ChristenUnie


Bijdrage Ed Anker aan het AO Kansspelen

Bijdrage Ed Anker aan het AO Kansspelen

donderdag 19 maart 2009 10:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Dank u wel. Ik wil even op het laatste punt van de heer De Roon doorgaan. Bij de voorbereiding van dit algemeen overleg kwam een medewerker van onze fractie erachter dat het loterijspel eigenlijk zijn oorsprong heeft in politieke verkiezingen. In het Italiaanse Genua werden op die manier de leden van de grote raad, het hoogste bestuursorgaan van de stad Genua, gekozen. Ik vind het bijzonder om nu, op de dag van de start van de Europese verkiezingscampagne, te markeren dat men dat op die manier deed. Men vond het daar zo spannend, men was zo betrokken dat men ging gokken op wie er uiteindelijk in die grote raad zou komen. Zo is die loterij ontstaan. Ik hoor iemand naast me zeggen dat het een soort paardenrace was. Inderdaad was het een soort paardenrace. Men kan uiteindelijk overal op gokken. Maar goed, dit wilde ik even ter illustratie zeggen bij dit uiterst serieuze onderwerp.

Wij hebben vandaag wéér een algemeen overleg met de nieuwe Wet op de kansspelen in het vooruitzicht. Daar wachten wij eigenlijk al een tijdje op. Ooit was er sprake van dat de wet er zou komen voor de zomer van 2008. De wet zal inderdaad rond een zomer verschijnen, maar de klassieke grap is dan: zij komt voor de zomer, maar ik zeg niet om welk jaar het dan gaat. Het wordt nu waarschijnlijk zelfs na de zomer van dit jaar. Daar hopen wij dan op. Even alle gekheid op een stokje: ik vind het vervelend. Wij zitten er lang op te wachten. De minister noemt enkele complicaties. Wij weten allemaal dat wetgeving een ingewikkeld proces is, maar wij willen gewoon een keertje voort. Ik wil de minister dus allereerst aanmanen om een beetje vaart te zetten achter de nieuwe wetgeving.

Het uitgangspunt van de wetgeving is dat wij in Nederland een restrictief kansspelbeleid voeren. Wat ons betreft, is dat een cruciale notie. Het wringt een beetje, want de minister lijkt te willen wedden op twee paarden. Hij wil een restrictief kansspelbeleid maar hij wil tegelijkertijd ook een gelijk speelveld creëren waarbij iedereen dezelfde kansen heeft op die kansspelmarkt. Volgens mij is het kenmerk van het voeren van een restrictief kansspelbeleid nu juist dat niet iedereen altijd gelijke rechten heeft, dat de overheid met beide handen in die markt zit en probeert de boel te reguleren. Dat heeft altijd enige restricties tot gevolg. Dat is natuurlijk ook het idee van een restrictief kansspelbeleid.

De minister kan volgens mij niet met twee voeten in één schoen en moet de keuze maken voor een restrictief kansspelbeleid. Het wordt telkens zo onduidelijk, ook met al die rechtszaken die nu in Europa worden gevoerd. Die onduidelijkheid gaat naar de aanbieders toe, die gaat ook naar aanbieders in andere landen toe en zo krijgen wij Europa weer op ons dak.

In de nieuwe wet wordt de nieuwe kansspelautoriteit opgetuigd. Dat is geen heel nieuwe zbo, want die komt in de plaats van het College van Toezicht op de Kansspelen. Wij zijn heel erg blij met die nieuwe organisatie. Het is een interessante organisatie, onder andere omdat zij de toegangsbeperkingen bij casino's op zich zal nemen. Het gaat er bijvoorbeeld om dat een manager van een casino niet in conflict kan komen met enerzijds het bedrijfsplan en anderzijds het belang van de individuele gokker. Een gokker kan hebben aangegeven dat hij er niet meer wil zijn en dan toch de manager benaderen dat hij wel weer naar binnen wil. Daar speelt momenteel ook een rechtszaak over. Dat is heel erg ingewikkeld. Een dergelijke zaak zou via de nieuwe kansspelautoriteit gaan lopen. Daar zijn wij erg enthousiast over. Als het nu nog zo lang duurt om die nieuwe wet te maken, kunnen wij dan bijvoorbeeld die kansspelautoriteit waar wij al zo'n drie jaar op wachten, niet gewoon oprichten? Volgens mij moet het denken daarover nu wel zover gevorderd zijn dat dit kan worden overwogen. Wij hebben liever dat dit uit het wetsvoorstel wordt geweekt en dat daarmee aan de gang wordt gegaan.

