Socialistische Partij
SP Alkmaar :: Weblog
donderdag 19 maart 2009
Uitverkoop van Nederland is een antibeschavingsoffensief
Hoort bij: dagelijkse werkelijkheid door Matt Delahaij om 8:45 uur
Het versterken van een samenleving is nooit hand in hand gegaan met
potverteren en het aanmoedigen van het recht van de sterkste.
Uitverkoop van gemeenschapsvoorzieningen aan de vrije
concurrentiemarkt wordt omschreven als een voortschrijdende en
onomkeerbare tijdsgeest. Het zou dus progressief zijn. Ons inziens is
juist het versterken van de samenleving progressief, zodat volgende
generaties gegarandeerd zijn van een goede toekomst. Verkoop van
gemeenschapsvoorzieningen leidt tot streven naar winstmaximilisatie en
afname van diepteinvesteringen, kortom potverteren.
Samenleven is samen doen
De menselijke samenleving is over de hele wereld en door de
geschiedenis heen een samenspel van families en volkeren geweest die
in eerste instantie het belangrijk vonden om de volgende generatie een
veilige toekomst te bieden. Opvoeding van kinderen, verzorgen van
zieken en ouderen, geven van onderwijs, zorgen voor voedsel en steeds
opnieuw verbeteren van de dagelijkse hulpmiddelen (technologie) waren
de kernactiviteiten van elke samenleving. Om dit op gang te houden
werden producten gemaakt voor de verkoop en is de handel op gang
gekomen. Dat produceren voor handel is wat we economie noemen.
Economie is nodig om de samenleving aan de praat te houden.
Beschavingen hebben door de eeuwen heen economisch avonturisme aan
banden gelegd
De kracht van elke samenleving is dus samen verantwoordelijkheid nemen
voor gezamenlijke belangen. Een onderdeel hierbij is het afremmen en
terugdringen van individuen die zich zelf proberen te verrijken ten
koste van de samenleving. Elke cultuur bestrafte mensen die geld
uitleenden tegen woekerrente.
Beschavingen stelden steeds meer respect voor het individu centraal
In elke cultuur, tot zelfs in het begin ven de Egyptische cultuur,
zagen we dat de morele eis aan de rijkeren werd opgelegd om aalmoezen
te geven aan zwervers, mensen met beperkingen en mensen die op de een
of andere manier aan lager wal waren geraakt. De verfijning van dit
denken en het steeds verder respecteren van individuele waardigheid
noemen we de voortschrijdende beschaving. Met de opkomst van het
papieren geld en het bankwezen is langzamerhand de klad in deze
grondbeginselen van de beschaving gekomen.
Ideologieen zijn geen theorie, maar zijn gestolde praktijkervaringen
Toen in de steden van met name Vlaanderen sinds de dertiende eeuw het
gewone volk in opstand kwam tegen de economische macht van de
eigenaren van werkplaatsen (de toppen van de gilden) is feitelijk de
basis gelegd voor de latere liberale en socialistische beweging. Het
oerliberalisme verweerde zich tegen het eigendom van productiemiddelen
(werkplaatsen met machines en landeigendom) waarmee anderen gedwongen
werden als loonarbeider aan de slag te moeten en daarmee de
mogelijkheid werd ontnomen een zelfstandig bestaan op te bouwen. De
rol van de staat werd steeds belangrijker als toezichthouder van
rechtvaardigheid en rechtspraak. Toen bleek dat ook het liberalisme
over werd genomen door de elites die zij in oosprong bestreed en niet
in staat bleek de economische macht van een kleine elite te breken,
ontwikkelde zich de socialistische beweging. In de negentiende eeuw
werden de maatschappelijke verhoudingen vertaald in
klassenverhoudingen. Op basis van die analyse kregen politieke
partijen en vakbonden steeds meer betekenis en konden ze de werken aan
verwezenlijken van hun doelen.
Ideologieen werden afgezworen
Halverwege de twintigste eeuw ontstond weerzin tegen ideologieen die
een maatschappelijke analyse maakten en daarbij voeding gaven aan
politieke en maatschappelijke bewegingen. Deze stroming, van oosprong
een kunstenaarsbeweging die net als het oerliberalisme werd omarmd
door de heersende elites, kreeg de naam postmodernisme (klik voor de
link). De artistieke weerzin tegen beperkende ideologieen kreeg een
politieke lading toen lngzamerhand alle ideologieen (behalve het
liberalisme) als achterhaald werden beschouwd en in die zin het einde
van de geschiedenis (klik voor de link) werd aangekondigd. Met het
einde van de geschiedenis werd bedoeld dat het fenomeen van elkaar
bestrijdende ideologieen tot het verleden behoort en daarmee feitelijk
geen grote veranderingen meer zullen plaatsvinden.
Neoliberalisme uiteindelijk door de mand gevallen
Het verzet tegen het terugdringen van de overheid en tegen het
liberaliseren van markten is plotseling geen halsstarrig SP onderwerp
meer, maar wordt algemeen gedragen. Algemeen, behalve door de politiek
lijkt het wel. Prominente VVD-ers keren de VVD de rug toe omdat de
partij weigert afstand te nemen van het neoliberalisme.
PvdA-wethouders blijven hameren op kerntaken van de gemeente en vinden
dat veel overheidstaken beter uitgevoerd kunnen worden door
particuliere ondernemers. D66 politici geloven heilig in
liberalisering van markten, omdat dit de keuzevrijheid van consumenten
ten goede zal komen. Kortom: de uitverkoop van Nederland gaat
onverdroten voort.
De algemene roep om te investeren in duurzaamheid zal steeds
moeilijker gestalte kunnen krijgen omdat alle fondsen langzamerhand in
particuliere handen komen en de belastingbetaler daar steeds minder
grip op houdt.