Verzoek verlenging tbs afgewezen
Breda, 20 maart 2009 - De rechtbank Breda heeft een verzoek tot
verlenging van de tbs van een 65-jarige man van Marokkaanse afkomst
afgewezen. De rechtbank gaat hierbij uit van een advies van het Pieter
Baan Centrum (PBC), dat de man recent opnieuw uitgebreid heeft
onderzocht. Volgens het PBC heeft de man geen persoonlijkheidsstoornis
en is de kans dat hij opnieuw een delict begaat klein.
De man was in 1994 veroordeeld en zat sinds 1996 in tbs.
In deze zaak heeft de rechtbank een keuze moeten maken tussen
tegenstrijdige adviezen van de Pompekliniek, de tbs-instelling waar de
man nu verblijft, en het PBC.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van
oordeel dat meer waarde moet worden gehecht aan het advies van het
PBC. Dit advies, gebaseerd op een uitvoerig onderzoek waaraan de man
goed heeft meegewerkt, is het meest onafhankelijk en gebaseerd op de
meest recente inzichten. De rechtbank concludeert op basis van dit
advies dat de man geen persoonlijkheidsstoornis heeft, deze ook ten
tijde van het delict niet had, en het recidivegevaar laag is. Volgens
de wet mag tbs alleen worden verlengd bij gevaar voor de veiligheid
van anderen, dat voortvloeit uit een psychische stoornis die er ook al
was ten tijde van het delict. Nu dit hier niet het geval is, is een
verlenging van de tbs niet mogelijk.
De rechtbank heeft wel zorgen over de schok die een plotselinge
overgang van de tbs-kliniek naar de samenleving bij de man teweeg kan
brengen. De rechtbank spreekt de hoop uit dat hij daarbij hulp zal
zoeken.
Tegenstrijdige adviezen
De Pompekliniek heeft geadviseerd om de tbs met twee jaar te
verlengen. Volgens de kliniek heeft de man een waanstoornis en een
persoonlijkheidsstoornis die los staat van zijn culturele achtergrond.
Ook is volgens de kliniek het delictgevaar nog steeds hoog. De kliniek
baseert zich daarbij op de diagnose die in 1994 is gesteld. De man is
gedurende de tbs-periode nooit behandeld omdat hij niet wilde
meewerken.
De psycholoog en psychiater van het PBC concluderen in hun rapport dat
de man een waanstoornis heeft, die pas is ontwikkeld tijdens de
tbs-periode, maar geen persoonlijkheidsstoornis. De psychiater acht
het niet mogelijk een psychische stoornis te verbergen tijdens de hele
observatieperiode in het PBC. Volgens het PBC-rapport is in 1994 ten
onrechte een persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Er is destijds
onvoldoende rekening gehouden met culturele aspecten. Beide
deskundigen beoordelen het recidivegevaar als laag, maar verschillen
van mening over de verlenging van de tbs. De psycholoog vindt dat de
conclusies over het recidivegevaar geen verlenging van de tbs
rechtvaardigen. De psychiater adviseert een verlenging van een jaar
met een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en opname
in een psychiatrisch ziekenhuis, om problemen bij een plotselinge
terugkeer in de maatschappij te voorkomen.
Poging tot doodslag
De man was in oktober 1994 wegens een poging tot doodslag op zijn
vrouw veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf en tbs met
dwangverpleging. Dit vonnis is in hoger beroep bevestigd. De tbs is in
oktober 1996 gestart en voor het laatst in beroep met twee jaar
verlengd door het gerechtshof Arnhem in maart 2008. Het gerechtshof
benadrukte in dit vonnis dat de transculturele aspecten in deze zaak
beter moesten worden belicht.
De officier van justitie had bij de rechtbank Breda een vordering tot
verlenging van de tbs ingediend, maar vervolgens met verwijzing naar
het PBC-rapport verzocht om deze vordering af te wijzen.
Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 20 maart 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie