Ministerie van Economische Zaken
Wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met uitsluiting van huisaansluitingen
Wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met
uitsluiting van huisaansluitingen
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de vaste
commissie voor Economische Zaken.
De vraag van de leden van de SP-fractie of de reactie van de Minister van
Economische Zaken ten aanzien van berichtgeving over een scriptie invloed heeft op de
wetgeving kan ik ontkennend beantwoorden. Zoals ik naar voren heb gebracht in mijn
brieven van 21 oktober en 29 oktober j.l. aan respectievelijk de Tweede en de Eerste
Kamer zie ik in de bedoelde scriptie geen aanleiding om nut en noodzaak van de
wetgeving over informatie-uitwisseling ten aanzien van ondergrondse netten ter discussie
te stellen. Dit voorstel tot wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse
netten (verder: WION) vloeit voort uit mijn desbetreffende toezegging aan de Eerste
Kamer in het kader van de behandeling van die wet.
Voorts vroegen de leden van de SP-fractie naar de redenering om de
registratieverplichting van een huisaansluiting voor de kabel niet te schrappen. Naar mijn
oordeel is hier sprake van een misverstand. De uitzondering voor huisaansluitingen dekt
ook de bedoelde kabelaansluitingen, zij het alleen voor het laatste gedeelte van het net dat
niet gebundeld is aangelegd. Ingevolge dit wetsvoorstel wordt het bereik van de WION
beperkt. Hiertoe worden huisaansluitingen uitgezonderd van het netbegrip van de WION.
Het gaat hierbij om de aansluiting van de eindgebruiker op het centrale netwerk dat in het
algemeen onder de openbare weg is aangelegd. De huisaansluiting is derhalve een korte
verbinding tussen dit centrale netwerk en het woonhuis, kantoor etc. van de
eindgebruiker. In bepaalde gevallen worden huisaansluitingen, waaronder
kabelaansluitingen, aangelegd als een stervormig netwerk. Hierbij loopt vanaf een
centraal punt in een wijk per huishouden een kabel naar het desbetreffende pand, waarbij
de kabels worden gebundeld en steeds per adres één kabel van de bundel als
huisaansluiting naar het desbetreffende pand wordt geleid. Gelet op de redengeving om
huisaansluitingen uit te zonderen van het wettelijke netbegrip is alleen dit laatste deel van
de kabel, de aftakking van de samengebonden kabels tot aan de onroerende zaak,
vergelijkbaar met de huisaansluiting van niet stervormig aangelegde netwerken. Het
bezwaar van een disproportionele last voor de beheerder is niet aan de orde voor het
gebundelde deel van de kabels omdat dit in feite een centrale verbinding vormt zoals ook
het hiervoor bedoelde centrale netwerk voor bijv. elektriciteitsaansluitingen. Om die
reden worden kabelaansluitingen alleen buiten het bereik van de WION gebracht voor
zover het niet samengebonden delen van kabels betreft.
---
Naar aanleiding van de vraag van de leden van de VVD-fractie over de verhouding van
deze wetswijziging met een amendement van het lid Aptroot merk ik op dat de strekking
van beide hetzelfde is, te weten het maken van een uitzondering op het wettelijk regime
voor huisaansluitingen.
Met de nota van wijziging die tegelijkertijd met deze nota wordt ingediend, is
voorzien in een aanvulling van de wettelijke bepaling op grond waarvan bepaalde
categorieën van beheerders kunnen worden vrijgesteld van de wettelijke registratie- en
informatieverplichtingen (artikel 49, tweede lid). De aanleiding hiervoor is dat de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Stichting RIONED (koepelorganisatie voor
de rioleringszorg) en het GPKL (Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen) hebben
gesignaleerd dat het begrip huisaansluiting geen betrekking heeft op kolkaansluitingen,
maar dat er redenen zijn ook deze aansluitingen buiten het bereik van de WION te
brengen. Kolkaansluitingen zijn de leidingen die zorgen voor de afvoer van hemelwater
vanaf straatputten via het riool.
Het uitgangspunt van de WION is dat grondroerders beschikken over complete en
accurate informatie over de ligging van netten op een graaflocatie. Elke uitzondering op
het wettelijke regime leidt er toe dat de informatie voor grondroerders een minder
dekkend beeld van de ondergrondse situatie geeft. Om die reden ben ik zeer
terughoudend in het maken van uitzonderingen. Bij kolkaansluitingen is echter sprake
van een bijzondere situatie: de kans op graafschade is klein omdat de grondroerder de
straatput kan zien en aldus de (globale) ligging van het afvoernet kan bepalen. Indien zich
toch graafschade voordoet, is de omvang daarvan zeer beperkt. Gegeven de kosten die
zijn verbonden aan het vaststellen van de ligging van de kolkaansluitingen zie ik daarom
reden voor het maken van een uitzondering voor deze aansluitingen.
De uitzondering voor kolkaansluitingen wordt gerealiseerd door deze delen van de
netten voor hemelwaterafvoer vrij te stellen van de wettelijke verplichtingen van de
WION. Omdat de bestaande wettelijke basis voor vrijstellingen, artikel 49, tweede lid,
van de wet, alleen melding maakt van categorieën van beheerders, wordt hieraan bij nota
van wijziging toegevoegd "categorieën van delen van netten". De aanpassing omvat
voorts een technische verbetering in de zin dat de vrijstelling nu mede betrekking heeft op
de verplichting van de grondroerder melding te maken van een onbekend net (artikel 18,
eerste lid, van de wet). Het heeft immers geen zin dat grondroerders melding maken dat
zij een kolkaansluiting hebben aangetroffen als deze aansluitingen naar hun aard niet in
de gebiedsinformatie (behoeven te) worden opgenomen.
De Minister van Economische Zaken,
---
---- --