Ministerie van Defensie

Vragen rapport Algemene Rekenkamer 'Monitoring verwerving Joint Strike Fighter; stand van zaken oktober 2008'

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissies voor Defensie, Economische Zaken en Financiën aan het kabinet over het rapport 'Monitoring verwerving Joint Strike Fighter; stand van zaken oktober 2008' van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31 300, nr. 6). Deze vragen werden ingezonden op 19 februari 2009.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

drs. J.G. de Vries

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissies voor Defensie, Economische Zaken en Financiën over het rapport 'Monitoring verwerving Joint Strike Fighter; stand van zaken oktober 2008' van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31 300, nr. 6); ingezonden op 19 februari 2009 1.
Kan alsnog ieder half jaar een volledig, actueel en vergelijkbaar overzicht gegeven worden van álle kosten van het JSF-programma in de actuele plandollarkoers en volgens het meest recente prijspeil? En kan de Kamer zo'n eerste overzicht nog tijdig vóór 1 april 2009 tegemoet zien? 2.
Kan alsnog ieder half jaar een actualisering gegeven worden van het verwervingsbudget van de JSF in de actuele plandollarkoers en volgens het meest recente prijspeil? En kan de Kamer zo'n eerste actualisering nog tijdig vóór 1 april 2009 tegemoet zien? 8.
Is het kabinet voornemens om de Kamer in vervolg volledig en goed te informeren over de financiële onderbouwing van deelname aan het JSF-programma en knelpunten in de projectorganisatie? 9.
Gaat het kabinet de Kamer een volledig geactualiseerd en in de tijd onderling vergelijkbaar overzicht sturen van de kosten voor het JSF-programma voor Nederland? 10.
Is het kabinet bereid om het verwervingsbudget te actualiseren naar het meest actuele prijspeil? Zo nee, waarom niet? 11.
Welke gevolgen heeft de kostenontwikkeling van het JSF-project voor de verwerving van ander defensiemateriaal en de begroting van het ministerie van Defensie? 12.
Kan het kabinet aangeven of de voorziene 5,7 miljard euro volstaat voor de aanschaf van de JSF-toestellen? Op basis van welk prijspeil trekt u die conclusie? 20. Ministerie van Defensie 3
Waarom blijft het kabinet in het verwervingsbudget het prijspeil 2005 hanteren terwijl voor alle andere materieelprojecten het meest actuele prijspeil gehanteerd word? Is het kabinet van plan om voortaan voor de JSF ook het meest actuele prijspeil te hanteren? 22.
Wat is de mening van het kabinet over de punten die juist pleiten voor aanpassing van het prijspeil van het verwervingsbudget, die het eenzijdige beeld kunnen veranderen dat nu door het kabinet geschetst wordt? 23.
Bent u van plan om het geschatte verwervingsbudget jaarlijks te actualiseren, de gevolgen hiervan in kaart te brengen en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet? 47.
Kan het kabinet, betreffende de door de Algemene Rekenkamer genoemde reden om juist wel het prijspeil van het verwervingsbudget aan te passen, allereerst aangeven waarom het kabinet niet is ingegaan op de motivering om het prijspeil niet aan te passen, en kan het kabinet tevens de reden van de Algemene Rekenkamer om tot aanpassing over te gaan weerleggen? Zoals uiteengezet in de beantwoording van vragen over het rapport van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31 300 nr. 4 van 18 maart 2008) en van vragen van het lid Van Velzen (Aanhangsel Handelingen TK 2007-2008 nr. 2031 van 17 april 2008) wordt gestreefd naar een duidelijke en consistente informatievoorziening over prijspeil en valuta. Afwijkingen van de standaard valuta en het standaard prijspeil zullen duidelijk worden gemeld en zonodig toegelicht om de vergelijkbaarheid te verbeteren. Het gebruik van verschillende prijspeilen hangt samen met afspraken die hierover in het verleden zijn gemaakt en beoogt de vergelijkbaarheid van cijfers in de loop der jaren te bevorderen. Zo worden stuksprijzen gedurende het gehele F-35 programma steeds vergeleken met het startpunt in 2002. Er is geen vaste omrekeningssleutel, zoals ook de Algemene Rekenkamer u onlangs heeft gemeld. Op basis van de huidige inzichten leidt een prijspeilaanpassing van 2005 naar 2008 door verwerking van de relevante inflatiecijfers, tegen de huidige plandollarkoers van ¤ 0,83, tot een aanpassing van het projectbudget naar ¤ 6,154 miljard. De inflatiecijfers over 2009 zijn nog Ministerie van Defensie 4 niet bekend. In de Defensiebegroting 2010 en meerjarenraming zal een correctie naar prijspeil 2009 worden verwerkt. In de aanloop naar de definitieve besluitvorming over de vervanging van de F-16 in 2010 zal in het najaar van 2009 de raming van het projectbudget verder worden geactualiseerd op basis van de concrete resultaten van de verwervingsvoorbereiding, voorafgaand aan de D-brief aan de Kamer. Deze aanpassing van het projectbudget staat overigens los van de resultaten van de actualisering van de kandidatenvergelijking waarover de Kamer op 18 december 2008 is geïnformeerd (Kamerstuk 26 488 nr. 131). Voor deze actualisering is recente prijsinformatie van de fabrikanten gebruikt met hetzelfde prijspeil. Ik zie geen aanleiding om in plaats van jaarlijks voortaan halfjaarlijks te rapporteren over het project Vervanging F-16. De Kamer wordt over weinig onderwerpen zo uitvoerig geïnformeerd als juist over dit project, getuige onder meer de vele verstuurde brieven en beantwoorde Kamervragen. Een halfjaarlijkse rapportage zou geen toegevoegde waarde hebben. 3.
Kan alsnog ieder half jaar een geactualiseerd overzicht gegeven worden van de kosten voor het stappen uit het JSF-project in het geval dat wel en dat niet wordt overgegaan tot aanschaf van de JSF? En kan de Kamer zo'n eerste overzicht nog tijdig vóór 1 april 2009 tegemoet zien? 7.
Is het kabinet bereid om vollediger, duidelijker en naar actuele maatstaven in kaart te brengen wat de financiële gevolgen zijn van het uitstappen uit het JSF-programma en de Kamer hierover actief te informeren? 31.
Waarom heeft het kabinet niet zelf, in plaats van dit over te laten aan de Algemene Rekenkamer, een overzicht opgesteld van de mogelijke kosten van het uitstappen uit het JSF-programma? 57.
Is het kabinet bereid om per direct, in navolging van de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer, de Kamer actief, dat wil zeggen op reguliere basis en telkens wanneer zich een noemenswaardige ontwikkeling voordoet, te informeren over de uitstapkosten van het JSF-programma ? Zo nee, waarom niet? Ministerie van Defensie 5 De Algemene Rekenkamer heeft onlangs uitstapkosten van ¤ 430 miljoen berekend als de JSF niet wordt aangeschaft. Deze berekening is gebaseerd op de situatie eind 2007 en intussen is het project anderhalf jaar verder. Bovendien gaat de Algemene Rekenkamer uit van een contante waarde in prijspeil 2001. Ook zijn inmiddels verplichtingen aangegaan voor de PSFD-fase en de testtoestellen. Waarschijnlijk zullen de orders voor de Nederlandse industrie afnemen als Nederland nu, dat wil zeggen in een fase waarin de F-35-productie op gang komt, zou besluiten de deelneming aan de ontwikkeling van de SDD te staken. Per saldo zou Nederland er dan ook rekening mee moeten houden dat de uitstapkosten aanzienlijk hoger dan ¤ 500 miljoen zullen uitkomen. Deze schatting berust niet op een exacte berekening. Een berekening nu zou in eerste instantie moeten berusten op een herijking van eerder gehanteerde uitgangspunten en veronderstellingen. Vervolgens zijn een evaluatie en, eventueel, de aanpassing van de gehanteerde berekeningsmethodiek nodig op basis van de laatste inzichten en (kosten)informatie. Pas dan kan werkelijk een berekening worden gemaakt van de kosten van beëindiging van de Nederlandse deelneming aan zowel de SDD als de PSFD-fase. De uitstapkosten kunnen voor de Kamer relevant zijn bij de behandeling van het kabinetsbesluit over de vervanging van de F-16. Het streven is er daarom op gericht de Kamer met het oog op dat besluit tijdig in staat te stellen alle benodigde informatie, financiële en andere, bij haar afwegingen te betrekken. 4.
Kan alsnog in een halfjaarlijks overzicht ingegaan worden op álle knelpunten in de projectorganisatie? En kan de Kamer zo'n eerste overzicht nog tijdig vóór 1 april 2009 tegemoet zien? 36.
Deelt het kabinet de opvatting van de Algemene Rekenkamer dat in de informatievoorziening meer aandacht besteed kan worden aan knelpunten in de projectorganisatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan het kabinet alsnog een overzicht geven van genoemde knelpunten, met daarbij voorgenomen maatregelen deze op te lossen? Ministerie van Defensie 6 Net als de afgelopen jaarrapportages zal ook de komende jaarrapportage Vervanging F-16 over 2008 ingaan op de knelpunten in de projectorganisatie en maatregelen om deze op te lossen. Voor de deelvraag over halfjaarlijks rapporteren verwijs ik naar het antwoord op vraag 1. 5.
Is het kabinet voornemens om de 'projectorganisatie vervanging F-16' aan te passen opdat het niet alleen gericht is op de komst van de JSF (en geen gevolgen lijkt te houden met de keuze voor een ander toestel)? 6.
Is het kabinet bereid om het Ministerie van Defensie meer rekening te laten houden met de gevolgen van een eventuele keuze anders dan de JSF? 29.
Deelt het kabinet de opvatting van de Algemene Rekenkamer dat de projectorganisatie vervanging F-16 gericht is op de komst van de JSF en vooralsnog geen rekening lijkt te houden met de gevolgen voor een ander toestel dan de JSF? Zo nee, waarom niet? Het kabinet deelt de opvatting van de Algemene Rekenkamer niet. De projectorganisatie Vervanging F-16 is van meet af aan gericht geweest op de vervanging van de F-16 en niet uitsluitend op de invoering van de JSF. De uitvoerige actualisering van de kandidatenvergelijking van 2008, waarin drie kandidaat-toestellen voor de vervanging van de F-16 zijn vergeleken, is daarvan het meest recente bewijs. Wel neemt Nederland sinds 2002 deel aan de ontwikkeling van de JSF en sinds 2006 aan de productie, instandhouding en doorontwikkeling van de JSF. Hieraan zijn activiteiten verbonden die door de projectorganisatie worden uitgevoerd. 13.
Wat is het kabinet van plan om te doen aan de diverse risico's zoals de Algemene Rekenkamer die in haar rapport vermeld, zoals de projectvoorbereiding, het projectbeheer, invoering van het Autonomic Logistics Information System (ALIS)? 26.
Wat gaat het kabinet doen met de opmerkingen van de auditdiensten Defensie en EZ (in 2007) over het projectbeheer (personele bezetting, organisatieinrichting en de rol Ministerie van Defensie 7 van de controller, informatievoorziening en archivering)? Is het kabinet bereid om tekortkomingen die zijn opgemerkt door de auditdiensten in 2009 op te lossen? 60.
Welke maatregelen gaat het kabinet nemen om de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde problemen bij het projectbeheer zo spoedig mogelijk verholpen worden? De auditdiensten van Defensie en Economische Zaken hebben in hun assurancerapport bij de Jaarrapportage Vervanging F-16 geconstateerd dat het projectbeheer toereikend is. Wel hebben zij daarbij een aantal aandachtspunten benoemd. Evenals in 2008 zal ook in 2009 de aandacht gevestigd blijven op de verdere verbetering van het projectbeheer. Reeds in gang gezette verbeteringen ten aanzien van de personele bezetting, de inrichting van de organisatie en de archivering, de verdeling en invulling van de rollen binnen de controllerstructuur en de daarbij behorende projectvisie worden voortgezet. In de loop van 2008 is de personele bezetting aantoonbaar verbeterd. Zoals gebruikelijk zal ook de komende jaarrapportage Vervanging F-16 aandacht besteden aan de risico's van het project. In het antwoord op vraag 14 wordt ingegaan op ALIS. 14.
Deelt het kabinet de mening van de Algemene Rekenkamer dat de invoering van het ALIS en de koppeling met (toekomstige) Defensiesystemen en Enterprise Resource Planning (ERP) een hoog risico is voor het tijdig operationeel krijgen van de JSF in Nederland? Zo nee, hoe komt het kabinet tot die conclusie? Zo ja, wat gaat het kabinet doen om de risico's weg te werken? 15.
Waarom heeft het ALIS op dit moment een lagere prioriteit in vergelijking met andere ICT-projecten en waarom schuift het kabinet uitgaven voor het ALIS door naar de toekomst (ophoging van de tijdsdruk, moeilijkere bijsturing van het project)? 63.
Kan een nadere en volledige onderbouwing gegeven worden waarom de conclusie van de Algemene Rekenkamer, dat de invoering van ALIS en koppeling met toekomstige ICT-systemen van Defensie een hoog risico in zich dragen voor het tijdig operationeel krijgen van de JSF, niet gedeeld wordt? Ministerie van Defensie 8 In de jaarrapportage Vervanging F-16 over 2006 is de koppeling van het Autonomic Logistics Information System (ALIS) aan de Nederlandse defensiesystemen als een risico aangemerkt. De Algemene Rekenkamer beschouwt dit aspect als een groot risico. Inmiddels is duidelijk dat ALIS de mogelijkheid heeft tot relatief autonoom opereren, waardoor de noodzaak voor uitgebreide en complexe koppelingen aan de Nederlandse defensiesystemen minder groot is dan eerst werd aangenomen. Bovendien kan met de F-35 in beginsel volledig worden geopereerd zonder koppeling aan een ERP-systeem of koppelingen aan andere systemen. Hoewel de koppeling met ERP niet strikt noodzakelijk is, zal Defensie daar in de toekomst wel naar streven. Het risico dient tegen deze achtergrond te worden bezien en kan als zodanig als laag worden aangemerkt. De deelneming aan de IOT&E schept bovendien de mogelijkheid om risico's in de komende jaren nog verder te reduceren. Ik deel de conclusie dan ook niet dat de koppeling van ALIS met ERP een groot risico zou inhouden. Er is geen sprake van een lagere prioriteit van ALIS en het doorschuiven van budgetten. Binnen de randvoorwaarde dat geen onomkeerbare investeringen worden gedaan zolang het definitieve besluit over de vervanging van de F-16 niet is genomen, worden thans activiteiten uitgevoerd die de invoering van ALIS later vereenvoudigen en mogelijke integratierisico's reduceren. Overigens heeft de ontwikkeling van ALIS vooral in de Verenigde Staten plaats als integraal onderdeel van de SDD-fase van de F-35. 16.
Waarom heeft het kabinet de conclusies uit het vorige rapport van de Algemene Rekenkamer (over 2007) niet overgenomen? Is het kabinet het met de Rekenkamer eens dat het kabinet meer duidelijkheid dient te verschaffen aan de Kamer over de nog steeds actuele conclusies uit het vorige rapport van de Rekenkamer (over 2007)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het stappenplan? In het rapport van de Algemene Rekenkamer over 2007 (Kamerstuk 31 300 nrs 1-2) is een overzicht opgenomen van de reactie van de minister van Defensie op dit rapport. Hieruit blijkt dat enkele conclusies worden onderschreven. Waar conclusies niet worden gedeeld is dat onderbouwd in de bestuurlijke reactie die in het rapport is opgenomen. Met betrekking tot het rapport van de Algemene Rekenkamer over 2008 zie ik de in de vraag 16 verwoorde beschrijving niet terug in het rapport zelf. Met betrekking tot de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over het prijspeil en het verwervingsbudget verwijs ik naar het Ministerie van Defensie 9 antwoord op vraag 1. Voor de aanbeveling over de Consortium Buy verwijs ik naar het antwoord op vraag 21 en voor de aanbeveling over de uitstapkosten verwijs ik naar het antwoord op vraag 3. 17.
Is het kabinet van plan om voortaan in alle kosten van het JSF-programma één prijspeil en één valutasoort te hanteren, zodat voor de Kamer de kosten onderling en over de jaren heen goed en realistisch vergelijkbaar zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer begint u hiermee? 41.
Is het kabinet bereid om, in navolging van de herhaalde aanbeveling van de Algemene Rekenkamer, de Kamer nu en in de toekomst een volledig inzicht te verschaffen in alle kosten van het JSF-programma voor Nederland en daarbij één prijspeil en één valutasoort te hanteren, zodat de kosten onderling én over de jaren heen vergelijkbaar zijn? Evenals vorig jaar wordt in het rapport van de Algemene Rekenkamer de aanbeveling gedaan alle kosten voor het JSF-programma op een onderling vergelijkbare manier aan de Tweede Kamer te presenteren. Het kabinet deelt de mening dat het van belang is de kosten voor een programma zoals het project Vervanging F-16 zo volledig mogelijk, transparant en onderling vergelijkbaar aan de Tweede Kamer te presenteren. Er wordt dan ook gerapporteerd aan de Tweede Kamer in overeenstemming met de regeling Grote Projecten en het DMP. Dit houdt onder meer in dat er wordt gewerkt met een projectdefinitie. De informatievoorziening naar de Tweede Kamer is volledig in overeenstemming met deze afspraken. In de bestuurlijke reactie op het vorige rapport van de Algemene Rekenkamer die in het rapport is opgenomen, is toegelicht waarom het de voorkeur verdient deze projectdefinitie te handhaven. Zie ook het antwoord op vraag 1. 18.
Wat gaat het kabinet doen om de beperkte betrouwbaarheid van de gegevens over de levensduurkosten van de JSF te verbeteren? Ik heb geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de gegevens van de F-35 of de andere toestellen. Wel is het zo dat bij toekomstige uitgaven zoals levensduurkosten per Ministerie van Defensie 10 definitie sprake is van onzekerheden. In deel 4 van het vertrouwelijke rapport over de kandidatenevaluatie is hier nader op ingegaan (Kamerstuk 26 488 nr. 129 van 18 december 2008). De levensduurkosten bestaan uit investeringskosten en exploitatiekosten. De onzekerheden bij de exploitatiekosten zijn onontkoombaar omdat het hier gaat om kosten die de komende tientallen jaren zullen worden gemaakt. Bij de investeringskosten zijn de onzekerheden bij de F-35 kleiner dan bij de andere toestellen omdat de ontwikkeling van de F-35 verder is gevorderd. Naar verwachting zullen de onzekerheden bij de F-35 de komende tijd nog verder verminderen. Zie ook het antwoord op vraag 21. 19.
Gaat het kabinet de auditdienst Defensie in vervolg ook onderzoek laten doen naar de (broninformatie) over de exploitatiekosten? Zo nee, waarom niet? De exploitatiekosten zijn de kosten die Nederland moet maken voor het gebruik en het onderhoud van de F-35. De broninformatie over deze kosten is afkomstig van Defensie zelf en van het JSF Program Office (JPO). Ter voorbereiding op het definitieve besluit over de vervanging van de F-16 in 2010 zal in het kader van het Defensie Materieelproces een D-document worden opgesteld met daarin onder meer een analyse van de levensduurkosten, inclusief de exploitatiekosten. De auditdiensten van Defensie en Economische Zaken zullen dit D-document, inclusief de analyse, gezamenlijk beoordelen. De Nederlandse auditdiensten hebben toegang tot de broninformatie van Defensie. Voor het onderzoek van de broninformatie van het JPO gelden als randvoorwaarden de afspraken in de verschillende MoU's over de auditactiviteiten van partnerlanden. Deze afspraken komen er in hoofdzaak op neer dat Amerikaanse auditdiensten deze broninformatie beoordelen en hierover rapporteren aan de auditdiensten van partnerlanden. In de eerste helft van 2009 zal de auditdienst van Defensie in de Verenigde Staten nagaan welke verdere concrete auditmogelijkheden er zijn voor een beoordeling van de Amerikaanse broninformatie van het JPO, waaronder broninformatie van de fabrikant. Ministerie van Defensie 11 21.
Is het kabinet bereid om voortaan rekening te gaan houden met eventuele vroege exportorders en de horizontalelijnprijs bij het bepalen van het verwervingsbudget? Zo nee, waarom niet? 24.
Is het kabinet van plan om de Kamer te informeren over de stand van zaken rond de eventuele invoering van de consortium buy en over de mogelijke (financiële) gevolgen hiervan? Zo nee, waarom niet? 53.
Wanneer zal duidelijk worden of, en zo ja wanneer, er een consortium buy zal plaatsvinden? 54.
Is het kabinet bereid de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer, zijnde het informeren van de Kamer over de stand van zaken rond de eventuele invoering van de consortium buy en over de mogelijke (financiële) gevolgen hiervan voor het Project Vervanging F-16, op te volgen? Zo nee, waarom niet? 55.
Zullen bij het direct vermelden van eventuele nadere afspraken over een Consortium Buy ook direct de budgettaire gevolgen daarvan voor het gehele verwervingsbudget worden meegenomen? 56.
Welke landen staan niet alleen positief tegenover het invoeren van een "consortium buy prijs", maar willen zich er ook voor inzetten? Het belang van goede informatievoorziening over de Consortium Buy (CB) en soortgelijke constructies, zoals Level Line Pricing (LLP), is evident. De Rekenkamer heeft in het vorige rapport 'Monitoring verwerving Joint Strike Fighter, stand van zaken september 2007' al geconstateerd dat met een horizontale lijnprijs elke partner dezelfde prijs zal betalen voor een toestel, ongeacht of het voor of achter in de productielijn zit. Dit heeft waarschijnlijk een positief effect op de gemiddelde prijs die Nederland uiteindelijk zal betalen, aldus dit rapport. Defensie verwacht dat dergelijke constructies zullen leiden tot meer prijs- en productiestabiliteit in het programma. Anderzijds zullen besluitvormingstrajecten met partners en industrie over dergelijke constructies langer duren, waardoor de uiteindelijke kostprijs later zal worden vastgesteld. Evenals vorig jaar is de Kamer verschillende keren over de stand van Ministerie van Defensie 12 zaken geïnformeerd, voor het laatst op 4 maart jl. (Kamerstuk 26 488 nr. 147). Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, zal de Kamer hierover ook in de toekomst worden geïnformeerd. Indien daar concrete aanleiding toe bestaat zal nieuwe kosteninformatie, zoals informatie over de CB, worden verwerkt in het projectbudget. Meer duidelijkheid over de CB wordt in de loop van dit jaar verwacht. Naast informatie over de CB wordt de komende maanden eveneens de vaststelling door Lockheed Martin van een maximum (not-to-exceed) prijs verwacht. Naast Lockheed Martin spelen vooral Australië en Nederland een voortrekkersrol bij de totstandkoming van de CB, mede omdat in deze landen de noodzakelijke politieke steun voor een dergelijke constructie nadrukkelijk aanwezig is. 25.
Wat is het kabinet van plan te ondernemen tegen de onevenredig hoge werkdruk en personele onderbezetting binnen uw projectorganisatie, die daardoor kwetsbaar is? 35.
Welke maatregelen zal het kabinet nemen om de krappe personele bezetting voldoende aan te vullen opdat risico's hiermee samenhangend kunnen worden vermeden? Defensie streeft op korte termijn naar de vulling van de resterende vacatures in de projectorganisatie. Ook wordt gewerkt aan uitbreiding van de projectorganisatie, onder andere door inhuur. Daarnaast wordt intensief gebruik gemaakt van de kennisinstituten en van beschikbare capaciteiten elders in de defensieorganisatie. 27.
Acht het kabinet het handig dat in de loop van 2015 twaalf F-16's uit dienst worden genomen en daar in totaal pas acht JSF's voor in de plaats gekomen zijn (zes productietoestellen en twee testtoestellen)? Zo ja, hoe komt het kabinet tot die conclusie? Wat gebeurt er met de twaalf uit dienst genomen F-16's. Is het kabinet al bezig met de verkoop daarvan? Het Commando luchtstrijdkrachten (CLSK) heeft vijf squadrons gevechtsvliegtuigen. Indien het kabinet in 2010 definitief besluit dat de F-35 wordt aangeschaft als vervanger van de F-16, zal de vervanging van de F-16 door de F-35 per squadron worden uitgevoerd. Het eerste squadron beëindigt in 2015 zijn operationele taken met de F-16 en begint dan aan de invoering van de F-35. Naar verwachting bereikt dit squadron in 2016 een Initiële Ministerie van Defensie 13 Operationele Capaciteit (IOC) met tien toestellen. Pas daarna zal het tweede squadron de operaties met de F-16 beëindigen en overgaan op het nieuwe toestel. Zo garandeert het CLSK tijdens de overgang steeds een minimum van vier operationele squadrons met de F-16 of de F-35. Te zijner tijd zal worden bezien of de af te stoten vliegtuigen kunnen worden verkocht. 28.
Waarom is er alleen aan de vliegbasis Leeuwarden een 'site survey' gebracht en niet ook aan De vliegbasis Volkel? Mag hieruit geconcludeerd worden dat alleen de vliegbasis Leeuwarden gereed gemaakt gaat worden voor de mogelijke komst van de JSF? 30.
Zijn er op Nederlandse luchtmachtbases ook site-surveys gehouden om te beoordelen of deze bases geschikt zijn voor toestellen anders dan de JSF? Zo nee, waarom niet? Wat zegt dit over vooringenomenheid bij Defensie? Sinds 2002 neemt Nederland deel aan de ontwikkeling van de JSF. De kosten van de eerste site survey van ieder land zijn onderdeel van het SDD-budget. De site survey van september jl. past bij een gedegen projectplanning. Defensie heeft gekozen voor een site survey op Vliegbasis Leeuwarden omdat dit de eerste basis is waar de F-35 zou worden ingevoerd. De ervaring met de site survey op Vliegbasis Leeuwarden wordt tevens gebruikt ten behoeve van Vliegbasis Volkel. Een site survey op Vliegbasis Volkel is in een later stadium voorzien. 32.
Deelt het kabinet de opvatting van de Algemene Rekenkamer dat er ruimte is voor verbetering in de informatievoorziening over de financiële onderbouwing van de deelname aan het JSF-programma? Zo ja, gaat het kabinet verbeteringen bewerkstelligen? In de bestuurlijke reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer heeft Defensie beargumenteerd dat de informatievoorziening over financiële gegevens uitgebreider is dan op grond van de gemaakte afspraken en de bestaande regelingen nodig zou zijn. Bovendien is zelden in de geschiedenis de Kamer zo uitgebreid geïnformeerd over een project als in het geval van de vervanging van de F-16, zelfs als rekening wordt gehouden met de aanzienlijke Ministerie van Defensie 14 financiële omvang. Voorts heeft de Kamer op 18 december 2008 deel 4 van de rapportage van de actualisering van de kandidatenevaluatie vertrouwelijk ter inzage ontvangen waarin alle beschikbare kosteninformatie is verwerkt. Bovendien is onlangs in de vertrouwelijke gesprekken met de vaste commissie van Defensie uitgebreid ingegaan op de beschikbare kosteninformatie. 33.
Hoe beoordeelt het kabinet de consistentie in de Materieelprojecten van Defensie wanneer het bij ieder ander materieelproject wel mogelijk blijkt uit te gaan van een recent geactualiseerd prijspijl, waar dit voor het project vervanging F-16 volgens de reactie van het kabinet niet mogelijk, dan wel wenselijk is? Het is niet zo dat bij ieder materieelproject wordt uitgegaan van een recent geactualiseerd prijspeil. Bij projecten in realisatie, waarbij contracten zijn getekend en de verwerving loopt, is aanpassing van het prijspeil niet altijd aan de orde. Het prijspeil moet alleen worden aangepast indien daarover contractuele afspraken zijn gemaakt. Bij projecten in planning, waarbij nog geen verplichtingen zijn aangegaan, wordt van geval tot geval bekeken of een prijspeilaanpassing aan de orde is. Een van de overwegingen daarbij is de jaarlijkse prijscompensatie waarover het kabinet bij Voorjaarsnota beslist. Bij de toedeling van deze prijscompensatie krijgen de relevante projecten in realisatie voorrang. Een andere overweging betreft de mate van onzekerheid van het project, die onder meer wordt bepaald door de beschikbaarheid van voldoende (prijs)informatie. Om een instabiel beeld te voorkomen moeten alle onzekerheden worden meegewogen alvorens de budgetten van projecten in planning worden aangepast. In sommige gevallen wordt dan besloten de laatste concrete raming te handhaven. Dit is het geval geweest bij het project Vervanging F-16. 34.
Kan de kamer (vertrouwelijk) inzage krijgen in de brief die de Algemene Rekenkamer op 25 november 2008 naar de Minister van Economische Zaken heeft gestuurd over de herberekening van het afdrachtpercentage? Zo nee, waarom niet? Ja. De brief zal u door de minister van Economische Zaken vertrouwelijk worden toegezonden. Ministerie van Defensie 15 37.
Wat is op dit moment de stand van zaken voor wat betreft de (eventuele) deelname van Denemarken en Turkije aan het Production and Sustainment Memorandum of Understanding (P&S MoU)? 38.
Is bij het kabinet bekend of PricewaterhouseCoopers zich bij het schrijven haar rapport waarin gesteld werd dat Turkije het P&S MoU zou hebben ondertekend baseerde op informatie aangeleverd door een Nederlands ministerie? Zo ja, welk ministerie betreft het? Zo nee, is wel bekend waarop PWC deze informatie dan wel baseerde? Er zijn geen ontwikkelingen te melden bij het overleg met Denemarken en Turkije over deelneming aan het P&S MoU. De informatie in het rapport van PwC is afkomstig uit open bronnen. Mogelijk doelt PwC op de ratificatie door Turkije van het PSFD MoU in plaats van het P&S MoU. 39.
Hoe beoordeelt het kabinet de risico's van de overlap tussen de test- en productiefasen? Bij de F-35 is bewust gekozen voor een overlap van de testfase en het begin van de productie die bekend staat als de Low Rate Initial Production (LRIP). Op grond van de Amerikaanse regelgeving mag de serieproductie (Full Rate Production) pas beginnen als de ontwikkelingsfase inclusief de testfase is voltooid. Bij de inrichting van de LRIP-fase is een evenwicht gevonden tussen lage totale kosten en projectrisico's. Het kabinet acht de risico's van de beperkte overlap tussen de testfase en de productie aanvaardbaar, omdat de testfase zo is ingericht dat modificaties die daaruit voortvloeien het productieproces zo min mogelijk zullen verstoren. Een programma waarin de productiefase pas aanvangt als de testfase is voltooid levert evenzeer nadelen op. De toestellen zijn dan later beschikbaar en de kosten van het totale programma kunnen hoger zijn. Er kunnen overigens altijd, ook na het einde van de testfase, technologische en operationele ontwikkelingen optreden die aanpassingen in de productie noodzakelijk maken. Bij de F-35 is van meet af aan voorzien dat de ontwikkeling van het toestel nog tientallen jaren verder zal gaan en dat de eerder geproduceerde Ministerie van Defensie 16 toestellen zullen worden aangepast. De partnerlanden hebben hierover afspraken gemaakt in het PSFD MoU. 40.
Kan inzicht worden gegeven in de ontwikkeling van de kostenstijging van de JSF stuksprijs in dollars vanaf 2002 tot heden met daarbij per jaar de verklaring van de verschillende prijsstijgingen? In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de kale stuksprijs toegelicht. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de inflatie-index van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Zo kunnen bijvoorbeeld manuurtarieven sterker stijgen dan de inflatie-index. Periode M$ in prijspeil 2002 Verklaring
Stuksprijs van Stuksprijs naar
okt 01 dec 0237,2 38,1 Daling aantal geplande vliegtuigen voor Amerikaanse marine (van 1089 naar 680). dec 02 dec 03 38,1 44,8 Stijging van de manuurtarieven. Een uitbreiding van de operationele eisen; op elk vliegtuig EOTS. Verhogen van onzekerheidsopslag voor toeleveranciers. Vertraging meerjarige contracten en aanpassing productieschema. Ontwerpaanpassingen aan het vliegtuig. dec 03 dec 04 44,8 44,5 Aanpassingen van het ontwerp. Aanpassingen van het productieprofiel en aanpassingen van de schattingen van de prijzen van toeleveranciers (manuren en materiaalkosten). dec 04 dec 05 44,5 46,7 Aanpassingen contractafspraken met toeleveranciers. Stijging uurtarieven, materiaalkosten en aanpassing gehanteerde inflatiecijfers. Aanpassing ontwerp CV-variant met gevolgen voor commonality. Gewijzigd productieprofiel van partners. dec 05 dec 46,7 47,6 Als gevolg van gewichtsproblemen stijging