De minister wil de wet verduidelijken op het gebied van de speelautomaten, maar hij wil die nadrukkelijk niet versoepelen. Hij wil dat de termen in de wet beter zullen aansluiten bij de termen die in horeca worden gebruikt. Hoe garandeert de minister dat dit geen versoepeling inhoudt? Daar zegt hij eigenlijk niet veel over. Ik zie wel dat verschillende horeca-instellingen, van cafetaria's tot snookercentra, op een heel creatieve manier omgaan met de termen die in de wet staan. Zo zag ik in het snookercentrum waar ik zelf regelmatig kom, muurtjes rond de bar verrijzen vanuit het idee: dit is een aparte bar en daar mag je niet in onder de achttien jaar. Maar dat daar wel kinderen van vijftien jaar aan het poolen waren, maakte niet uit. Zij konden immers nergens anders hun drankjes halen. Materieel stond die kroeg dus in het snookercentrum en in die kroeg waren kansspelautomaten. Ik vraag mij af of het de bedoeling is dat de wet op zo'n manier wordt uitgelegd. Er zijn meer van dergelijke voorbeelden.

Ik heb ooit een motie ingediend over het beperken van de toegang tot gokkasten. Die heb ik indertijd na een ruimhartige toezegging van de minister over het onderzoeken van middelen als de agecoin aangehouden. Die munt wordt gebruikt om de toegang tot sigarettenautomaten beperken. Zoiets zouden wij ook moeten kunnen bedenken voor gokkasten. De minister heeft indertijd toegezegd dat hij dat zou onderzoeken, maar ik mis tot nu toe informatie daarover in de brieven. Loopt dat onderzoek nog, komt dat nog?

Het is een goede zaak dat de vergunningverlening voor het organiseren van bingospelen bij de burgermeesters worden gelegd. Bingo heeft altijd een mooi buurthuisimago gehad en werd ook vaak gehouden voor een goed doel, maar het is steeds professioneler geworden. Er zal ook een aantal eisen aan het houden van een bingo worden gesteld, maar die eisen moeten wel zo worden opgesteld dat daar geen grote interpretatieverschillen over kunnen ontstaan. Voorkomen moet worden dat er in de ene stad anders mee omgegaan wordt dan in de andere stad. Er moeten geen bingovrijstaten ontstaan.

De minister zegt in zijn brieven niets over de wijze waarop wordt omgegaan met reclame. De heer De Wit heeft daar zojuist een terecht punt van gemaakt. Het is gewoon gek wat er allemaal op je deurmat valt. Blijkbaar nemen de aanbieders van al die loterijen en dergelijke de moeite om een heel adressenbestand bij te houden en dat zelfs zo te finetunen dat de heer Van der Staaij het niet krijg. Waarom kan en mag dat nog steeds? Wij hebben een bel-me-niet-register voor telemarketing. Kunnen wij die nieuwe kansspelautoriteit ook alsjeblieft een schrijf-me-niet-register laten instellen? Het gaat niet alleen om mensen als wij, die het vervelend vinden maar die het wel zien en denken: wij hebben dit al twintig keer gelezen, wij gooien het weg. Er zijn echter ook mensen die er heel gevoelig voor zijn. Dat zijn bijvoorbeeld jongeren. Ik hoor iemand naast me "bejaarden" zeggen. Ik wil geen mensen stigmatiseren, maar ik ken mensen die in de sociale werkvoorziening werken en die enorm veel problemen hebben met dit soort post. Ik heb er vaker aandacht voor gevraagd. Wij moeten dat gewoon een keer regelen. Mensen worden geconfronteerd met werkelijk de meest infantiele post, maar zij zijn er vaak wel gevoelig voor.

Er is sprake van een enorme wildgroei in de casino's. Er wordt gewerkt aan een rechtsvorm van een maatschappelijke onderneming. Ik begrijp vanuit bedrijfskundig opzicht dat de casino's en de loterijen zich ontwikkelen als volwaardige amusementsindustrieën, maar het moet nog steeds gaan om een staatsdeelneming die het restrictieve kansspelbeleid in Nederland vormgeeft. Kunnen wij die organisaties onder de rechtsvorm van een maatschappelijke onderneming brengen, zodat wij meer controle hebben op bijvoorbeeld de topinkomens daar?

Ik heb een motie ingediend over de leeftijdsgrens, maar ik heb die na toezeggingen weer ingetrokken. De minister heeft een vergelijking met de rest van Europa gemaakt, maar hij heeft geen kwalitatieve analyse gemaakt. Hij maakt wel een paar obligate opmerkingen over meerderjarigheid, maar waarom heeft een aantal gemeenten gekozen voor een hogere leeftijdsgrens en wat zijn de effecten daarvan?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA): De heer Anker vindt het fijn dat de vergunningverlening voor bingo bij de burgemeesters ligt. Hij wil het wel aan heel strikte regels binden. Waarom moet die verantwoordelijkheid dan bij de burgemeester gelegd worden als er toch geen verschillen mogen zijn? In dezelfde brief van de minister staat dat er een groot probleem is met de handhaving, omdat er op lokaal niveau geen capaciteit en ook geen prioriteit is voor de handhaving. Dat is ook begrijpelijk, want je kunt de politie maar één keer inzetten. Toch vindt de heer Anker het geweldig dat de verantwoordelijkheid voor bingo bij de gemeenten wordt neergelegd. Maakt hij zich dan geen zorgen om de handhaving? Wij zijn hier natuurlijk heel goed in het bedenken van regels, maar als die niet worden gehandhaafd, is het een beetje een lege huls.

De heer Anker (ChristenUnie): Dat laatste is natuurlijk overduidelijk. Daar ben ik het van harte mee eens. Ik denk dat het goed is om het bij de burgemeester neer te leggen, omdat bingo's kleine kansspelen zijn en veel door kleine verenigingen worden gehouden. Daarvoor zouden ze niet naar het ministerie toe moeten. Ik vind het wel belangrijk dat wij daar eerlijk in zijn, dat bijvoorbeeld Amsterdam en Zaanstad geen ruzie krijgen en dat al die Amsterdamse bingospelers naar Zaanstad trekken omdat het lekker dichtbij is en ze daar meer mogen.

De heer Teeven (VVD): Ik hoor de heer Anker zeggen dat die vergunningen zo goed geregeld zijn bij de bingo's. Ziet hij dan misschien ook mogelijkheden voor buurthuizen en cafés om met een vergunning poker toe te staan, zoals mevrouw Bouwmeester vanmorgen in De Telegraaf bepleitte? Dat kunnen wij dan meteen in één keer meenemen.

De heer Anker (ChristenUnie): Nee.

De heer Teeven (VVD): Kan de heer Anker dat misschien nog onderbouwen?

De heer Anker (ChristenUnie): Poker is een heel ander soort kansspel dan bijvoorbeeld een bingo. Bij poker kunnen de bedragen veel hoger zijn. Het is echt een gokspel. Op het moment dat wij toestaan dat in buurthuizen en cafeetjes om geld wordt gepokerd, is het einde zoek.