Afghaanse burger is negatief over veiligheidssituatie
18/03/2009 17:50
Care Nederland
Den Haag, 19 maart 2009 Van de Afghanen vindt 63% dat de veiligheidssituatie in zijn directe leefomgeving is verslechterd ten opzichte van 2004 en vrijwel iedereen is van mening dat die verbeterd moet worden. De toegenomen onveiligheid wordt vooral toegeschreven aan de geheel (30%) of gedeeltelijk (42%) mislukte ontwapening en maatschappelijke re-integratie van voormalige strijders en hun warlords en de wijd verspreide armoede en werkeloosheid (34%).
"In het onderzoek van 2004 waren de Afghanen nog gematigd positief over de ontwikkelingen wat betreft hun veiligheid, maar uit dit recente onderzoek blijkt dat omgeslagen in pessimisme. Vooral Kandahar en Herat, waar de overgrote meerderheid van de burgers de toegenomen onveiligheid ervaart, scoren slecht," aldus de Nederlander Lex Kassenberg, directeur van CARE Afghanistan en bestuurslid van het Human Rights Research and Advocacy Consortium (HRRAC), dat de onderzoeken uitvoerde.
De onderzoekresultaten zijn voor het HRRAC aanleiding om aan te dringen op meer aandacht voor de veiligheid van de burgerbevolking als op 23 maart 2009 het mandaat van de VN-missie in Afghanistan wordt hernieuwd. Gebaseerd op het onderzoeksrapport 'Fight Poverty to End Insecurity' komt het HRRAC daarbij tot de volgende aanbevelingen:
- er moet meer ontwikkelingshulpbudget beschikbaar komen voor armoedebestrijding door particuliere hulporganisaties;
- de Afghaanse Nationale Politie moet beter in staat worden gesteld om de veiligheid te bevorderen en zij moet haar banden met lokale milities verbreken en de interne corruptie uitbannen;
- de Afghaanse overheid en internationale gemeenschap moeten bij de ontwapening van voormalige strijders en warlords meer voortvarendheid aan de dag leggen;
- de papaverteelt moet geleidelijk worden afgebouwd terwijl tegelijkertijd alternatieve bestaansmogelijkheden voor de getroffen boeren worden ontwikkeld;
- de internationale troepenmacht (ISAF) moet zich meer concentreren op de onveilige gebieden, burgerslachtoffers bij militaire operaties tegengaan en meer respect hebben voor de lokale tradities en cultuur.
CARE is in 1961 begonnen met in Afghanistan ontwikkelingshulp te bieden. Als gevolg van de Russische invasie in 1979 en de aansluitende burgeroorlog kon een aantal jaren (1980-1989) niet in het land worden gewerkt. Op dit moment heeft CARE in Afghanistan zowel projecten in uitvoering op het gebied van noodhulp als ontwikkeling, waarbij veel aandacht voor hulpverlening aan vrouwen en in het bijzonder oorlogsweduwen.
Het HRRAC bestaat uit de volgende nationale en internationale leden: Save the Children, CARE, Action Aid, Oxfam, Swedish Committee for Afghanistan, ACTED, ADA, ACSF, R?, AIHRC, AWEC, ACBAR and AREU
Een foto van dit onderwerp is (rechtenvrij) beschikbaar op ANP Fotonet (www.anp-photo.com) en zichtbaar op www.perssupport.nl.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl