Onze inspanningen moeten een adequate weerklank vinden op
internationaal niveau.
1. De Europese Unie zal op mondiaal niveau een leidende rol op zich
nemen bij het bevorderen van een spoedige terugkeer naar duurzame
economische groei; het versterken van ons vermogen om crises te
beheersen; het doen vorderen van de hervorming van de financiële
markten en het steunen van ontwikkelingslanden om te vermijden dat
de vooruitgang van de afgelopen jaren in gevaar komt en dat de
economische en politieke stabiliteit van die landen aldus wordt
ondermijnd. De G20-top in Londen wacht een essentiële rol bij het
hervormen van het mondiale financiële systeem en het herstellen
van het vertrouwen van de economische actoren overal ter wereld.
Te dien einde hecht de Europese Raad zijn goedkeuring aan het
gemeenschappelijk standpunt dat in bijlage 1 staat, en verzoekt
hij de Raad en de Commissie om te zorgen voor een passende
follow-up na de top.
1. De Europese Unie zal met betrekking tot deze aangelegenheden
streven naar multilaterale overlegmechanismen die zouden openstaan
voor deelname door regionale groeperingen.
1. Energie en klimaatverandering
De energiezekerheid van de Unie versterken
1. Energiezekerheid is een belangrijke prioriteit die moet worden
bevorderd door middel van een hogere energie-efficiëntie,
diversifiëring van energieleveranciers, energiebronnen en
voorzieningsroutes, en middels het behartigen van de
energiebelangen van de Unie tegenover derde landen. Om
energiezekerheid te bewerkstelligen moeten de EU als geheel en
elke lidstaat afzonderlijk bereid zijn solidariteit te paren aan
verantwoordelijkheid. In dat verband onderschrijft de Europese
Raad de brede initiatieven, gepresenteerd in de tweede
strategische energiebeleidsevaluatie en verder uitgewerkt in de
conclusies van de Raad TTE van 19 februari 2009. De Europese Raad
stemt in het bijzonder in met het volgende:
* De energie-infrastructuren en -interconnecties moeten worden
ontwikkeld. Te dien einde wordt de Commissie verzocht om, in
samenwerking met de lidstaten, snel de gedetailleerde acties te
presenteren die nodig zijn voor de verwezenlijking van de
prioriteiten van de strategische energiebeleidsevaluatie^ . Deze
acties laten andere overeengekomen prioritaire energieprojecten
onverlet. Met het oog op de langere termijn wordt de Commissie
verzocht begin 2010 haar voorstel in te dienen voor een nieuw
EU-instrument voor energiezekerheid en -infrastructuur.
* De recente gascrisis heeft aangetoond dat er in de EU dringend
behoefte is aan passende crisismechanismen en aan duidelijke
garanties van de kant van leveranciers en doorvoerpartners dat
voorzieningsverstoringen zullen uitblijven. De Raad moet de
aangekondigde Commissievoorstellen tot herziening van de wetgeving
inzake de zekerheid van de gasvoorziening voor eind 2009
bespreken. Deze moet onder meer het volgende behelzen: een passend
crisismechanisme dat zorgt voor paraatheid van alle actoren,
inclusief de energie-industrie, transparantie en voorafgaande
informatie door het opstellen van regionale en EU-plannen voor
voorzieningszekerheid; solidariteit onder de lidstaten door het
opstellen van regionale plannen; en een betere beoordeling en
coördinatie door het bijstellen van de drempel voor het treffen
van maatregelen op communautair niveau.
* De bevordering van energie-efficiëntie kan een grote bijdrage
leveren aan energiezekerheid. Daarom roept de Europese Raad de
Raad ertoe op nog dit jaar tot een akkoord te komen over de
voorstellen van het energie-efficiëntiepakket. Hij verzoekt de
Commissie spoedig met een voorstel tot herziening van het
actieplan inzake energie-efficiëntie te komen.
* Een efficiënte, geliberaliseerde interne energiemarkt met goede
verbindingen is voorwaarde voor een doeltreffend
energiezekerheidsbeleid. Daarom roept de Europese Raad de Raad en
het Europees Parlement ertoe op nog vóór het reces van het
Europees Parlement overeenstemming te bereiken over het derde
pakket voor de interne energiemarkt.
* De Europese Raad benadrukt dat energiebronnen, brandstoffen en
energievoorzieningsroutes moeten worden gediversifieerd, en
benadrukt het toenemende belang van energie in de externe
betrekkingen van de EU. Hij verzoekt de Commissie om nog dit jaar
voorstellen in te dienen voor concrete actie inzake de
ontwikkeling van de zuidelijke corridor, met inbegrip van een
concreet mechanisme dat toegang tot gas uit de Kaspische regio
mogelijk maakt. Van bijzonder belang is dat de EU en haar
lidstaten tegenover de aanvoer- en de doorvoerlanden een
consistente boodschap blijven uitdragen ("met één stem spreken").
* Ook herhaalt de Europese Raad dat optimaal gebruik moet worden
gemaakt van de eigen energiebronnen, inclusief energie uit
hernieuwbare bronnen, fossiele brandstoffen en, in de landen die
daarvoor hebben gekozen, kernenergie.
De conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering voorbereiden
1. De Europese Unie blijft ernaar streven een leidende rol te spelen
bij de totstandbrenging van een brede, mondiale
klimaatovereenkomst in december 2009 in Kopenhagen die de
opwarming van de aarde onder de 2°C houdt. De Europese Raad
herinnert er in dit verband aan dat de EU, als bijdrage tot deze
klimaatovereenkomst, een emissiereductieverplichting van 30% is
aangegaan, op voorwaarde dat andere ontwikkelde landen zich tot
vergelijkbare emissiereducties verplichten en dat de gevorderde
ontwikkelingslanden een bijdrage leveren die in verhouding staat
tot hun verantwoordelijkheden en respectieve capaciteiten. In de
Raadsconclusies van maart 2009 wordt nader ingegaan op de
inspanningen die de EU van de ontwikkelde en de
ontwikkelingslanden verwacht, en wordt ook beklemtoond dat het
totale streefcijfer voor de ontwikkelde landen op een eerlijke
manier moet worden gespreid, op zodanige wijze dat hun
inspanningen vergelijkbaar zijn.
1. De Europese Raad acht het van belang dat een mondiale
koolstofmarkt tot stand wordt gebracht, inclusief een hervormd
mechanisme voor schone ontwikkeling.
1. Voor de financiering van mitigatie- en adaptatiemaatregelen,
vooral in de meest kwetsbare ontwikkelingslanden, zullen
aanzienlijke binnenlandse en externe financieringsbronnen (zowel
openbare als particuliere) nodig zijn. De Europese Unie zal een
billijk deel van de financiering van deze maatregelen in
ontwikkelingslanden voor haar rekening nemen. De komende debatten
over het genereren van financiële steun moeten onder meer worden
toegespitst op verschillende formules, zoals een op een
overeengekomen verdeelsleutel gebaseerd bijdragensysteem,
marktgebaseerde benaderingen op grond van een veilingregeling, of
een combinatie van deze en andere formules.
1. De Europese Raad zal deze aangelegenheden tijdens zijn bijeenkomst
in juni nader bespreken. Hij benadrukt dat de internationale
financieringsmechanismen nader moeten worden onderzocht. Hij zal
ruimschoots op tijd voor de conferentie van Kopenhagen het
volgende bepalen: 1) de standpunten van de EU betreffende
hoofdbenaderingen voor de financiering van mitigatie, adaptatie,
technologische ondersteuning en capaciteitsopbouw; 2) de details
betreffende de bijdrage van de EU; en 3) de beginselen van de
lastenspreiding over de lidstaten. Dit zal gebeuren op basis van
concrete voorstellen van de Commissie. De Europese Unie zal
daarbij met name aandacht schenken aan de noden van de meest
kwetsbare ontwikkelingslanden.
1. Europees nabuurschapsbeleid
Oostelijk partnerschap
1. Bevordering van stabiliteit, goed bestuur en economische
ontwikkeling in haar oostelijke buurlanden is van strategisch
belang voor de Europese Unie. Conform de Commissiemededeling van
3 december 2008 verwelkomt de Europese Raad de instelling van een
ambitieus oostelijk partnerschap en neemt hij de aan deze
conclusies gehechte verklaring aan. Hij roept op de nodige
voorbereidingen te treffen voor de topbijeenkomst met de
partnerlanden op 7 mei 2009, waar het oostelijk partnerschap van
start zal gaan.
2. Het oostelijk partnerschap zal de beoogde stabiliteit en welvaart
tussen de oostelijke partners van de EU die onder het Europees
nabuurschapsbeleid vallen, bevorderen. De Europese Raad
committeert zich, onder de in de verklaring gestelde voorwaarden,
aan een sterker bilateraal engagement en aan een nieuw
multilateraal kader tussen de EU en Armenië, Azerbeidzjan,
Belarus, Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne, dat
hervormingen, onderlinge aanpassing van de wetgeving en verdere
economische integratie moet bespoedigen.
1. De Europese Raad verzoekt de Commissie en het huidige en volgende
voorzitterschap om, samen met de partners, snel voortgang te maken
met de praktische uitvoering van het partnerschap en verzoekt de
Commissie te zijner tijd een verslag over het eerste
toepassingsjaar van het oostelijk partnerschap voor te leggen.
Unie voor het Middellandse Zeegebied
1. De Europese Raad herhaalt dat hij het partnerschap met de
zuidelijke landen uit het Middellandse Zeegebied wil aanhalen. Hij
roept ertoe op de uitvoering te hervatten van de projecten die
door de Top van Parijs zijn aangeduid. In dit verband is het van
belang de vestiging van het permanent secretariaat van de Unie
voor het Middellandse Zeegebied in Barcelona zo spoedig mogelijk
te regelen.
1. Betrekkingen tussen de EU en de VS
1. De Europese Raad werd door het voorzitterschap geïnformeerd over
de stand van de voorbereidingen van de informele top EU-VS die op
5 april 2009 in Praag zal plaatsvinden. De Europese Raad
beklemtoont andermaal het strategische belang van
trans-Atlantische betrekkingen. Hij is het erover eens dat met
name economische aangelegenheden, energiezekerheid en
klimaatverandering en de strategische benadering ten aanzien van
het gebied tussen de Middellandse Zee en de Kaspische Zee moeten
worden besproken.
2. Verdrag van Lissabon
1. De Europese Raad heeft kennis genomen van de stand van de
uitvoering van zijn conclusies van december 2008 over het Verdrag
van Lissabon. Hij zal in zijn bijeenkomst in juni 2009 op dit punt
terugkomen.
1. Ter informatie bracht de minister-president van Tsjechië verslag
uit over de stand van de bekrachtiging van het Verdrag van
Lissabon in Tsjechië. Na de uitspraak van het Constitutioneel Hof
van Tsjechië van 26 november 2008 heeft de Kamer van
Afgevaardigden van het Tsjechische parlement op
18 februari 2009^ machtiging tot deze bekrachtiging gegeven en
zal de Senaat in de komende weken over dit onderwerp debatteren.
________________________
BIJLAGE 1
OVEREENGEKOMEN TEKST MET HET OOG OP DE G20-TOP IN LONDEN
Leiding geven aan het internationale optreden dat nodig is om een
spoedig herstel van duurzame economische groei te bevorderen
* In overeenstemming met het resultaat van de top van Berlijn en de
ministeriële bijeenkomst van de G20 de internationale coördinatie
van budgettaire stimuleringsmaatregelen voortzetten. Voorgenomen
budgettaire stimuleringspakketten snel uitvoeren. Het ordelijk
afbouwen van macro-economische stimulansen voorbereiden.
* Voorrang geven aan het opnieuw goed doen functioneren van
kredietmarkten en het faciliteren van de kredietstroom naar de
economie, hetgeen van cruciaal belang is voor de effectiviteit van
budgettaire stimulansen. Goed getimed en gecoördineerd optreden en
gelijke spelregels garanderen.
* Ervoor zorgen dat de budgettaire maatregelen sporen met
langetermijndoelstellingen zoals houdbare overheidsfinanciën,
verbetering van de productiviteit en het aanpakken van de
vergrijzingsproblematiek en de klimaatverandering.
* De markten openhouden en elke vorm van protectionisme vermijden
(geen nieuwe belemmeringen voor investeringen of handel; geen
nieuwe uitvoerbeperkingen). Snel overeenstemming trachten te
bereiken over de praktische uitvoering van de ontwikkelingsagenda
van Doha, die een ambitieus en evenwichtig resultaat moet
opleveren.
* Steun geven aan een multilateraal initiatief inzake
handelsfinanciering, aangezien de slinkende handelsfinanciering de
neergang van de wereldhandel nog verergert. Inspanningen
ondersteunen die ervoor zorgen dat handelsfinanciering alle
ondernemingen bereikt, ook het midden- en kleinbedrijf, zowel in
de ontwikkelde als in de ontwikkelingslanden, en dat dit snel
gebeurt en geen verstoringen veroorzaakt.
Ons vermogen versterken om crisissen mondiaal te beheren en te
voorkomen
* Het IMF belasten met het controleren en bevorderen van de
uitvoering van het in november 2008 op de G20-top in Washington
aangenomen actieplan op het gebied van de financiële regulering,
in nauwe samenwerking met het Forum voor financiële stabiliteit
(FSF).
* Verbeteren van de toezichtsinstrumenten van het IMF om zijn
sleutelrol bij crisispreventie te versterken. De samenwerking
tussen het IMF en het FSF versterken, met de bedoeling de uit de
financiële sector en de desbetreffende regulering voortvloeiende
systeemrisico's voor en de zwakke plekken in het financiële bestel
te inventariseren en ervoor te zorgen dat de leden corrigerend
optreden.
* De middelen van het IMF zeer aanzienlijk verhogen, zodat het zijn
leden snel en flexibel kan bijstaan in geval van
betalingsbalansmoeilijkheden. Het kredietverleningskader van het
IMF moet worden gestroomlijnd en aangepast, met de bedoeling het
beter toe te rusten voor crisispreventie en crisisrespons. Voor de
specifieke crisisondersteuning zijn de lidstaten van de EU bereid
om op korte termijn en op vrijwillige basis de
kredietverleningscapaciteit van het IMF tijdelijk te ondersteunen
door middel van een lening van in totaal 75 miljard euro.
* Steun verlenen aan de bestuurshervorming van de internationale
financiële instellingen (IFI's). Snel werk maken van de uitvoering
van de in april 2008 overeengekomen hervorming van de quota en de
stemverhoudingen in het IMF. Het IMF zo hervormen dat het
relatieve gewicht van de respectieve economieën in de
wereldeconomie adequater wordt weerspiegeld, en de procedure voor
de selectie van het topmanagement van IFI's transparanter maken en
meer op verdiensten baseren. Waardering betuigen voor de
uitbreiding van het FSF tot alle leden van de G20, Spanje en de
Europese Commissie, en de institutionele versterking van het FSF
steunen.
* Streven naar een consensus over en naar vaststelling van een
mondiaal handvest voor duurzame economische bedrijvigheid, dat
uitgaat van marktwerking maar uitwassen voorkomt, als eerste stap
naar een reeks mondiale normen inzake governance.
Betere regulering van financiële markten
* Transparantie en verantwoordingsplicht aanscherpen, zodat
valkuilen uit het verleden worden vermeden, met name door
macroprudentieel toezicht tot een standaardonderdeel van het
overkoepelend toezicht op de financiële sector te maken.
* Zorgen voor passende regulering van en overkoepelend toezicht op
alle financiële markten, producten en deelnemers die een
systeemrisico vertegenwoordigen, zonder uitzonderingen en ongeacht
het land van vestiging of woonplaats. Dit geldt met name voor
besloten kapitaalfondsen, waaronder hedgefondsen, private equity
en alternatieve beleggingsvehikels.
* Kredietratingbureaus onderwerpen aan deugdelijke, internationaal
afgestemde regulering en toezicht, om de kwaliteit en
transparantie van beoordelingen te waarborgen en
belangenconflicten te vermijden.
* De transparantie en de veerkracht van de markten voor
kredietderivaten vergroten, in het bijzonder door de
standaardisering van contracten en het gebruik van centrale
clearingtegenpartijen, mits effectieve regulering en effectief
toezicht.
* Vastberaden strijden tegen belastingfraude, financiële
criminaliteit, witwassen van geld en financiering van terrorisme,
en tegen elke bedreiging van de financiële stabiliteit en de
integriteit van de markt. Het financiële stelsel beschermen tegen
niet-transparante, niet-coöperatieve en minder strikt gereguleerde
jurisdicties, waaronder offshorecentra. Aandringen op het
opstellen van lijsten van dergelijke jurisdicties, daarbij
rekening houdend met recente ontwikkelingen, en
sanctie-instrumenten uitwerken die de toepassing van passende,
graduele tegenmaatregelen mogelijk maken. De
Financiële-actiegroep, de OESO en het FSF om voorstellen ter zake
verzoeken.
* Degelijke gemeenschappelijke beginselen aannemen inzake
ondernemingsbestuur en bezoldiging, om te voorkomen dat
beloningsregelingen het nemen van overdreven risico's in de hand
werken. Beloningsregelingen moeten door toezichthouders worden
geëvalueerd en er moet in een effectieve handhavingsregeling
worden voorzien.
* De samenwerking onder toezichthouders verbeteren, met name door
snel - vóór eind 2009 - colleges van toezichthouders voor alle
grote grensoverschrijdende financiële instellingen in te voeren.
De toezichthouders moeten goede praktijken uitwisselen en de
mondiale convergentie van werkwijzen bevorderen.
* Zorgen voor een betere regulering op het gebied van bancair
kapitaal, om te garanderen dat banken in goede tijden extra
kapitaalbuffers aanleggen om slechte tijden beter te doorstaan. De
werkgroepen en instellingen die op dit terrein actief zijn
aanmoedigen om zo spoedig mogelijk passende aanbevelingen te doen,
rekening houdend met de doeltreffendheid van de bestaande regels
(Bazel II).
* De prudentiële regels en standaarden voor jaarrekeningen
verbeteren om hun procyclische werking te mitigeren en de
verantwoordingsplicht van de International Accounting Standards
Board aanscherpen door het bestuur en het mandaat daarvan verder
te hervormen.
* Voorzien in strenge handhaving van de financiële regelgeving en
transparantie, op basis van doeltreffende, evenredige en
afschrikkende sancties, om de integriteit van de financiële
markten te bevorderen. Evalueren van de wijze waarop de regels van
de sector ter bescherming van markten en investeerders worden
uitgevoerd, waar passend in verschillende sectoren en markten.
Ontwikkelingslanden helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de
crisis
* Mondiale ontwikkeling bevorderen als deel van de oplossing voor de
wereldwijde crisis en als fundering voor vrede en stabiliteit.
* Nakomen van beloftes om de ontwikkelingshulp te verhogen. Opnieuw
de vaste wil betonen om de millenniumdoelstellingen voor
ontwikkeling te verwezenlijken. Beloftes inzake "hulp voor handel"
nakomen en de minst ontwikkelde landen rechten- en contingentvrije
toegang bieden.
* Ten volle gebruik maken van andere bronnen van
overheidsfinanciering, zoals exportkredieten en
investeringsgaranties alsmede op ontwikkeling gerichte steun op de
gebieden onderzoek en technologie, vrede en veiligheid, migratie,
en klimaatverandering. De doeltreffendheid en coördinatie van
instrumenten en middelen verbeteren.
* Multilaterale ontwikkelingsbanken in staat stellen om de gevolgen
van de crisis in de ontwikkelingslanden te helpen bestrijden, met
name ten aanzien van de armste en meest kwetsbare
bevolkingsgroepen.
________________________
BIJLAGE 2
VERKLARING VAN DE EUROPESE RAAD OVER HET OOSTELIJK PARTNERSCHAP
1. De bevordering van stabiliteit, goed bestuur en economische
ontwikkeling in de oostelijke buurlanden is voor de Europese Unie
van strategisch belang. De EU heeft dan ook groot belang bij het
aanhalen van de banden met haar oostelijke partners, Armenië,
Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne.
Het aan die landen gerichte voorstel van de Europese Unie om een
ambitieus oostelijk partnerschap aan te gaan, strekt daartoe.
Het oostelijk partnerschap zal een aanzienlijke versterking betekenen
van het beleid van de EU ten aanzien van haar oostelijke partners,
doordat gestreefd zal worden naar het creëren van de noodzakelijke
voorwaarden voor een politieke associatie van en verdere economische
integratie tussen de Europese Unie en haar oostelijke partners middels
de ontwikkeling van een specifieke oostelijke dimensie van het
Europees nabuurschapsbeleid. Daartoe tracht het oostelijk partnerschap
politieke en sociaal-economische hervormingen te ondersteunen, en
aldus afstemming op en convergentie met de Europese Unie te
vergemakkelijken. In dezelfde geest zal het oostelijk partnerschap
ertoe bijdragen vertrouwen te scheppen tussen de zes oostelijke
partners en hun onderlinge banden helpen versterken.
2. De werkzaamheden in het kader van het oostelijk partnerschap zullen
geen afbreuk doen aan de wensen van de afzonderlijke deelnemende
landen wat betreft hun toekomstige betrekkingen met de Europese Unie.
