European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|Brussel, 18 maart 2009                                              |
|7758/09 (Presse 66)                                                 |
|P 34                                                                |
|(OR. en)                                                            |
|PERSMEDEDELING                                                      |
|Betreft: De mensenrechten in Iran ter gelegenheid van de 33e        |
|verjaardag van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en   |
|politieke rechten                                                   |
|Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de  |
|mensenrechten in Iran ter gelegenheid van de 33e verjaardag van het |
|Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten    |
De EU prijst de positieve ontwikkelingen die het Iraanse volk heeft gerealiseerd op sociaal, onderwijs- en cultureel gebied, maar wenst tevens haar bezorgdheid te uiten over de schendingen door de Islamitische Republiek Iran van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat deze ondertekend en bekrachtigd heeft.

Tot die schendingen behoren de willekeurige arrestaties, intimidatie en andere repressieve maatregelen tegen een aantal vrouwenrechtenactivisten van de campagne "één miljoen handtekeningen" en de Maydaan-beweging. De Europese Unie veroordeelt deze intimidatie met klem en roept de Iraanse autoriteiten op Alieh Aghdam-Doust en Ronak Safarzadeh vrij te laten en de aanklachten tegen Nafiseh Asad in te trekken, in verband met hun deelname aan een vreedzame campagne voor gendergelijkheid.

De Europese Unie constateert een zorgwekkende tendens van toenemende beperking van de vrijheid van meningsuiting en vereniging van de Iraanse burgers. Mensenrechtenverdedigers, journalisten, studenten, vakbondsmensen en anderen die op vreedzame wijze hun standpunten of meningen uiten, worden vaak om onduidelijke redenen van openbare veiligheid aangeklaagd. In een aantal gevallen krijgen zij geen toegang tot vertegenwoordiging in rechte en worden degenen die hen verdedigen, zoals het Centrum van mensenrechtenverdedigers, belemmerd in de uitoefening van hun legitieme werkzaamheden.

In dit verband verzoekt de Europese Unie Iran met aandrang de straffen te vernietigen die zijn uitgesproken tegen twee hiv-specialisten, de broers Arash en Kamiar Alaei, die tot een gevangenisstraf van respectievelijk zes en drie jaar zijn veroordeeld. De Europese Unie dringt er eveneens bij de Iraanse autoriteiten op aan de heropening van het Centrum voor mensenrechtenverdedigers toe te staan en de gevangenisstraffen van en de aanklachten tegen een aantal (tien) journalisten en bloggers, van wie de EU de namen reeds eerder aan de Iraanse autoriteiten heeft meegedeeld, te herroepen.

De Europese Unie roept voorts de Iraanse autoriteiten op de aanklachten in te trekken tegen een aantal studenten van de universiteit van Shiraz, van wie er bovendien ten minste achttien het verbod hebben gekregen hun studies voort te zetten naar aanleiding van hun deelname aan de vreedzame bijeenkomst op de nationale studentendag. De Europese Unie vraagt voorts om een onverkort recht van bewegingsvrijheid, met inbegrip van het recht om het land te verlaten, met name voor de heer Said Razzavi-Faqih, een voormalige studentenactivist die bij verstek is veroordeeld wegens zijn vreedzame activiteiten en wiens paspoort door de Iraanse autoriteiten in beslag is genomen.

De EU blijft bereid tot constructieve samenwerking op alle gebieden, waaronder de mensenrechtendialoog, en roept Iran op zijn internationale verplichtingen na te komen, onder meer in het kader van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarvan maandag de 33e verjaardag van de inwerkingtreding wordt gevierd.

"De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, het land van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaat Montenegro, de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces."