Ingezonden persbericht

Schuldgevoel weerhoudt werknemers spits te vermijden

Utrecht, 19 maart 2009

"Goh, heb je een vrije middag genomen?" Het is een geregeld gehoorde opmerking binnen bedrijven als werknemers om 5 uur naar huis gaan. En dat terwijl ze 's ochtends wel eerder zijn begonnen dan hun collega's. Ruim een kwart van de Nederlandse werknemers voelt zich dan ook schuldig als hij later op zijn werk komt of eerder vertrekt. Saillant is echter dat ruim 80 procent van de werknemers van mening is dat flexibel werken niet ten koste gaat van de productiviteit. Dit blijkt uit een onderzoek van Nederland Bereikbaar en de Taskforce Mobiliteitsmanagement onder ruim 400 werknemers uit uiteenlopende bedrijfstakken.

Belachelijk gemaakt
Mensen die wellicht wel in de gelegenheid zijn om eerder of later te beginnen en te vertrekken van hun werk, voelen zich toch vaak geremd door hun werkgever of hun collega's. Zo krijgt ruim tien procent van hen de vraag 'of ze een vrije middag hebben genomen' als ze eerder weggaan. Ruim 21 procent van de ondervraagden zegt zelfs 'belachelijk te worden gemaakt' als ze later op hun werk verschijnen. Ruim 27 procent voelt zich daar dan ook nog schuldig over.

Vastgeroeste gewoontes doorbreken
Lodewijk de Waal, voorzitter van Taskforce Mobiliteitsmanagement en derhalve nauw betrokken bij Nederland Bereikbaar, pleit voor een cultuurverandering. "Uit het onderzoek van Nederland Bereikbaar blijkt dat werknemers in meerderheid positief staan ten opzichte van flexibel werken, maar dat een verandering bij werkgevers én werknemers nodig is om, waar mogelijk, af te rekenen met die ouderwetse 9 tot 5 cultuur."

Vergaderverbod
Naast de bedrijfscultuur speelt ook de vergadercultuur werknemers parten bij het flexibel plannen van hun werktijden. Uit het onderzoek blijkt dat vroeg ingeplande vergaderingen ertoe leiden dat werknemers tóch in de spits reizen. Een derde van de ondervraagden is dan ook voor een vergaderverbod vóór 10.00 uur en ná 16.00 uur. Op dit moment, zo zegt 31 procent van de ondervraagden, wordt te weinig rekening gehouden met de files als een afspraak of vergadering wordt ingepland. Daardoor reist dik 15 procent onnodig in de spits.

Argumenten
Op de vraag of een cultuuromslag bij de werkgever moet plaatsvinden op het gebied van flexibele arbeidstijden en flexwerken, antwoordt bijna een derde van de ondervraagde werknemers (32%) met 'ja'. Belangrijkste argumenten die ondervraagden aanvoeren voor die cultuuromslag is 'bestrijding van de files', 'beter voor het milieu', 'tijdwinst', 'hogere efficiency', 'positief voor de motivatie', 'betere worklife balance' en 'hogere werknemerstevredenheid'. Voor de 68 procent die daarop 'nee' antwoordt geldt in overgrote meerderheid dat het gaat om functies waarbij fysieke aanwezigheid van mensen noodzakelijk is, zoals zorgverleners, baliemedewerkers, winkeliers en ambachtslieden.

Nederland Bereikbaar
Nederland Bereikbaar is een initiatief van het bedrijfsleven, waaronder ANWB, KPN, Logica, NS, Rabobank, 9292OV, TNT, om werkgevers en werknemers te mobiliseren een eigen 'filesofie' op te stellen om anders met bereikbaarheid om te gaan. Het platform wil bedrijven en organisaties prikkelen om hun medewerkers in de spitsuren flexibeler met hun verplaatsingen om te laten gaan. Dit kan betekenen; later of eerder vertrekken, telewerken, combinatie van auto en trein of ander openbaar vervoer te kiezen. Met 10 procent minder verkeer in de spits verloopt deze nagenoeg vlekkeloos.

Taskforce Mobiliteitsmanagement
De Taskforce Mobiliteitsmanagement onder leiding van Lodewijk de Waal heeft tot doel mobiliteitsmanagement een vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering te laten worden in zoveel mogelijk organisaties. De TFMM streeft naar minder files door flexibilisering van werk en slimmere reiskostenregelingen. Door vraaggericht en bottom-up in te spelen op wensen en behoeften van werkgevers en politiek weet de TFMM de brug te slaan tussen bedrijfsleven en overheden. De TFMM jaagt aan, coördineert en geeft sturing aan de inhoud. Zij heeft de opdracht voor halverwege 2010 zodanige resultaten te hebben geboekt dat de ministeriele regeling vanuit VROM (het puntensysteem) achterwege kan blijven. De TFMM bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de sociale partners en de (rijks)overheid en overheden.