Het oostelijk partnerschap zal berusten op de beginselen van gedeelde
verantwoordelijkheid, differentiatie en conditionaliteit. Gedeelde
waarden zoals democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de
mensenrechten zullen centraal staan, evenals de beginselen van de
markteconomie, duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Het sterkere
engagement van de Europese Unie zal sporen met de voornaamste
doelstellingen van het oostelijk partnerschap, en afhankelijk zijn van
de vooruitgang die door de afzonderlijke partners wordt geboekt. De
grotere financiële steun in de orde van grootte van de
600 miljoen euro die de Commissie voorstelt voor de periode tot en met
2013 blijft binnen de uit hoofde van het meerjaarlijks financieel
kader beschikbare middelen, inclusief toereikende marges.
3. Het oostelijk partnerschap en de bestaande regionale initiatieven
in de buurlanden van de EU, met name de Zwarte Zeesynergie, zullen
elkaar daadwerkelijk aanvullen. De Europese Raad onderstreept het
streven van de EU om de Zwarte Zeesynergie te versterken en de
uitvoering ervan te ondersteunen, en tekent daarbij aan dat de Zwarte
Zeesynergie toegespitst is op regionale samenwerking in het Zwarte
Zeegebied, terwijl het oostelijk partnerschap gericht is op onderlinge
afstemming en de betrekkingen van de partnerlanden met de EU zal
versterken. Voorts zal het oostelijk partnerschap parallel aan de
bilaterale samenwerking tussen de EU en derde landen worden
ontwikkeld.
4. Bilaterale samenwerking in het kader van het oostelijk partnerschap
moet de grondslag bieden voor nieuwe associatieovereenkomsten tussen
de EU en de partners die voldoende gevorderd zijn met de in punt 2
genoemde beginselen en waarden en die bereid en in staat zijn de
daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen, waaronder de
instelling of de beoogde instelling van vergaande en veelomvattende
vrijhandelszones. Met behulp van de alomvattende programma's van de
Europese Unie voor institutionele opbouw zullen de deelnemende landen
hun bestuurlijke capaciteit kunnen verbeteren. Het oostelijk
partnerschap zal de mobiliteit van de burgers van de partnerlanden
bevorderen door middel van overeenkomsten inzake visumfacilitering en
overname. In overeenstemming met de totaalaanpak van migratie moet de
EU tevens met geleidelijke stappen elk partnerland afzonderlijk, als
langetermijndoelstelling, uitzicht bieden op volledige
visumliberalisering, mits de voorwaarden voor een goed beheerde en
veilige mobiliteit zijn vervuld. Het oostelijk partnerschap beoogt
nauwere samenwerking tussen alle deelnemers op het gebied van
energiezekerheid, meer bepaald op het gebied van de energievoorziening
en -doorvoer op lange termijn, onder meer via betere regulering en
energie-efficiëntie. Het zal de expertise van de EU op het gebied van
beleidsmaatregelen voor sociale en economische ontwikkeling ter
beschikking van de partners stellen.
5. Binnen het multilaterale kader van het oostelijk partnerschap zal
werk worden gemaakt van samenwerking en dialoog om aan de
doelstellingen van het partnerschap te voldoen. De werking van het
partnerschap moet berusten op gemeenschappelijke besluiten van de
EU-lidstaten en de oostelijke partners, zonder dat afbreuk wordt
gedaan aan de besluitvormingsautonomie van de EU.
De Europese Raad stelt voor regelmatig ontmoetingen te houden - in
principe om de twee jaar - op het niveau van de staatshoofden en
regeringsleiders van het oostelijk partnerschap, alsmede jaarlijks op
het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken. Er moeten vier
thematische platforms worden gecreëerd, die overeenstemmen met de
belangrijkste samenwerkingsterreinen (democratie, goed bestuur en
stabiliteit; economische integratie en convergentie met het EU-beleid;
energiezekerheid; persoonlijke contacten). De Europese Raad steunt
tevens de uitvoering van opvallende initiatieven om een impuls en een
concrete invulling te geven aan het partnerschap. De EU ziet in dit
verband uit naar een spoedige bespreking met de partners.
Derde landen zullen per geval in aanmerking komen voor deelname aan
concrete projecten, activiteiten en vergaderingen van de thematische
platforms, indien zulks bijdraagt tot de doelstellingen van specifieke
activiteiten en tot de algemene doelstellingen van het oostelijk
partnerschap.
6. Aan het oostelijk partnerschap zal worden deelgenomen door een
groot aantal actoren, waaronder ministeries en overheidsagentschappen,
parlementen, het maatschappelijk middenveld, internationale
organisaties, financiële instellingen en de particuliere sector.
7. Op basis van deze verklaring zal de EU met de oostelijke partners
het nodige overleg plegen ter voorbereiding van een gemeenschappelijke
verklaring over het oostelijk partnerschap, die tijdens de top ter
gelegenheid van de lancering van het oostelijk partnerschap op
7 mei 2009 zal worden aangenomen. De Europese Raad ziet uit naar de
start van het oostelijk partnerschap als een gezamenlijk streven met
de partners, en is ervan overtuigd dat dit initiatief het goed bestuur
ten goede zal komen, de welvaart zal vergroten en de stabiliteit zal
versterken, en aldus duurzame en tastbare voordelen zal opleveren voor
de burgers van alle deelnemende landen.
_________________
BIJLAGE 3
Lijst van aan de Europese Raad voorgelegde referentiedocumenten
Economische, financiële en sociale situatie
* Kernpuntennota van de Raad (ECOFIN) (6784/2/09 REV 2)
* Verslag over landenspecifieke geïntegreerde aanbevelingen:
bijdrage van de Raad (ECOFIN) (7444/09)
* Verlaagde btw-tarieven: akkoord in de Raad (ECOFIN) (7448/1/09
REV 1)
* Vermindering van de administratieve lasten: bijdrage van de Raad
(ECOFIN) (7445/09)
* Nota van het voorzitterschap - kernpunten voor de G20-top inzake
ontwikkelingslanden en de mondiale economische crisis (7523/09)
* Conclusies van de Raad (Concurrentievermogen) over het
voortgangsverslag van de Commissie inzake de evaluatie van de
interne markt (7383/09)
* Kernpuntennota, aangenomen door de Raad (Concurrentievermogen)
(7232/09)
* Kernboodschappen, aangenomen door de Raad (EPSCO) (7434/09)
* Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid (7435/09)
* Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
(7436/09)
* Verslag over gelijkheid van vrouwen en mannen, 2009 (7017/09)
* Conclusies van de Raad over beroeps- en geografische mobiliteit
van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers binnen de
Europese Unie (6480/09)
* Conclusies van de Raad betreffende nieuwe vaardigheden voor nieuwe
banen: Anticipatie op en onderlinge afstemming van de
arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeften (6479/09)
* Door de Raad (OJC) aangenomen kernboodschappen inzake het
jeugdbeleid (6669/09) en inzake onderwijs en opleiding (6666/09)
Energie en klimaatverandering
* Conclusies van de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen)
over het meenemen van de ontwikkelingsdimensie in een brede
klimaatveranderingsovereenkomst voor de periode na 2012 (7645/09)
* Conclusies van de Raad (ECOFIN) over de internationale
financiering van de strijd tegen de klimaatverandering (7443/09)
* Conclusies van de Raad (Milieu) over de nadere uitwerking van het
standpunt van de EU over een brede klimaatovereenkomst voor de
periode na 2012 (7128/09)
* Conclusies van de Raad (Milieu) over de voorbereiding van de
voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (7065/09)
* Conclusies van de Raad (TTE) betreffende de tweede strategische
energiebeleidsevaluatie (6692/09)
* Nota van het voorzitterschap over de conferentie betreffende
voorzieningszekerheid voor elektriciteit (6253/09)
Diversen
* Conclusies van de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen )
over Afghanistan (7610/09)
* Verslag betreffende de vorderingen van de Europese Unie in 2008
(6788/1/09 REV 1)
---
---
Het akkoord staat in document 7848/1/09 REV 1 en zal door de
juristen-vertalers worden bijgewerkt.
De zuidelijke gascorridor, een gediversifieerde en adequate
LNG-voorziening voor Europa, effectieve interconnectie van de
Baltische landen, de mediterrane energiering, adequate
noord-zuidverbindingen voor gas en elektriciteit binnen Midden- en
Zuidoost-Europa, en het Noordzeenet en het noordwestelijk
offshorenetwerk.
Bij die gelegenheid wees het Tsjechische parlement erop dat bij de
uitvoering van het Verdrag van Lissabon, wanneer dat in werking
treedt, algemene rechtsbeginselen, waaronder het beginsel van
niet-terugwerkende kracht en het subsidiariteitsbeginsel, in acht
moeten worden genomen.
European Union