Woonbond


18-03-2009

Kamer kritisch over nevenactiviteiten corporaties

De Tweede Kamer maakt zich zorgen over de risicos die corporaties lopen met sommige nevenactiviteiten als commerciële projectontwikkeling. De Kamer wil daarom een scherpere afbakening van wat corporaties wel en niet mogen en een scherper toezicht op de nevenactiviteiten in aparte dochtermaatschappijen, de zogeheten verbindingen. Dat bleek in een Algemeen Overleg (AO) van de Kamercommissie WWI met minister Van der Laan op 17 maart over de volkshuisvestelijke en financiële rapportage van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) over 2007. Minister Van der Laan stelde in een reactie dat er wat hem betreft veel meer inzicht moet komen in de nevenactiviteiten van corporaties in verbindingen. Hij vindt dat deze dochtermaatschappijen aan hetzelfde regime zijn gebonden als corporatie zelf. Dochters mogen niet meer dan de moeder, aldus Van der Laan.

Daags voor het overleg stuurde de Woonbond een brief aan de Kamer waarin gevraagd wordt om op korte termijn alle nevenactiviteiten van corporaties door te lichten en het overheidstoezicht daarop aan te scherpen. Het aantal verbindingen neemt sterk toe en bedraagt momenteel 1.546. De totale omvang van de bezittingen in deze verbindingen bedraagt 4,5 miljard. De bezittingen zijn voor meer dan 90% gefinancierd vanuit de toegelaten instelling. In 2007 is door alle verbindingen tezamen per saldo een verlies geleden van 29 miljoen (22 miljoen verlies in 2006). In 2007 heeft een aantal corporaties in totaal 23.700 huurwoningen ondergebracht in commerciële dochtermaatschappijen. Meer dan 90% van die doorgezakte woningen is een sociale huurwoning (huur lager dan de huurtoeslaggrens). Volgens de Woonbond is dat niet alleen verboden, maar ook volstrekt ongewenst. De kamer is dat met de Woonbond eens.