Nieuw-Vlaamse Alliantie
Tienerzwangerschappen: nood aan betere preventie (20/03/09)
Vanmorgen werd in het Radio 1-programma Peeters en Pichal nog
uitgebreid gediscussieerd over de problematiek van
tienerzwangerschappen in Vlaanderen. Vlaams volksvertegenwoordiger
Helga Stevens (N-VA) heeft over deze problematiek een uitgebreide
resolutie opgemaakt, met vijf concrete actiepunten voor Vlaams
minister van Welzijn Veerle Heeren.
Cijfers
De cijfers tonen aan dat het fenomeen niet onderschat mag worden. In
Vlaanderen worden jaarlijks zo"n 2.200 tienermeisjes zwanger. Het
percentage onder hen dat abortus pleegt, steeg de laatste jaren licht
tot zo"n 40%. Een 50-tal tienermeisjes zijn zelfs jonger dan 15 jaar.
Onder hen ligt het abortuspercentage nog veel hoger. Zwangerschappen
komen niet méér voor bij meisjes uit kansarme milieus dan bij meisjes
uit kansrijke milieus. Wel gaan beide groepen anders met een
zwangerschap om: in kringen waar de opleidings- en ontwikkelingskansen
van het meisje hoger liggen, kiest men vaker voor abortus.
Nood aan een beter preventiebeleid
Het huidig federaal en Vlaams beleid ten aanzien van
tienerzwangerschappen focust zich voornamelijk op de zogenaamde
primaire preventie of het voorkomen van zwangerschappen. Daarbij gaat
het vooral over voorbehoedsmiddelen. Maar dit is niet voldoende
efficiënt en bovendien zijn tienermoeders niet altijd ongewenst
zwanger. Dat geldt zeker voor een aantal 18- en 19-jarige moeders.
Helga Stevens wil dan ook meer onderzoek naar en aandacht voor
secundaire en tertiaire preventie. Tienermoeders moeten begeleid
worden naar gespecialiseerde centra (secundaire preventie) en later
aangemoedigd worden om een nieuwe tienerzwangerschap te vermijden
(tertiaire preventie).
Van de zes Centra voor Integrale Gezinszorg (CIG) hebben er slechts
twee een afdeling voor tienermoeders (Klemskerke en Kasterlee), elk
met een capaciteit van slechts 8 plaatsen. De andere CIGs richten zich
veeleer occasioneel tot tienermoeders. De lange wachtlijsten maken dat
vele tienermoeders slechts op het einde van de zwangerschap of pas na
de bevalling kunnen worden opgenomen. Het centrum voor Relatievorming
en Zwangerschapsproblemen (cRZ) heeft een luistertelefoon voor
ongeplande zwangerschappen. Als er professionele hulp nodig is, wordt
er gericht doorverwezen. Daarnaast biedt het centrum nazorg, zowel
voor tienermeisjes die verwerkingsproblemen hebben na een abortus, als
voor tienermoeders (in spe) en hun kinderen.
Ook de tertiaire preventie, gericht op het voorkomen van een nieuwe
tienerzwangerschap, faalt. In 2005 werd ongeveer 12% van de
tienermoeders in de Vlaamse gemeenschap voor een tweede of een derde
keer moeder. Dit percentage lag de voorbije 10 jaar vrij constant.
De vergeten groep: de tienervaders
Een vaak vergeten groep in de literatuur, maar ook in de
hulpverlening, zijn de tienervaders. Dit is niet noodzakelijk de
partner van een tienermeisje (dat kan immers ook een volwassen man
zijn), maar wel de tienerjongen die een zwangerschap heeft
veroorzaakt. Wat is de impact op hem, wat is zijn rol in de beslissing
omtrent de zwangerschap, abortus, verdere relatie met het kind, ...
Ook dat aspect verdient meer aandacht.
Vijf concrete actiepunten
Helga Stevens vraagt vijf concrete maatregelen aan Vlaams minister van
Welzijn Veerle Heeren:
1. meer onderzoek;
2. een proefproject rond tienervaders;
3. meer financiële middelen voor personeel en meer capaciteit in de
Centra voor Integrale Gezinszorg;
4. een doelgroepenbeleid voor tienermeisjes met bepaalde
etnisch-culturele achtergrond;
5. een doelgroepenbeleid ten aanzien van tienermeisjes uit de
Bijzondere Jeugdzorg.
De gehele resolutie vindt u hier.
Auteur:
Helga Stevens
Vlaams parlementslid N-VA
Meer informatie:
Contactpersoon: Jeroen Overmeer, woordvoerder
Telefoon: 02/219 49 30
Fax: 02/217 35 10
E-post: jeroen.overmeer@n-va.be
Url: www.n-va.be