Beantwoording vragen Boekestijn over Burundi
18-03-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Boekestijn over Burundi. Deze vragen werden ingezonden op 18
februari 2009 met kenmerk 2009ZO2890.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over Burundi.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel `KAYOGORO: Le ministre de la
defense nationale dit non aux rondes nocturnes des jeunes du parti
CNDD-FDD'?
Antwoord
Ja, ik heb kennis genomen van dit artikel, waarin wordt gesproken over
nachtelijke patrouilles van (jeugd-)milities van de regeringspartij
CNDD-FDD. Dit onderwerp heeft mijn volle aandacht. De geruchten over
de inzet van jeugdmilities baren mij uiteraard zorgen. De politieke
ontwikkelingen zullen in de komende periode dan ook nauwlettend worden
gevolgd en onderdeel vormen van een intensieve en kritische dialoog
met de Burundese autoriteiten.
Vraag 2
In hoeverre beïnvloedt de informatie in dit artikel over de
nachtelijke patrouilles de onderhandelingen die u sinds najaar 2008
voert in het kader van het mogelijk tekenen van een Memorandum of
Understanding over security sector reform in Burundi?
Antwoord
Ik heb mijn zorgen over de ontwikkelingen op het gebied van de
politieke en civiele vrijheden met de Burundese autoriteiten in het
verleden gedeeld en zal dit blijven doen. Tegelijkertijd ben ik van
mening dat de steun aan de veiligheidssector een duurzame bijdrage
levert aan de stabiliteit en daarmee aan de wederopbouw van Burundi.
Dat geldt a fortiori in de aanloop naar de verkiezingen die zijn
voorzien voor 2010. De veiligheidssector zal immers een cruciale rol
moeten spelen bij het toezien op een vreedzaam verloop van de
verkiezingen. Het te ondertekenen Memorandum of Understanding over
langdurige steun aan de veiligheidssector biedt overigens nadrukkelijk
ook de mogelijkheid om genoemde zorgen aan de orde te stellen.
Vraag 3
Bent u bereid uw voornemen om het Memorandum of Understanding te
tekenen te laten afhangen van keiharde garanties van de
regeringspartij CNDD-FDD dat dergelijke intimidaties worden voorkomen,
dan wel dat keihard zal worden opgetreden als zij toch plaatsvinden?
Antwoord
Om de hierboven aangegeven redenen heb ik bewust gekozen voor steun
aan de Burundese veiligheidssector.
Wel zal ik een dialoog met de betrokken ministers in Burundi voeren
over onder andere de geruchten over de inzet van jeugdmilities door de
CNDD-FDD. Voortzetting van de steun aan de Burundese veiligheidssector
zal altijd zorgvuldig worden afgewogen tegen de politieke context in
Burundi.
Vraag 4
Wat behelst het Memorandum of Understanding precies?
Antwoord
Het Memorandum of Understanding is een strategisch kader voor de
samenwerking op het gebied van Security Sector Development tussen
Nederland en Burundi. Waar voorheen op basis van losse projecten werd
gewerkt, worden de verschillende projecten nu in een samenhangend
programma ondergebracht. Dit programma richt zich niet alleen op de
ontwikkeling van leger en politie, maar voorziet ook in een stimulans
voor de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in de
ontwikkeling van en controle op de veiligheidssector. De samenwerking
en de activiteitenportefeuille zullen iedere twee jaar opnieuw worden
bekeken. Het te ondertekenen Memorandum of Understanding biedt
nadrukkelijk de mogelijkheid om al naar gelang de omstandigheden de
wijze van samenwerking aan te passen. Door scherpe monitoring,
evaluatie en een ingekaderde politieke dialoog kan worden ingespeeld
op mogelijke risico's en politieke ontwikkelingen.
Vraag 5
Acht u een continuering van de begrotingssteun aan Burundi wenselijk
nu er intimidaties plaatsvinden, het demobilisatieprogramma langzaam
verloopt en gedemobiliseerden betrokken zijn geweest bij de
activiteiten van Nkunda in de Oost-Congo?
Antwoord
In 2007 heb ik voor vier achtereenvolgende jaren begrotingssteun aan
Burundi toegezegd. Dit betekent niet dat ik deze steun
onvoorwaardelijk geef, maar het betekent evenmin dat de steun na een
incident ter discussie komt te staan.
Begrotingssteun aan een fragiele staat als Burundi wordt gegeven om
per direct bij te dragen aan de stabiliteit in het land. Juist
regeringen in een post-conflict situatie moeten versneld in staat
worden gesteld om lopende kosten, zoals ambtenarensalarissen, te
betalen en bestedingen in de sociale sectoren te kunnen doen om onrust
te voorkomen. Bij vertraging van deze bestedingen zal terugval in
conflict zeer waarschijnlijk zijn. Aangezien Burundi een fragiele
staat is, brengt het besluit om begrotingssteun te geven uiteraard
risico's met zich mee. Daarom houd ik de vinger zeer nauw aan de pols
en neem ik dit jaar mijn besluit over toekenning van begrotingssteun
op basis van een politieke beoordeling samen met Noorwegen. Deze
beoordeling bestaat enerzijds uit een brede politieke analyse waarin
de zaken die u noemt worden meegenomen, en anderzijds uit de vraag of
de reeds gegeven begrotingssteun heeft bijgedragen aan de stabiliteit
van het land. Op basis van deze beoordeling verwacht ik in de eerste
helft van 2009 een besluit te kunnen nemen of Nederland in 2009 via de
Wereldbank algemene begrotingssteun aan Burundi zal geven.
Vraag 6
Wat is de relatie tussen de door Nederland verstrekte begrotingssteun
en de financiering van de plannen voor security sector reform?
Antwoord
Het besluit over de begrotingssteun 2009 en het besluit over de
financiering van de plannen voor Security Sector Development staan los
van elkaar. Beide onderdelen betreffen verschillende instrumenten. Wat
betreft de wijze van besluitvorming over begrotingssteun 2009 verwijs
ik naar mijn antwoord op voorgaande vraag.
Vraag 7
Wanneer bent u van plan het Memorandum of Understanding te
ondertekenen?
Antwoord
Het moment van ondertekening is nog niet bepaald.
Vraag 8
Bent u bereid alvorens tot ondertekening over te gaan de Kamer
antwoorden te geven op alle bovengenoemde vragen?
Antwoord
Ik beschouw deze brief als een antwoord op uw laatste vraag.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken