Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Vergaderjaar 2008/09
31 790 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek in verband met de verhoging van het collegegeld en de
aanpassing van het aflossingssysteem studieschulden
Nr. Vierde Nota van wijziging
Ontvangen
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel H wordt na artikel 10a.3a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a.3aa. Opschorten terugbetaling
1. In afwijking van artikel 10a.3a kan een debiteur met ingang van 1 januari 2012 op
aanvraag de terugbetaling voor ten hoogste 5 kalenderjaren opschorten.
2. De aflosfase wordt verlengd met het aantal maanden dat gebruik is gemaakt van de
aflosvrije periode op grond van het eerste lid.
3. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de
opschorting, bedoeld in het eerste lid.
Toelichting
Met dit nieuwe artikel wordt geregeld dat debiteuren die voor het studiejaar 2009-2010 voor
het eerst studiefinanciering ontvingen en die reeds in de aflosfase zijn beland (en dus hun
schuld al aan het terugbetalen zijn) vanaf 1 januari 2012 kunnen kiezen om de aflosfase met
maximaal 5 kalenderjaren te verlengen door gebruik te maken van een of meer aflosvrije
periodes. Een aflosvrije periode beslaat minimaal 3 maanden; er kan dus niet per maand
worden opgeschort. Voor de goede uitvoering van dit lid kunnen op grond van het derde lid bij
ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld. Hierbij kan bijvoorbeeld worden
gedacht aan voorschriften met betrekking tot de aanvraagtermijn of het opschorten voor een
aantal maanden tegelijk.
Budgettaire gevolgen:
2
94
OCW 10
W1749.NVW4 1
De jokerjaren zijn een aanvulling op de draagkrachtregeling. Deze jokerjaren bieden
debiteuren de mogelijkheid om de terugbetaling van studieschulden naar eigen inzicht af te
stemmen op andere omstandigheden dan de hoogte van het inkomen. Er kan bijvoorbeeld
gedacht worden aan zaken als een verhuizing, gezinsuitbreiding, een startende onderneming
of andere omstandigheden waardoor het beter uitkomt om de terugbetaling even op te
schorten. Daarmee kunnen terugbetalingsproblemen worden voorkomen. Aan de inzet van
de jokerjaren zijn kosten verbonden, waardoor debiteuren die ze willen inzetten, ze niet
langer dan nodig is zullen inzetten: als een (gedeelte van een) jokerjaar wordt opgenomen
dan blijft de rente doorlopen en wordt de terugbetalingsperiode verlengd.
Verwacht wordt dat ieder jaar circa 1% van de debiteuren een beroep doet op de
mogelijkheid om met jokerjaren een terugbetalingspauze in te lassen. De rijksoverheid
ontvangt hun aflossing en rente-inkomsten dan later en de rente-ontvangsten stijgen dan
met de doorlopende rente. Daarvan zijn de rente-ontvangsten de voor de begroting relevante
ontvangsten. Hier ontstaat een klein en tijdelijk effect op de ontvangsten. Daarna worden de
uitgestelde ontvangsten ingelopen.
Deze nota van wijziging onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit.
De Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
2
94
OCW 10
W1749.NVW4 2