Ministerie van Economische Zaken
Omroepdistributiemarkt
17 maart 2009
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid
Vendrik naar aanleiding van de berichtgeving in het Financieele
Dagblad over de gang van zaken bij de Europese Commissie met
betrekking tot de goedkeuring van de ontwerpbesluiten van OPTA inzake
de omroepdistributiemarkt. Deze vragen werden mij toegestuurd op 18
februari 2009 onder nummer 2080914020.
Dit bestand wordt in PDF-formaat aangeboden. U kunt het bekijken met
programma Acrobat Reader. Dat is gratis te downloaden op de website
van Adobe http://www.adobe.com/.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Datum 17 maart 2009
Betreft Omroepdistributiemarkt
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de
antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Vendrik naar aanleiding van
de berichtgeving in het Financieele Dagblad over de gang van zaken bij de
Europese Commissie met betrekking tot de goedkeuring van de ontwerpbesluiten
van OPTA inzake de omroepdistributiemarkt. Deze vragen werden mij toegestuurd
op 18 februari 2009 onder nummer 2080914020.
---
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving in onder meer het Financieele
Dagblad betreffende Europees commissaris Kroes en de Nederlandse kabelsector?
Antwoord
Ja.
---
Deelt u de mening dat deze berichtgeving het aanzien van de Europese
Commissie schaadt?
Antwoord
Nee, die mening delen wij niet.
De beoordeling van ontwerp(markt)besluiten van toezichthouders in de
elektronische communicatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van twee
commissarissen, mevrouw Reding en mevrouw Kroes. Het behoort tot de taak en
de verantwoordelijkheid van commissaris Kroes zich een oordeel te vormen over
dergelijke besluiten. Deze oordeelsvorming geschiedt in eerste instantie door een
zogenoemde taskforce, bestaande uit EU-ambtenaren van het directoraatgeneraal
Informatiemaatschappij en Media en het directoraat-generaal
Mededinging. Dit doet echter niets af aan het feit dat het uiteindelijk om een
beslissing gaat waarvoor beide commissarissen verantwoordelijk zijn.
Verder ligt het voor de hand dat bij de gezamenlijke beoordeling van de
ontwerpbesluiten van de nationale toezichthouders door de twee commissarissen,
mevrouw Kroes, als verantwoordelijke voor het (algemene) mededingingsrecht, er
bij de beoordeling van ontwerpbesluiten scherp op let dat het sectorspecifieke
mededingingsrecht, het aandachtsgebied van mevrouw Reding, alleen dan wordt
toegepast waar het algemeen mededingingsrecht onvoldoende effectief is.
---
Bent u bereid de Europese Commissie om publieke opheldering te vragen?
Antwoord
Dat is wat ons betreft niet nodig.
---
Denkt u ambtshalve nog wel eens terug aan al die jaren dat openstelling van de
kabel alom werd bepleit maar steeds werd gefrustreerd, dit mede op initiatief van
de lobby van de Nederlandse kabelbedrijven? Zo ja, wat gaat er dan door u heen?
---
Steunt u het voornemen van de OPTA en de toestemming van de Europese
Commissie daarvoor hartgrondig?
Antwoord 4 en 5
Het kabinet kan zich vinden in het voornemen van de OPTA en de toestemming
van de Europese Commissie. Wat het kabinet betreft is vooral de toekomst
belangrijk. Uit de analyse van OPTA blijkt dat er geen daadwerkelijke concurrentie
is in de omroepdistributiemarkt. Daar moet wat aan gebeuren. Belangrijk en
verheugend is het daarom dat de bevindingen van OPTA worden onderschreven
door de Commissie en dat OPTA nu die maatregelen kan treffen die nodig zijn om
daadwerkelijke concurrentie mogelijk te maken.
---
Kunt u aangeven hoeveel geld alle Nederlandse consumenten in totaal per jaar
wordt bespaard door verplichte openstelling van de kabel?
Antwoord
Nee. De besluiten van OPTA moeten verder worden uitgewerkt. Pas als dit
gebeurd is, bestaat duidelijkheid over de concrete toegangvoorwaarden zoals de
toegangstarieven. Ook pas dan kunnen, zo verwacht het kabinet, potentiële
concurrenten meer inzicht geven in hun aanbod. Hier is overigens de opmerking
op zijn plaats dat de maatregelen van OPTA niet per definitie hoeven te leiden tot
lagere tarieven. Het is ook mogelijk dat de maatregelen vooral leiden tot meer
diversiteit in de geboden inhoud en dus tot meer keuze voor de consument.
---
Deelt u de mening dat er de nodige belemmeringen zijn tussen verplichte
openstelling en daadwerkelijke effectuering daarvan? Zo ja, bent u bereid OPTA
alle steun te verlenen om daadwerkelijk openstelling én toetreding van nieuwe
dienstaanbieders te bespoedigen? Waaruit zal deze steun bestaan?
ET/TM / 9047235
Antwoord
Of zich daadwerkelijk belemmeringen zullen voordoen, hangt grotendeels af van
de onderhandelingen die potentiële toetreders tot de omroepdistributiemarkt
hebben met derde partijen, zoals bijvoorbeeld leveranciers van inhoud
(programma's).
Tot nu toe heeft het ministerie van Economische Zaken geen signalen ontvangen
over het daadwerkelijk bestaan van problemen. Wel zijn er bij de consultatie van
de ontwerpbesluiten van OPTA over de omroepdistributiemarkt door diverse
partijen zorgen geuit over het aan potentiële toetreders al dan niet verlenen van
de benodigde toestemming van auteursrechthebbenden. Tegen deze achtergrond
is met OPTA afgesproken dat zij het ministerie van Economische Zaken op de
hoogte houdt van de ontwikkelingen ter zake. Het ministerie van Economische
Zaken heeft zich daarbij bereid verklaard waar nodig en mogelijk de helpende
hand te bieden. Waaruit dergelijke hulp zal bestaan, kan nu nog niet worden
aangeven. Dat hangt grotendeels af van het zich eventueel voordoende probleem.
(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken